Info
Tijdens het bal op het kasteel van Mantua flirt de Hertog met één van de gasten, gravin Ceprano, terwijl de misvormde hofnar Rigoletto haar man bespot. De edelman Marullo meent dat Rigoletto een maîtresse heeft en vertelt dit aan de andere hovelingen. Wat ze niet weten is, dat deze vrouw in werkelijkheid zijn dochter is, Gilda genaamd. Rigoletto geeft de Hertog van Mantua aanwijzingen hoe gravin Ceprano te verleiden zonder door haar man gestoord te worden. Graaf Monterone komt het feest wreed verstoren door binnen te stormen en de Hertog ervan te beschuldigen zijn dochter te hebben onteerd. De oude Monterone zweert wraak en spreekt een vloek uit over de hofnar omdat deze hem bespot. Rigoletto is toch wel geschrokken en beveelt zijn dochter thuis te blijven.
De Hertog bezoekt Gilda in een onbewaakt ogenblik. Zij is meteen gecharmeerd van de jongeman. Ceprano, Marullo en enkele hovelingen ontvoeren Gilda en brengen haar naar het kasteel van Mantua. Rigoletto is wanhopig en smeekt zijn dochter vrij te laten. Hij schakelt daarop de huurmoordenaar Sparafucile in om de Hertog te doden. Maddalena, Sparafucile’s zus, is inmiddels ook in de ban van de amoureuze toenaderingen van de Hertog en smeekt haar broer de eerste de beste voorbijganger te doden om de Hertog te sparen. Gilda heeft het gesprek gehoord en wil zichzelf opofferen, omwille van haar geliefde. Ze klopt op de deur, achter welke Sparafucile zich gewapend met een mes schuilhoudt. De deur gaat open en Gilda wordt neergestoken. Rigoletto ontvangt daarop een zak met een lichaam. Hij staat op het punt om de zak, met het lichaam van de vermeende dode Hertog, in de rivier te gooien als hij plots de Hertog zijn lievelingslied hoort zingen. Rigoletto opent de zak en ontdekt tot zijn ontsteltenis zijn stervende dochter. Zij smeekt haar vader alsnog om vergiffenis. De vloek van Monterone is in vervulling gegaan.
