Marloes en Wikke over Orphée aux Enfers; decor dat uitbreekt!
Ontwerpers Marloes van der Hoek en Wikke van Houwelingen zijn gewend om als duo hun decorontwerpen te maken. Ideeën daarvoor ontstaan tijdens museumbezoeken, beeldonderzoek en brainstormsessies, in hun atelier én aan de keukentafel. Dit keer liep dat anders; samen met een heel artistiek team werd de basis voor Orphée aux Enfers al pratend gelegd, aan tafel bij regisseur Benjamin Prins in Parijs.
Wikke: ‘Normaal gesproken lezen we het script, praten we met de regisseur en gaan we – met zijn tweeën – inspiratie opdoen, zo komen we al associërend tot ideeën.’
Marloes: ‘Maar nu, in Parijs, hebben we voornamelijk gepraat; over Orphée aux Enfers, over wat het werk betekent, over de componist. Benjamin is een enorme Offenbach-kenner dus het was heel inspirerend om hem daarover te horen. De componist was een vernieuwer en inspirator in zijn tijd, maatschappijkritisch ook. Dus dan wil je weten: hoe staan wij nu in relatie tot wat hij deed? Het is heel interessant om te kijken hoe je de gedachte van Offenbach mee kunt nemen naar het nu.’
Wikke: ‘Zo wilde Benjamin de pastorale aan het begin graag klassiek houden. Dan is het onze taak om uit te zoeken hoe we op dat gegeven kunnen voortborduren, hoe we dat meer eigen kunnen maken en kunnen openbreken.’
Marloes: ‘Ja, want we willen Offenbach niet precies reproduceren. Ik vond het heel prikkelend en uitdagend om te onderzoeken: kunnen we dat klassieke uitgangspunt een twist geven zodat het ook modern aanvoelt?’
Wikke: ‘Ik vond dat heel inspirerend! Als je vastzit in een soort korset (net zoals Eurydice), hoe ga je daar in je vormgeving dan uít breken? We hopen dat het publiek op het verkeerde been wordt gezet: dat ze aan het begin een traditioneel decor denken te zien, maar aan het eind toch verrast naar buiten lopen. Want zó klassiek is het niet, (lachend) we noemen het ook wel ons ultra-neoclassicisme.’
Wikke verduidelijkt door te omschrijven hoe hun ontwerp eruitziet: ‘Het decor bestaat uit 2D platen bedrukt met prints, de kleuren zijn knallender gemaakt en we hebben er nog meer humor in verwerkt. Het begindecor oogt dus klassiek, maar als je goed kijkt, zie en voel je al dat dat uitbreken zich aankondigt…’
Marloes: ‘Ook qua uitvoering is het net als het oude theater; met al die changementen, panelen die tevoorschijn komen en naar de zijkant weg gaan, heel dynamisch. Maar het is een soort parodie op het klassieke gegeven. Dat is precies wat Offenbach zelf de hele tijd doet, daarom voelen wij ook de vrijheid daarmee te spelen.’ Ze vervolgt: ‘Dat soort spielerei líj́kt een oppervlakkig spel met vormen, maar dat kun je alleen doen omdat er wel degelijk een verhaal onder zit. Er zijn veel verbanden tussen de tijd waarin Offenbach dit schreef en nu; bijvoorbeeld die decadentie, de opkomst van het kapitalisme, daar zaten ze toen ook al mee. Dat maatschappijkritische zit hier net zo goed in.’
Wikke: ‘De precieze boodschap komt natuurlijk nooit letterlijk over, maar ik hoop wel dat men het proces van transformatie gaat voelen. Net zoals de personages een transformatie ondergaan, transformeren we het toneel van mooi en conventioneel naar – uiteindelijk – speels en vrij.’
Interview: Kyra Bertram