Een veelkleurig orkest verklankt een intiem relatiedrama
Ze hebben elkaar nét ontmoet en gaan – als Blauwbaard en Judith – meteen de diepte in voor de repetities van Blauwbaards Burcht. Daarom maken topsolisten Deirdre Angenent en Thomas Oliemans na het repeteren tijd vrij voor een gesprek om elkaar ook persoonlijk een beetje beter te leren kennen. Wat vinden ze van Bartóks muziek, hoe bereiden ze zich voor en wie is dat mysterieuze derde personage?
Thomas: ‘Deirdre, jij hebt Judith al vaker gezongen en kent haar inmiddels door en door. Wat maakt de rol nog steeds interessant om te zingen?’
Deirdre: ‘De muziek! Die gaat recht je ziel in. Het interessante is dat ik – sinds ik deze rol ongeveer elf jaar geleden voor het eerst zong – telkens nieuwe inzichten krijg. Door alle dingen die ik meemaak, is ‘mijn’ Judith in iedere fase van mijn leven een beetje anders. Dat geldt ook voor het stem-technische deel. Ik kan steeds weer op zoek gaan naar andere nuances, omdat mijn stem dat nu kan. In die zin blijft deze opera voor mij een ontdekking.’
Deirdre: ‘Voor jou is het je roldebuut, Thomas, hoe heb jij je voorbereid?
Thomas: ‘Heel langzaam en rustig! De Hongaarse taal alleen al is heel moeilijk; ik kan geen enkel woord herleiden vanuit een andere taal. Daarbij is de figuur Blauwbaard bijzonder complex. En dan is er de klankwereld van Bartók, zijn muzikale taal, die volkomen uniek is. Er is maar één stuk zoals dit.’
Deirdre: ‘Ja, de orkestratie heeft zoveel verschillende klankkleuren.’
Thomas: ‘Precies! Er zit een orkest van vijfennegentig man achter ons, maar het klinkt niet als één grote massa; er zitten ontzettend veel lagen en een enorme veelkleurigheid in de muziek.’
Deirdre: ‘Misschien kun je het orkest wel zien als het derde personage in dit verhaal.’
Thomas: ‘De musici verklanken de rijkdom van het spanningsveld tussen ons tweeën. Dat vind ik ook zo mooi aan dit werk; Bartók heeft Blauwbaards Burcht zodanig gecomponeerd dat de boog het hele uur hooggespannen blijft. Zodra die muziek-motor aan gaat, word je erin meegenomen.’
Deirdre: ‘Dit stuk zit zo goed in elkaar, je móét wel mee in de gevoelswereld van Judith en Blauwbaard.’
Thomas: ‘Ik raak het besef van tijd en ruimte vaak een beetje kwijt. Het is een hele hermetische, onontkoombare wereld.’
Deirdre: [lachend] ‘Net als Blauwbaards burcht.’
Thomas: ‘Waar kijk jij het meest naar uit bij het repeteren en spelen van Blauwbaards Burcht?’
Deirdre: ‘Ik vind het repetitie-proces altijd het meest interessant. Om deze productie samen te maken en de rollen te ontdekken. En dan is het natuurlijk gaaf om het voor publiek te brengen; wat vinden zij van wat wij gemaakt hebben en wat doet het met hén? En jij?’
Thomas: ‘Ik ben heel nieuwsgierig naar hoe het publiek betrokken raakt bij de intimiteit van dit verhaal. Dat is bijna onvermijdelijk door de genialiteit van het stuk. Maar ook omdat het op verschillende niveaus aansprekend is.De manier waarop je het ervaart, hangt af van je levensfase en hoe je in het leven staat. Het kan gezien worden als het ultieme break-up verhaal, maar het gaat ook over eenzaamheid en tederheid.’
Deirdre: ‘Er zit voor iedereen wel iets herkenbaars in.’
Thomas: ‘Absoluut. Blauwbaards Burcht is feitelijk een sprookje, dus we kunnen doen alsof het niet over ons gaat. Maar iedereen herkent waarschijnlijk wel hoe onmogelijk (sommige) relaties kunnen zijn. Natuurlijk zijn er uitvergrotingen – wapens en bloed -, maar het gaat veel meer over twee gewone mensen.’
Deirdre: ‘Ja, het gegeven van ‘open je nou eens naar mij toe’, dat herken ik wel – en ik denk heel veel mensen mét mij. Maar de vraag is natuurlijk: hoeveel moet je van elkaar wíllen weten…?’
Interview: Kyra Bertram