Hoop, vergeving en wedergeboorte
Vanaf het eerste moment dat muzikaal leider Karel Deseure en regisseur, choreograaf en aerialist Dreya Weber elkaar zien, zijn ze verwikkeld in een intens gesprek over Silenzio, Le Villi en theater in het algemeen. Ze zitten op één lijn als het gaat om de kern van deze opera; hoop, de mogelijkheid tot vergeving en wedergeboorte, verbeeld tegen de achtergrond van een theatraal, levend bos vol Villi.
Hoe is het om het gloednieuwe werk Silenzio van Karmit Fadael te dirigeren?
Karel: ‘Ik vind het heel spannend en een grote verantwoordelijkheid. Ik ben de eerste dirigent die het stuk interpreteert, die de muziek mag ontdekken. Ik hoop dat ik het werk kan laten klinken zoals Karmit het in haar hoofd had.’
Wat is het verband tussen Silenzio en Le Villi, de eerste opera van Giacomo Puccini?
Dreya: ‘Le Villi begint midden in het verhaal; bij de viering van Roberto en Anna’s verloving. We zien dat Anna’s moeder daar niet bij is. Er is sowieso al veel gebeurd voordat we überhaupt zijn begonnen. Silenzio geeft ons de kans om Anna’s innerlijke wereld te leren kennen en te begrijpen.’
Karel: ‘Er is weinig aandacht voor de gedachten en vragen van Anna in Puccini’s werk. Dat wij nu juist dáármee openen in Silenzio, vind ik erg interessant. In Le Villi ligt de focus meer op Roberto, degene die het leed heeft veroorzaakt en zijn pijn daarover. Anna’s verdriet zien we nauwelijks. Alleen aan het einde zingt ze hoezeer ze in stilte heeft geleden, zo erg dat ze stierf van ellende. Muzikaal is dat heel mooi weergegeven: Roberto en Anna zingen unisono in een laag register [dezelfde melodie op vrij lage tonen]. Hun stemmen klinken hierdoor minder krachtig dan wanneer ze hoger zingen. Maar juist die breekbaarheid geeft zo veel pijn weer; zowel bij de ‘verrader’, als bij degene die verraden is. Prachtig.’
Hoe ziet jouw regie eruit, Dreya?
Dreya: ‘De Villi zijn in mijn regie geesten van mensen die stierven aan een gebroken hart, hun zielen zijn herboren als de bomen van het bos. Die cyclus van leven en dood is een belangrijk onderdeel in dit werk. Het woud van Villi is getuige van het ontvouwende verhaal en reageert daar ook op. Zo is het de woestheid van het bos waardoor Roberto niet meer kan ademen, hij voelt zich verstikt. Maar zijn het de Villi die dit veroorzaken of is het zijn eigen schuldgevoel wat hem de adem beneemt?’
Hoe verwerk je aerialkunst in deze opera?
Dreya: ‘Een theaterdocent zei ooit: ‘Soms móéten karakters wel zingen, want een andere manier om hun emoties te uiten is er niet.’ Karel valt Dreya uit enthousiasme in de rede: ‘Dat is precies hoe ik over opera denk! Alsof de woorden enkel uitspreken niet voldoende is; het moet gezongen worden.’ Dreya [lachend]: ‘Exact. En zo voel ik het ook als het gaat om in de lucht zijn. Soms overstijgt het drama de aarde. Sommige momenten zijn te groot(s) voor de grond, dan is er alleen nog de lucht.’
Hoe denken jullie over Puccini’s muziek?
Karel: ‘Puccini is een genie. Men noemt Le Villi een jeugdwerk, maar alles wat zijn latere muziek karakteriseert zit hier al in! Hij heeft het waanzinnige talent om immens meeslepende melodieën te schrijven. Puccini kan als geen ander menselijke emoties laten klinken. Bij de aria van Guglielmo, Anna’s vader, heeft hij straziante geschreven; dat betekent dat het hartverscheurend gespeeld moet worden. Die aanwijzing ben ik bij geen enkele componist ooit eerder tegengekomen in een partituur. En zo klinkt het ook echt; de cello’s, die Guglielmo’s innerlijke onrust weergeven, spelen over een aanhoudende lage noot, die als het ware vast blijft liggen, zoals hij vastzit in zijn verdriet.’
Dreya: ‘De grootte van de emoties die Puccini kan overbrengen… Ik heb continu kippenvel bij het horen van zijn muziek. Hij weet precies hoe menselijkheid moeten klinken.’
Karel: ‘Dat is denk ik het belangrijkste doel van theater: ruimte geven aan menselijke emoties, empathie kunnen voelen voor personages – zélfs als je het niet eens bent met zijn of haar daden, maar dan toch kunnen begrijpen waar die vandaan komen.’
Dreya: ‘Daarom vind ik het zo belangrijk dat dit werk hoop biedt. We maken allemaal fouten in het leven – net zoals Roberto. Maar de mogelijkheid tot jezelf opnieuw uitvinden, tot vergeving, ís er gewoon.’
Interview: Kyra Bertram