Die Dreigroschenoper gaat door!
Auteur Archief:Fanny Bartels
-
Die Dreigroschenoper gaat door!
Reacties uitgeschakeld voor Die Dreigroschenoper gaat door!Met de openingsproductie van seizoen 2025/2026 – Die Dreigroschenoper
(Kurt Weill & Bertold Brecht) – gaat Opera Zuid een unieke samenwerking aan met een aantal podiumkunstenorganisaties uit Zuid-Nederland. Theater aan het Vrijthof, Opera Zuid, Toneelgroep Maastricht, Philzuid en PLT Theaters slaan de handen ineen voor de ontwikkeling van dit zinderende muziektheaterwerk, waarin zowel sociaal-artistieke doelstellingen als een nieuwe interpretatie van Brechts en Weills werk centraal staan.Opera Zuid ontvangt als BIS-instelling voor de Cultuurnota-periode 2025-2028 minder subsidie van de Rijksoverheid dan door de Raad voor Cultuur geadviseerd is en zal daarom ook de komende vier jaar vanuit de BIS een te beperkte subsidie-basis kennen. Die Dreigroschenoper wordt daarom mede mogelijk gemaakt door samenwerking met de partners en door aanvullende financiering van decentrale overheden, sponsoren en private fondsen: de Provincies Limburg en Noord-Brabant, Gemeente Maastricht, André en Marjorie Rieu, het VSB Fonds, Cultuurfonds, de Gubbels-Huijnen Foundation en Stichting Kanunnik Salden/Nieuwenhof. De aanvullende financiering is voor het grootste deel rond. In afwachting van de definitieve afronding van de fondsenwerfcampagne staat de Stichting Vrienden Philzuid middels een overbruggingskrediet garant voor doorgang van Die Dreigroschenoper.
Op dinsdag 29 april gaat de vervroegde kaartverkoop voor de voorstellingen in Theater aan het Vrijthof, Parktheater Eindhoven en PLT Theaters van start.
-
Overal ja op zeggen en het onmogelijke mogelijk maken
Laat een reactie achterVoor decor- en lichtontwerper Bretta Gerecke en kostuumontwerper Marrit van der Burgt is theater maken schat zoeken; je weet nooit waar je uitkomt en wat je onderweg vindt. Er zijn bovendien een hoop routes die leiden naar die schat. Een voorwaarde is wel om ja te zeggen en daarmee alle opties open te houden. Een gesprek over Le Villi & Silenzio en de rol van hun ontwerpen in deze opera.
Waar halen jullie inspiratie uit voor jullie ontwerpen?
Marrit: ‘Zodra ik een libretto of script lees, komen er meteen beelden en kleuren in mijn hoofd op. Vervolgens grijp ik naar boeken, foto’s, films en denk ik terug aan de vele reizen die ik heb gemaakt. Ik dacht bij Le Villi aan oude, Japanse dorpen, waar mannen en vrouwen bijna hetzelfde gekleed gaan in natuurlijk stoffen zoals linnen en katoen. Die Japanse manier van kleden, waarbij stoffen om het lijf worden gedrapeerd, werkt goed in dit concept. De dansers en zangers maken eigenlijk mijn kostuums: zij zorgen met hun bewegingen voor de silhouetten, ik lever alleen het materiaal.’
Bretta: ‘Omdat Le Villi zich grotendeels afspeelt in een bos, was mijn startpunt de natuur. Ik ben gaan kijken naar bomen en naar installatiekunst, beeldhouwwerken en landschapskunst. Daarbij speelden Dreya’s wensen op het gebied van choreografie en aerialkunst een belangrijke rol. Die elastische, transparante materialen, die nodig zijn om goed te kunnen bewegen op de grond en in de lucht, waren de basis. Uiteindelijk kwam daar dit transformerende woud uit voort.’Hoe vertaal je de thematiek van Silenzio en Le Villi naar een visuele wereld, Bretta?
Bretta: ‘Het toneel is eigenlijk een gesloten cirkel van stof, met bomen in het midden. Daarbij zijn er doeken die in en uit het toneel vliegen en die het decor telkens een nieuwe vorm geven. In Silenzio gebruiken we diezelfde doeken om Anna’s gevoelswereld weer te geven, waarbij ze zich soms verbergt en soms laat zien. Zo kunnen we met een paar flexibele elementen onderscheid maken tussen Silenzio en Le Villi, maar zeker ook het lineaire verband tussen beide stukken weergeven.’Marrit, wat is het basisidee achter jouw kostuumontwerpen?
