Info
Jenúfa is verliefd op Steva en is zwanger van hem, maar houdt dit laatste voor haar familie verborgen. Ze is bang dat hij als soldaat gerekruteerd wordt, omdat ze dan niet zouden kunnen trouwen. Stárek brengt het nieuws dat Števa niet het leger in hoeft. Jenúfa’s stiefmoeder, de kosteres, gebiedt het stel het huwelijk een jaar uit te stellen. Steva’s halfbroer Laca, die verliefd is op Jenúfa, maar wiens toenaderingspogingen worden afgewezen, verwondt in een vlaag van woede en jaloezie Jenúfa’s wang.
In totale afzondering bevalt Jenúfa een half jaar later van een zoon in het huis van de kosteres. De kosteres ontbiedt Steva en smeekt hem met Jenúfa te trouwen. Vanwege haar litteken in het gezicht houdt hij echter niet meer van haar en verlooft zich met Karolka. Laca wil nog steeds met Jenúfa trouwen, maar als hij verneemt dat zij een kind gekregen heeft, is hij ontzet. Daarop besluit de kosteres het kind te vermoorden. Ze vertelt Jenúfa, dat het kind gestorven is toen zij ziek was en moedigt haar aan met Laca te trouwen.
Twee maanden later trouwen Laca en Jenúfa. Op het moment dat de kosteres haar huwelijkszegen wil geven, komt het bericht binnen dat er een kinderlijkje gevonden is. Als Jenůfa daarop van moord beschuldigd wordt, bekent de kosteres schuld. Aanvankelijk is Jenúfa ontsteld, maar op een gegeven moment begrijpt zij haar stiefmoeder. Jenůfa en Laca besluiten tenslotte uit vrije wil het leven met elkaar te delen.