Unieke muziek in een zinderende orkestratie
Donker en mysterieus, krachtig en intrigerend. Zo omschrijft muzikaal leider Duncan Ward Blauwbaards Burcht van Béla Bartók. Het werk stond hoog op het wensenlijstje van de internationaal vermaard dirigent. Hij vertelt bijzonder bevlogen over Bartók en wat zijn muziek zo uniek, indrukwekkend en menselijk tegelijk maakt.
Het was een langgekoesterde wens om Blauwbaards Burcht te dirigeren. Waarom?
‘Al sinds mijn tienerjaren hou ik van Bartóks muziek. Blauwbaards Burcht is een van de meest opwindende, intense, spannende opera’s die ik ooit ben tegengekomen en dat in één uur. Bartók componeert passionele, stuwende ritmes en impressionistische harmonieën die onmiddellijk een beeld oproepen. Luister naar de eerste drie noten van de opera en je weet: hier is iets niet pluis; het is donker, verontrustend, mysterieus. Hoe krachtig is dat, om met drie noten een hele gevoelswereld op te roepen?’
Hoe zou je Bartóks muziek willen typeren?
‘Zijn muziek is stevig geworteld in zijn studie van de Hongaarse volksmuziek; de dansritmes, melodieën met dissonante klanken en de taal zelf beïnvloeden de muziek door middel van flexibele, natuurlijke ‘spraakritmes’. Waarschijnlijk is zijn muziek daarom zo menselijk en eerlijk. Er is niks kunstmatigs of academisch aan Bartóks werk, het is heel direct. Ik denk dat iedereen – jong en oud, uit alle lagen van de bevolking – gepakt wordt door de emotionele kracht van deze muziek.’
Wat is jouw grootste uitdaging in het uitvoeren van deze opera?
‘Blauwbaards Burcht is ontzettend slim gecomponeerd. Als we het goed uitvoeren, is het een fantastisch emotionele reis waarin de luisteraar wordt meegezogen. De echt grote uitdaging – vooral met het orkest óp het podium – is om het geluid in balans te houden. Het kleurenpalet is buitengewoon; Bartók creëert veellagige geluidswerelden bij het openen van iedere deur, van zacht tot heel luid. Bovendien heeft hij zeer specifiek uitgeschreven hoe snel iets gespeeld moet worden. Ik moet daarom heel secuur zijn in de tempowisselingen, die – net als de psychologische relatie tussen Blauwbaard en Judith – voortdurend subtiel verschuiven.’
Zijn er bepaalde muzikale delen waarvan je hoopt dat het publiek ze extra aandachtig beluistert?
‘O, zo veel! Bijvoorbeeld het bloedmotief; een kleine secunde [een halve toon tussen twee noten, het kleinste interval in de westerse muziek]. Deze dissonante klank horen we telkens wanneer Judith bloed ziet sijpelen. Daarnaast is het hele werk uniek – en ook een beetje vreemd – georkestreerd. Zo horen we als de deur van martelkamer één opent schelle houtblazers, xylofoons en violen die snelle tremolo ‘sul ponticello’ [op de kam van het instrument] spelen. Dat is echt een soort martelgeluid. Deur drie, waar de schatkamer achter schuilgaat, opent met een prachtig, zacht D akkoord door aanhoudende trompetten en fluiten en een wervelende celesta. Niet bepaald instrumenten die je zou verwachten, maar het zijn net glinsterende juwelen. En dan deur vijf, waarachter Blauwbaards koninkrijk zit. Daar speelt het hele orkest voluit (tutti!); er verschijnen zelfs extra trompetten en trombones speciaal voor dat moment. Allemaal even indrukwekkend.’
Je noemde de muziek eerder al heel menselijk. Herken je zaken in deze opera vanuit je eigen relaties?
‘Zeker. Ik denk dat we allemaal dingen hebben waar we niet makkelijk open over zijn. Ik herken ook wel dat sommige relaties, niet eens per se liefdesrelaties, soms gewoon niet werken omdat de energieën, ideeën of ambities niet bij elkaar passen. Dat kan natuurlijk pijnlijk zijn, maar op een bepaalde manier is zo’n ervaring ook verrijkend en geeft het je inzichten in jezelf en je relatie tot anderen. Je groeit ervan als mens. De muziek geeft daar continu commentaar op en vloeit mee met die stemmingen. En soms, als Blauwbaard en Judith niet meer weten hoe ze met elkaar moeten praten, doet de muziek dat voor hen.’
Bijzonder hoe muziek soms meer kan zeggen dan woorden, nietwaar?
‘Daarom maken we muziek! Omdat woorden niet alles kunnen uitdrukken. En daarom hou ik er zo van. Muziek kan je gevoel op een diepere laag beïnvloeden. Zeker Bartóks muziek kan dat.’
Interview: Kyra Bertram