Marrit: ‘De Villi zijn dood en begraven, maar leven door in de bomen; hun kleding is dus tijdloos, maar vervallen. De mate van verval hangt samen met hoe lang ze al tot de Villi behoren. Tegelijkertijd willen we duidelijk maken welke familieleden (dood en levend) bij elkaar horen; dat doen we met verschillende kleuraccenten in de kleren. Daarnaast is er een onderscheid tussen de natuurlijke wereld van de Villi en de donkere, hectische stad, waar Roberto zijn erfenis moet gaan ophalen. Voor de stadse kostuums heb ik – in tegenstelling tot de vloeiende stoffen van de natuurkostuums – heel sterke silhouetten gemaakt, die passen bij het beeld dat Bretta in die scènes creëert.’
Bretta: ‘De stad is inderdaad echt het tegenovergestelde van de natuur, met bijna geometrische vormen. Met de neergelaten doeken en met licht en kleur zetten we een totaal andere wereld neer.’Hoe verloopt de samenwerking met alle betrokkenen?
Bretta: ‘Theater maken is echt een levend proces en iedere productie is uniek. Verander één onderdeel, één zanger of danser, en alles is anders. Wij zijn één organisme dat dít alleen op dít moment kan creëren. Het is een beetje als schat zoeken. Je kunt allerlei routes nemen en je weet nooit wie wat meebrengt, waar je mee verder kunt en waarmee je eindigt.’
Marrit: ‘Ik vind het fijn dat er ruimte is voor improvisatie. Zo bedachten we net dat iemand toch de lucht in moet, ondersteboven, al zou dat dan wel lastig worden. Waarop Dreya zei: ‘als iets moeilijk is, kan dat juist heel interessant zijn om naar te kijken.’ Ik hou van die instelling, zó maak je de mooiste dingen!’
Bretta: ‘Dat is wat we Yes and noemen: Ja, en… Geen nee of ja, maar.’
Marrit: ‘Nee is geen optie, dan kun je geen theater maken.’
Bretta: ‘Precies. Je moet alle mogelijkheden bekijken. Je moet op die reis gaan om te komen waar je uitkomt. Er is maar één ding dat je zeker weet: uiteindelijk gaat het gordijn omhoog en geen ontwerper heeft ooit het gevoel dat het af is.’
Marrit lachend: ‘En toch is het af op de première, gewoon omdat het moet.’Interview: Kyra Bertram
-
Anna ontrafeld
Laat een reactie achterComponist Karmit Fadael geeft het publiek met Silenzio een blik in de binnenwereld van Anna – het hoofdpersonage in Le Villi. Sopraan Sílvia Sequeira geeft haar een stem. Hoe komt een dergelijk nieuw werk tot stand, hoe breng je het over op de toehoorder en in hoeverre is dat een samenwerking tussen componist en zanger? Met een welverdiend drankje op het terras na een lange dag repeteren, gaan we met de vrouwen in gesprek.
Karmit, waar ben je het meest door geïnspireerd bij het componeren van Silenzio?
Karmit: ‘Het verhaal van Le Villi was mijn beginpunt. Ik was benieuwd naar hoe ik het personage van Anna iets meer diepgang kon geven. In Le Villi overkomen de dingen haar, ik wil het publiek graag laten zien wat er – volgens mij – in haar hoofd om gaat. Ik ben samen met Rick van Veldhuizen begonnen met de tekst. Daarna ben ik gaan improviseren op de piano, de viool en met mijn stem. Zo ontwikkelde ik langzaam de klanken die Anna’s binnenwereld weergeven. Dat zijn vaak gedachten in melodieën gegoten; magisch, dromerig, angstig; heel emotioneel in ieder geval.’Hoe zou je jouw stijl in Silenzio willen typeren?
Karmit: ‘Mijn stijl is – anders dan die van de Romantische Puccini – eerder barok-hedendaags. Verder heb ik me in dit werk vooral laten leiden door het personage dat zichzelf kwijt is geraakt, waardoor haar gemoedstoestand niet kalm is, maar gefragmenteerd en intens.’Hoe is dat voor jou om te zingen, Sílvia?
