Operacoryfeeën Sir Thomas Allen en Christopher Gillett in gesprek
Ze komen elkaar regelmatig tegen op de grote podia van de wereld. Nu werken de twee zangers samen bij Opera Zuid, waar Christopher Gillett een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor regisseert en dé bariton van de twintigste eeuw, Sir Thomas Allen, optreedt als de Schauspieldirektor.
Waarom wilde je graag een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor creëren?
Christopher: “Ik werk al mijn hele volwassen leven in de opera en heb een aantal boeken geschreven over hoe het eraan toe gaat in deze wereld. Het voelt als een luxe om nu een voorstelling te mogen maken over het proces en de moeilijkheden van het creëren van een opera. Ik wil graag laten zien dat het achter de schermen allemaal niet zo glamorous is; we zijn geen supermensen, we vloeken ook gewoon als er iets misgaat en we zijn soms best eenzaam in dit reizende bestaan.”
Thomas: “Mensen maken operazangers inderdaad graag tot een soort iconen, maar dat zijn we natuurlijk helemaal niet. Al zou ik inmiddels niet meer weten wie ik ben zonder dit leven en zonder al die rollen. Ik had het niet anders gewild, ook al voel je elke dag de verantwoordelijkheid en druk om goed te kunnen zingen en moet je stem daarom altijd in goede staat zijn.”
Christopher: “Ik vind het fijn dat ik in deze productie niet afhankelijk ben van mijn stem. Bovendien bevalt het me dat ik nu helemaal zelf mag bepalen hoe ik de voorstelling wil hebben, in tegenstelling tot wanneer ik me als zanger moet houden aan het idee van de regisseur.”
Thomas: “O ja, ik vind het zo leuk dat ik in deze voorstelling als acteur meedoe, en nu zelf mag bepalen hoe ik mijn stem gebruik [intonatie en volume] om de tekst uit te spreken en het verhaal te vertellen, in plaats van dat de muziek dat voorschrijft.”
Christopher: “In opera definieert de muziek wat wij doen. Dat is heel anders dan in een toneelstuk. Daarom vind ik het zo spannend om dat nu allebei in één voorstelling te combineren; zowel opera-aria’s als gesproken toneelteksten.”
Hebben jullie – bij het creëren van deze voorstelling – ook te maken met de moeilijkheden die zich voordoen in Der Schauspieldirektor?
“Ja, op dat soort levensechte perikelen is de voorstelling gebaseerd. Zo valt er wel eens een zanger uit. Dan moet de regieassistent de tekst oplezen en ondertussen de invalzanger wijzen waar hij of zij moet lopen, zodat deze alleen de aria hoeft te zingen. Maar, ik wilde niet te veel decorwisselingen en technische snufjes, dus dat scheelt een hoop moeilijkheden. Ik hou ervan om het theatrale te laten spreken; er schuilt namelijk een enorme dramatische kracht in de muziek en zang zelf. Ik vind het zonde als de techniek (bijvoorbeeld het draaien van filmbeelden op de achtergrond) de aandacht van het wezenlijke in opera wegneemt.”
Thomas memoreert: “Vroeger was het belangrijkste dat de zanger op de juiste plek ging staan, zijn aria zong en dat alle anderen stilstonden. Ik heb meer dan eens meegemaakt dat een solist zich omdraaide en vermanend sprak: ‘Ik wil niemand zien bewegen terwijl ik mijn aria zing!’. Dat was soms een beetje overdreven, maar het gaat in opera natuurlijk wel om de vocale kunst en die mag niet overschaduwd worden, wel aangevuld.”
In Der Schauspieldirektor komt ook naar voren dat het hebben van een carrière in de theaterwereld consequenties heeft voor het privéleven. Hoe was en is dat voor jullie?
Christopher: “Je bent vaak van huis, dat is niet makkelijk als je een gezin hebt. Mijn eerste huwelijk strandde doordat we zo weinig samen waren. Inmiddels lukt het om het persoonlijke en het professionele beter in balans te krijgen. Ik reis nu vaak mee met mijn vrouw, die ook zangeres is, en andersom.”
Thomas: “Jammer genoeg leer je dat niet op school. Ze zouden eigenlijk les moeten geven in [telt op zijn vingers: één] belastingen en [twee] hoe je het leven vormgeeft als je dit beroep hebt. Ik ben heel dankbaar voor mijn vrouw die inmiddels vijfendertig jaar met mij meereist. Daar heeft ze wel aan moeten wennen; [lachend] ze moest een soort omgekeerde Margaret Thatcher worden, een Duke of Edinburgh, die achter deze Queen ging staan. Het heeft mij enorm geholpen dat ze mij die ruimte heeft gegeven.”
Thomas denkt even na en gaat dan verder: “Maar het is wel een wereld op zich, die opera. Je komt mensen regelmatig tegen bij verschillende producties en daar werk je een tijdlang intensief mee samen; dat wordt vanzelf een soort opera-familie. Als je je eens somber voelt – alleen, ver van huis – helpt die familie je er weer bovenop.”
Interview: Kyra Bertram