Voor regisseur Marcos Darbyshire is Rossini één van ons
De lach van regisseur Marcos Darbyshire zingt door de Studio van Opera Zuid. De regisseur van La scala di seta / Il signor Bruschino is duidelijk in zijn nopjes met deze double bill van Gioacchino Rossini. Hij vertelt enthousiast over het proces van voorbereiden en repeteren. ‘Ik heb het gevoel dat we deze opera’s vooral moeten laten zíj́n, omdat ze ongelooflijk levendig, grappig en sprankelend zijn. Heerlijk om aan te werken!’
Hoe verlopen de voorbereidingen?
‘Heel organisch! Ik was blij verrast door het feit dat beide opera’s – uit de negentiende eeuw – zo eigentijds zijn. We merken telkens weer dat de handelingen op een natuurlijke manier voortkomen uit de enorm levendige muziek. Die muziek én het decor geven ons bij de regie zoveel (spel)mogelijkheden en vrijheid, dat we alleen nog maar hoeven te kiezen welke opties we het beste vinden passen. We zien de personages als ‘echte’ mensen. Hierdoor kunnen we op een authentieke wijze humorvolle situaties creëren zonder in clichés te vervallen. Daarbij spelen uiteraard ook de persoonlijkheden van de zangers een rol. Ik had vooraf één concrete eigenschap bedacht voor ieder personage. Samen met de zangers ontwikkelen we die eigenschap door tot een volwaardig karakter. Ik heb ontzettend veel zin in de voorstellingen; er zit zoveel joie de vivre en humor in La scala di seta en Il signor Bruschino. We kunnen het publiek met deze productie echt amuseren.’
Hoe gaat de samenwerking met decor- en kostuumontwerper Agnes Hasun en dirigent Sander Teepen?
‘Dat is een heel gelukkig (gearrangeerd) huwelijk! Het idee om ‘kok Rossini’ twee keer hetzelfde gerecht te laten maken, kwam al bij mij op tijdens het eerste gesprek dat ik voerde met intendant Waut Koeken. Daarna werden Agnes en ik aan elkaar voorgesteld. Het klikte meteen. Samen creëerden we het decor voor deze gigantische keuken; het universum waar onze personages leven. We werken ontzettend fijn samen en hebben er allebei veel plezier in. Sander en ik zijn eveneens nauw betrokken bij elkaars werk. De handelingen en de muziek moeten namelijk perfect samenvallen. Gelukkig vond hij het concept dat we hadden bedacht ook meteen erg goed. Nu zorgen we er samen voor dat de voorstelling er precies zo uit komt te zien zoals we voor ogen hadden.’
Wat wilt u het publiek meegeven met deze opera’s?
‘Vroeger zat er een politieke boodschap in deze opera’s, die vooral tot uiting kwam in de humor die toentertijd gangbaar was. Aan deze humor hebben we een moderne draai gegeven om de stukken actueel en herkenbaar te maken voor het publiek van nu. Maar we willen vooral laten zien dat Rossini een moderne man was, die op dezelfde manier dacht als wij. Die genoot van dezelfde dingen (lekker eten en wijn) als wij en worstelde met dezelfde zaken. Natuurlijk, hij was een genie. Maar tegelijkertijd was hij een gewone jongen, die nú had kunnen leven. We hoeven zijn opera’s niet te zien als een museum waar we naartoe gaan om iets te leren over de negentiende eeuw. Nee, juist andersom; via deze opera’s zien we onszelf en leren we over onszelf. Daarbij zijn het ook nog eens ‘gewoon’ twee erg geestige komedies. Ik hoop dat we het enthousiasme dat wij voelen bij het maken ervan kunnen overbrengen op het publiek.’
Interview: Kyra Bertram