Sílvia: ‘Karmits muziek, met alle verschillende kleuren en emoties, zing ik met een smallere stem. Mijn geluid moet vanuit één lijn komen, waar ik bij Puccini alleen mijn mond en mijn lichaam hoef te openen en het geluid overal kan klinken. In Silenzio gebruik ik daarom een stemtechniek die vooral in de barok gebruikt wordt en in Le Villi klinkt mijn weelderige, Romantische stem. Silenzio zing ik bovendien meer met mijn hoofd, om Anna’s gedachten over te brengen. Ik kan me daarin minder permitteren en moet preciezer zijn. Terwijl Puccini’s muziek puur gevoel is en recht uit het hart komt: in zijn muziek kan ik, als ik het zo voel, lijnen of noten meer uitrekken.’Karmit, had je Sílvia al in gedachten bij het schrijven van Silenzio?
Karmit: ‘Absoluut. Ik heb talloze opnames van Sílvia geluisterd en met haar gesproken.’
Sílvia: ‘Het was heel fijn dat Karmit me vroeg wat mijn stemomvang is, wat het meest comfortabel is voor mijn stem, wat mijn kracht is. Het voelt echt als een samenwerking.’
Karmit: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is om samen te ontdekken wat het beste werkt.’
Sílvia: ‘Fantastisch dat Karmit iets meteen aanpaste toen ik zei dat dat niet zo goed zou werken voor mijn stem. Ik ben heel blij met deze partituur. En het is heerlijk om een levende componist gewoon te kunnen vragen hoe hij of zij iets wil. Dat maakt het makkelijker om het personage van Anna te construeren en te ontrafelen.’
Karmit: ‘Als componist schrijf je enkel noten op papier. Dan voelt het bijna alsof je stuk opnieuw wordt gecomponeerd door de interpretatie van de uitvoerder. Ik hou er erg van om samen te werken met de zanger of instrumentalist(en), en om het zo te schrijven dat hij/zij zich er goed bij voelt. Het is altijd mooi om te zien wat deze persoon met het werk doet.’Heeft het zingen van Silenzio invloed op hoe je Le Villi interpreteert?
Sílvia: ‘Zeker. Doordat we Silenzio als eerste uitvoeren, moet ik Le Villi op sommige vlakken anders insteken dan wanneer we alleen Le Villi zouden doen. Ik wil ervoor zorgen dat de stukken goed op elkaar aansluiten en bij elkaar passen.’Je hebt al veel opera’s van Puccini gezongen, hoe is het om zijn allereerste opera uit te voeren?
Sílvia: ‘Puccini is een van mijn favoriete componisten! En Le Villi is prachtig. Je merkt alleen aan kleine dingen dat hij nog wat onervaren was, vooral in het schrijven voor zangers. Hij experimenteert en leert, zoals ieder ander aan het begin. Juist daardoor kan ik hem eindelijk ook als mens zien, niet alleen als genie. Dat doet niks af aan de schoonheid van dit stuk, ik geniet er enorm van om Puccini te zingen. En Silenzio trouwens ook!’Interview: Kyra Bertram
-
Hoop, vergeving en wedergeboorte
Laat een reactie achterVanaf het eerste moment dat muzikaal leider Karel Deseure en regisseur, choreograaf en aerialist Dreya Weber elkaar zien, zijn ze verwikkeld in een intens gesprek over Silenzio, Le Villi en theater in het algemeen. Ze zitten op één lijn als het gaat om de kern van deze opera; hoop, de mogelijkheid tot vergeving en wedergeboorte, verbeeld tegen de achtergrond van een theatraal, levend bos vol Villi.
Hoe is het om het gloednieuwe werk Silenzio van Karmit Fadael te dirigeren?
Karel: ‘Ik vind het heel spannend en een grote verantwoordelijkheid. Ik ben de eerste dirigent die het stuk interpreteert, die de muziek mag ontdekken. Ik hoop dat ik het werk kan laten klinken zoals Karmit het in haar hoofd had.’Wat is het verband tussen Silenzio en Le Villi, de eerste opera van Giacomo Puccini?
