Overal ja op zeggen en het onmogelijke mogelijk maken

Voor decor- en lichtontwerper Bretta Gerecke en kostuumontwerper Marrit van der Burgt is theater maken schat zoeken; je weet nooit waar je uitkomt en wat je onderweg vindt. Er zijn bovendien een hoop routes die leiden naar die schat. Een voorwaarde is wel om ja te zeggen en daarmee alle opties open te houden. Een gesprek over Le Villi & Silenzio en de rol van hun ontwerpen in deze opera.

Waar halen jullie inspiratie uit voor jullie ontwerpen?
Marrit: ‘Zodra ik een libretto of script lees, komen er meteen beelden en kleuren in mijn hoofd op. Vervolgens grijp ik naar boeken, foto’s, films en denk ik terug aan de vele reizen die ik heb gemaakt. Ik dacht bij Le Villi aan oude, Japanse dorpen, waar mannen en vrouwen bijna hetzelfde gekleed gaan in natuurlijk stoffen zoals linnen en katoen. Die Japanse manier van kleden, waarbij stoffen om het lijf worden gedrapeerd, werkt goed in dit concept. De dansers en zangers maken eigenlijk mijn kostuums: zij zorgen met hun bewegingen voor de silhouetten, ik lever alleen het materiaal.’
Bretta: ‘Omdat Le Villi zich grotendeels afspeelt in een bos, was mijn startpunt de natuur. Ik ben gaan kijken naar bomen en naar installatiekunst, beeldhouwwerken en landschapskunst. Daarbij speelden Dreya’s wensen op het gebied van choreografie en aerialkunst een belangrijke rol. Die elastische, transparante materialen, die nodig zijn om goed te kunnen bewegen op de grond en in de lucht, waren de basis. Uiteindelijk kwam daar dit transformerende woud uit voort.’

Hoe vertaal je de thematiek van Silenzio en Le Villi naar een visuele wereld, Bretta?
Bretta: ‘Het toneel is eigenlijk een gesloten cirkel van stof, met bomen in het midden. Daarbij zijn er doeken die in en uit het toneel vliegen en die het decor telkens een nieuwe vorm geven. In Silenzio gebruiken we diezelfde doeken om Anna’s gevoelswereld weer te geven, waarbij ze zich soms verbergt en soms laat zien. Zo kunnen we met een paar flexibele elementen onderscheid maken tussen Silenzio en Le Villi, maar zeker ook het lineaire verband tussen beide stukken weergeven.’

Marrit, wat is het basisidee achter jouw kostuumontwerpen?
Marrit: ‘De Villi zijn dood en begraven, maar leven door in de bomen; hun kleding is dus tijdloos, maar vervallen. De mate van verval hangt samen met hoe lang ze al tot de Villi behoren. Tegelijkertijd willen we duidelijk maken welke familieleden (dood en levend) bij elkaar horen; dat doen we met verschillende kleuraccenten in de kleren. Daarnaast is er een onderscheid tussen de natuurlijke wereld van de Villi en de donkere, hectische stad, waar Roberto zijn erfenis moet gaan ophalen. Voor de stadse kostuums heb ik – in tegenstelling tot de vloeiende stoffen van de natuurkostuums – heel sterke silhouetten gemaakt, die passen bij het beeld dat Bretta in die scènes creëert.’
Bretta: ‘De stad is inderdaad echt het tegenovergestelde van de natuur, met bijna geometrische vormen. Met de neergelaten doeken en met licht en kleur zetten we een totaal andere wereld neer.’

Hoe verloopt de samenwerking met alle betrokkenen?
Bretta: ‘Theater maken is echt een levend proces en iedere productie is uniek. Verander één onderdeel, één zanger of danser, en alles is anders. Wij zijn één organisme dat dít alleen op dít moment kan creëren. Het is een beetje als schat zoeken. Je kunt allerlei routes nemen en je weet nooit wie wat meebrengt, waar je mee verder kunt en waarmee je eindigt.’
Marrit: ‘Ik vind het fijn dat er ruimte is voor improvisatie. Zo bedachten we net dat iemand toch de lucht in moet, ondersteboven, al zou dat dan wel lastig worden. Waarop Dreya zei: ‘als iets moeilijk is, kan dat juist heel interessant zijn om naar te kijken.’ Ik hou van die instelling, zó maak je de mooiste dingen!’
Bretta: ‘Dat is wat we Yes and noemen: Ja, en… Geen nee of ja, maar.’
Marrit: ‘Nee is geen optie, dan kun je geen theater maken.’
Bretta: ‘Precies. Je moet alle mogelijkheden bekijken. Je moet op die reis gaan om te komen waar je uitkomt. Er is maar één ding dat je zeker weet: uiteindelijk gaat het gordijn omhoog en geen ontwerper heeft ooit het gevoel dat het af is.’
Marrit lachend: ‘En toch is het af op de première, gewoon omdat het moet.’

Interview: Kyra Bertram