Info
In 1993 speelde Opera Zuid de Nederlandse première van L’Étoile. Dik dertig jaar later komt de spitsvondige komedie van de relatief onbekende Emmanuel Chabrier terug op het Opera Zuid-toneel.
Koning Ouf I kijkt ieder jaar uit naar zijn zelfbedachte verjaardagscadeau: een willekeurige onderdaan laten executeren. Dit jaar valt de keuze op de brutale marskramer Lazuli. Maar, hofastroloog Siroco waarschuwt de koning: Oufs ster is nauw verbonden met die van Lazuli. Dus als híj́ sterft, sterft Ouf. Dat laat de majesteit natuurlijk niet gebeuren: Lazuli’s leven wordt koste wat kost beschermd. Hij wordt flink in de watten gelegd en mag uiteindelijk zelfs trouwen met de prinses!
Dit absurde gegeven vormt de basis van L’Étoile: een geestige, maatschappijkritische opera. Deze Opéra Bouffe laveert tussen luchtige komedie, zwarte humor en scherpe satire. Chabriers muziek is even verrassend als het plot: een speelse mix van sprankelende melodieën, impressionistische tinten en onderhuidse duisternis, waarin de invloed van Jacques Offenbach doorklinkt en zelfs vooruit wordt gewezen naar Kurt Weill. Met muzikale vondsten zoals een ‘kieteltrio’ en een ‘nies-aria’ weet Chabrier perfect de gekheid van macht en menselijke dwaasheid te vangen.
Is L’Étoile een sprookje? Een politieke parodie? Existentiële satire? Het is alles tegelijk. Het houdt ons in ieder geval een lachspiegel voor, waarin de willekeur van macht, de zotheid van het lot en de vergankelijkheid van het bestaan op scherpzinnige wijze worden blootgelegd.
Regisseur Matthew Eberhardt brengt dit unieke verhaal met veel enthousiasme tot leven. Hij roemt L’Étoile als ‘briljant muziektheater’. Met zijn veelzijdige ervaring in toneel, en muziektheater kijkt hij ernaar uit het publiek kennis te laten maken met de bizarre en soms pijnlijk herkenbare wereld van Chabriers eerste grote opera.
Orkest Philzuid verzorgt de muziek in L’Étoile onder leiding van de Franse dirigent Nicolas Krüger.
L’Étoile duurt ongeveer tweeëneenhalf uur inclusief pauze en wordt gezongen en gesproken in het Frans, met Nederlandse en Engelse boventiteling.
IN GESPREK MET REGISSEUR MATTHEW EBERHARDT
Regisseur Matthew Eberhardt kan niet wachten zich onder te dompelen in de gekke, innovatieve en soms pijnlijk herkenbare wereld van L’Étoile. Hij ziet de relatief onbekende Emmanuel Chabrier als een onconventionele componist die muziek maakte zoals hij het voelde; speels, immens creatief en vol verrassingen!
Waar gaat L’Étoile volgens jou over?
‘Ik vind L’Étoile allereerst een geweldig vermakelijk en ook heel toegankelijk stuk. Het toont een wereld waarin je in eerste instantie veel herkent, maar die gaandeweg steeds gekker en bizarder wordt. De reis die je als toeschouwer meemaakt is heel spannend, onvoorspelbaar, en grappig, zowel door het verhaal als de muziek.’
L’Étoile bevat kritiek op de machtsverdeling en sociaalmaatschappelijke situatie van het negentiende-eeuwse Frankrijk. Zullen wij daar iets in herkennen?
‘De wereld van L’Étoile is voor ons goed te begrijpen. Het publiek zal ongetwijfeld bepaalde dingen herkennen. Een lichtelijk gek geworden bestuur bijvoorbeeld en de sterke hiërarchie in de maatschappij. Ik denk ook dat het publiek – helaas eigenlijk – bepaalde mensen uit onze tijd in de karakters terugziet. Daar hoef ik helemaal niet expliciet aan te refereren. En daarnaast gaat L’Étoile over hoe mensen omgaan met begrippen als de tijd, de dood en vergankelijkheid. Of je nu een koning of een wees bent, uiteindelijk zul je je eigen weg daarin moeten vinden. Dat is natuurlijk herkenbaar voor iedereen.’
De componist, Emmanuel Chabrier, is niet zo’n bekende naam voor ons. Hoe klinkt zijn muziek?
‘Zijn werk herinnert aan veel componisten en stijlen, zoals Offenbach, Debussy, Ravel en Weill. Maar Chabrier heeft absoluut zijn eigen frisse en onconventionele benadering. Hij is niet bang om een stijl los te laten en creëert daarmee een eigen, unieke muziekstijl, die vol verrassingen zit. Zijn koorstukken bijvoorbeeld zijn heel actiegericht. Ze reageren onmiddellijk op wat er op dat moment in de scène gebeurt. Tegelijkertijd is zijn muziek bijzonder verfijnd en fragiel. Opera kan soms een storm aan geluid zijn, Chabriers werk is kwetsbaarder, er zit een lichtheid in op een heel spannende manier.’
Kun je een voorbeeld geven van die verrassingen in de muziek?
‘Chabrier kreeg al van jongs af aan muzieklessen en zat graag achter de piano. Maar hij werkte als advocaat. Naast zijn baan bij het ministerie van Binnenlandse Zaken componeerde hij. Hoewel hij dus veel met wetten en regeltjes werkte, durfde hij het in zijn muziek aan om op een heel creatieve manier zijn verhaal te vertellen, zonder zich al te veel aan te trekken van stijlen en conventies. Er zit in L’Étoile bijvoorbeeld een kusjeskwartet, een kieteltrio en een nies-aria…! Hoe kom je erop?’
Hoe kwam jij eigenlijk in de opera terecht?
‘Ik vond het als kind al heerlijk om naar muziek te luisteren en me voor te stellen welke verhalen werden verteld en hoe die eruit zouden zien. Ik ben begonnen als toneelregisseur, maar werkte al snel aan musicals en daarna aan opera. Ik vind opera zo’n mooie kunstvorm omdat iedereen samenwerkt. Hoe alle kunstdisciplines samenkomen en de vele manieren waarop je de inhoud kunt overbrengen in opera, dat vind ik eindeloos fascinerend!’