Info
Twee vrouwen hunkeren naar liefde. De ene wil haar minnaar terug, de andere gaat vreemd. Toneelstukken met sensuele of sociale onderwerpen waren in het begin van de twintigste eeuw in de mode. Ook bij de belangrijkste Franse componisten van die tijd. Francis Poulenc en Maurice Ravel zetten twee beroemde stukken op muziek.
In de eenakter La voix humaine van Jean Cocteau belt een vrouw met haar ex-minnaar. Hem loslaten kan ze niet. Ze vleit, wanhoopt en chanteert in de hoop dat hij de telefoonverbinding niet verbreekt. Met orkestkleuren en zangstijl geeft Poulenc de kracht van Cocteau’s tekst weer. Van het ongeduldige wachten op een antwoord van de man, via de gelukzalige herinneringen tot aan het desolate einde.
Tijd met je minnaar doorbrengen, betekent een ‘Spaans uurtje’ in de volksmond. In het komische toneelstuk L’heure espagnole van Franc-Nohain draait het om die uurtjes. We zijn op bezoek bij een klokkenmakers-echtpaar. Torquemada is een wat suffe echtgenoot, Concepción een vurige Spaanse. Kunnen de geheime minnaars de honger van Concepción stillen? Ravel, zelf van Baskisch-Franse origine, laat in deze opera zijn fascinatie voor de Spaanse muziek en cultuur horen. Klanken roepen beelden op van tikkende klokken en Spaanse dansen.
Voor regisseur Béatrice Lachaussée vormen de eenakters twee zijden van dezelfde medaille. ‘In beide opera’s staat de emotionele ontwikkeling van een vrouw centraal. In het eerste stuk lijkt zij vooral slachtoffer te zijn. Concepción geniet van het leven, maar ook zij loopt tegen een muur van frustraties en onvervulde verlangens.’
La voix humaine / L’heure espagnole worden uitgevoerd in het Frans met Nederlandse ondertitels.
La voix humaine/L’heure espagnole is een coproductie met NOF – Nouvel Opéra de Fribourg, Zwitserland.