Diepe menselijkheid en theatrale dramatiek gaan hand in hand in Blauwbaards Burcht

Regisseur Kenza Koutchoukali en scenograaf, kostuum- en lichtontwerper Yannick Verweij werken al maanden samen aan Blauwbaards Burcht van Béla Bartók. En ze zijn ze nog lang niet uitgesproken over de opera, hun inspiratie, ambitie en de menselijkheid van het werk.

Yannick: ‘Waarin zit voor jou de uitdaging om Blauwbaards Burcht opnieuw te regisseren?’

Kenza: ‘Ik vind het een uitdaging om de intimiteit en de menselijkheid van de relatie tussen Blauwbaard en Judith te laten zien. Ik wil dat het publiek in het theater het gevoel heeft onderdeel te zijn van de situatie, er misschien zelfs té dicht bovenop te zitten.’
Yannick: ‘Daarom hebben we het decor – de huiselijke woonkamer – ook zover naar voren op het voortoneel geplaatst.’
Kenza: ‘Precies. Tegelijkertijd kun je de situatie als bezoeker overzien, in tegenstelling tot Judith en Blauwbaard die er middenin zitten. We vergroten bepaalde onderdelen van de handeling letterlijk uit, zodat we met theatrale dramatiek kunnen laten zien hoe het tussen Blauwbaard en Judith gaat en voelt.’
Yannick: ‘Met een soort spinnenwebconstructie laten we uitvergrote objecten in het decor zakken; zo zoomen we in op wat er tussen Blauwbaard en Judith gebeurt. Ze raken verstrikt in hun patronen, in hun relatie.’

Kenza: ‘Ik vind dat toneelbeeld er heel mooi uitzien. Hoe heb jij de personages vorm willen geven met jouw scenografie?’

Yannick: ‘In onze eerste gesprekken hadden we het al over de schilderijen van Edward Hopper. De sfeer in zijn werk voelt abstract, maar is ook heel concreet. Je zit er met je neus bovenop en toch voelt het op een bepaalde manier stil en desolaat. Dat gevoel wilde ik graag visueel verwerken in het toneelbeeld. Ik heb me bewust, maar ook onbewust laten inspireren door deze schilderijen. Ik realiseerde me pas veel later dat ook het kleurenpalet dat ik koos vergelijkbaar is met Hoppers werk. Blauwbaard gaat gekleed in chique, koele kleuren – zoals navy – die prettig mengen met het groen van zijn burcht, waar hij zich comfortabel voelt. Terwijl Judith met haar warme
herfstkleuren nooit zal kunnen aarden in zijn omgeving, omdat ze altijd afsteekt tegen de groene achtergrond.’ 

Yannick: ‘Welk aspect van Blauwbaards Burcht vind jij het meest complex om weer te geven?’

Kenza: ‘Ik vind het grijze gebied van personages altijd het meest interessant. Dit gebied staat ook open voor interpretatie. Ik neem natuurlijk mijn eigen ideeën over Blauwbaard en Judith mee. Maar hoe zien Thomas en Deidre die? Zij moeten de rollen gaan vertolken. Ik heb duidelijke ideeën over het onvermogen van Blauwbaard dat zich uit in dominantie en ik ben – als vrouw – geneigd om voor de vrouw te gaan staan. Maar aan de andere kant: dat onvermogen zit ook in Judith. Zij wil hem per se openbreken, om de relatie te laten slagen. Is het goed dat ze dat zo probeert of is het  egocentrisch? Ze zijn daarin voor mij beiden even complex.’
Yannick: ‘De wisselwerking tussen beide karakters vind ik interessant en complex tegelijk. Bepaalde kwaliteiten in zowel Blauwbaard als Judith zorgen voor de machtsdynamiek tussen hen twee. Ze worstelen, botsen, proberen elkaar te vinden; dat menselijke samenspel maakt de opera heel spannend.’

Kenza: ‘De relatie tussen Blauwbaard en Judith is inderdaad ongelooflijk menselijk. Hoe kijk jij naar deze relatie vanuit jouw eigen ervaringen?’

Yannick: ‘Wat mij persoonlijk raakt is telkens die poging om elkaar te vinden. Ik herken het willen ontdekken op welk punt je verbinding kunt maken met elkaar, dat je erachter wil komen wie je bent mét de ander, dat je elkaar wil begrijpen. En ik snap de pijn als dat niet lukt. En jij?’
Kenza: ‘Ik herken de patronen waar je samen in kunt zitten. Dat kan comfortabel voelen, maar je kunt ook vastzitten in een patroon dat ten koste gaat van jezelf en de ander. Het is precies die menselijkheid van intieme relaties waarvan ik hoop dat het publiek erin wordt meegezogen; enerzijds uit herkenbaarheid, anderzijds door de theatrale dramatiek.’

Interview: Kyra Bertram