Dreya: ‘Le Villi begint midden in het verhaal; bij de viering van Roberto en Anna’s verloving. We zien dat Anna’s moeder daar niet bij is. Er is sowieso al veel gebeurd voordat we überhaupt zijn begonnen. Silenzio geeft ons de kans om Anna’s innerlijke wereld te leren kennen en te begrijpen.’
Karel: ‘Er is weinig aandacht voor de gedachten en vragen van Anna in Puccini’s werk. Dat wij nu juist dáármee openen in Silenzio, vind ik erg interessant. In Le Villi ligt de focus meer op Roberto, degene die het leed heeft veroorzaakt en zijn pijn daarover. Anna’s verdriet zien we nauwelijks. Alleen aan het einde zingt ze hoezeer ze in stilte heeft geleden, zo erg dat ze stierf van ellende. Muzikaal is dat heel mooi weergegeven: Roberto en Anna zingen unisono in een laag register [dezelfde melodie op vrij lage tonen]. Hun stemmen klinken hierdoor minder krachtig dan wanneer ze hoger zingen. Maar juist die breekbaarheid geeft zo veel pijn weer; zowel bij de ‘verrader’, als bij degene die verraden is. Prachtig.’Hoe ziet jouw regie eruit, Dreya?
Dreya: ‘De Villi zijn in mijn regie geesten van mensen die stierven aan een gebroken hart, hun zielen zijn herboren als de bomen van het bos. Die cyclus van leven en dood is een belangrijk onderdeel in dit werk. Het woud van Villi is getuige van het ontvouwende verhaal en reageert daar ook op. Zo is het de woestheid van het bos waardoor Roberto niet meer kan ademen, hij voelt zich verstikt. Maar zijn het de Villi die dit veroorzaken of is het zijn eigen schuldgevoel wat hem de adem beneemt?’Hoe verwerk je aerialkunst in deze opera?
Dreya: ‘Een theaterdocent zei ooit: ‘Soms móéten karakters wel zingen, want een andere manier om hun emoties te uiten is er niet.’ Karel valt Dreya uit enthousiasme in de rede: ‘Dat is precies hoe ik over opera denk! Alsof de woorden enkel uitspreken niet voldoende is; het moet gezongen worden.’ Dreya [lachend]: ‘Exact. En zo voel ik het ook als het gaat om in de lucht zijn. Soms overstijgt het drama de aarde. Sommige momenten zijn te groot(s) voor de grond, dan is er alleen nog de lucht.’Hoe denken jullie over Puccini’s muziek?
Karel: ‘Puccini is een genie. Men noemt Le Villi een jeugdwerk, maar alles wat zijn latere muziek karakteriseert zit hier al in! Hij heeft het waanzinnige talent om immens meeslepende melodieën te schrijven. Puccini kan als geen ander menselijke emoties laten klinken. Bij de aria van Guglielmo, Anna’s vader, heeft hij straziante geschreven; dat betekent dat het hartverscheurend gespeeld moet worden. Die aanwijzing ben ik bij geen enkele componist ooit eerder tegengekomen in een partituur. En zo klinkt het ook echt; de cello’s, die Guglielmo’s innerlijke onrust weergeven, spelen over een aanhoudende lage noot, die als het ware vast blijft liggen, zoals hij vastzit in zijn verdriet.’
Dreya: ‘De grootte van de emoties die Puccini kan overbrengen… Ik heb continu kippenvel bij het horen van zijn muziek. Hij weet precies hoe menselijkheid moeten klinken.’Karel: ‘Dat is denk ik het belangrijkste doel van theater: ruimte geven aan menselijke emoties, empathie kunnen voelen voor personages – zélfs als je het niet eens bent met zijn of haar daden, maar dan toch kunnen begrijpen waar die vandaan komen.’
Dreya: ‘Daarom vind ik het zo belangrijk dat dit werk hoop biedt. We maken allemaal fouten in het leven – net zoals Roberto. Maar de mogelijkheid tot jezelf opnieuw uitvinden, tot vergeving, ís er gewoon.’Interview: Kyra Bertram
-
Opera van het jaar award voor Blauwbaards Burcht
Reacties uitgeschakeld voor Opera van het jaar award voor Blauwbaards BurchtBo van der Meulen van Place de l’Opera reikte de Opera van het Jaar 2024-award uit aan Opera Zuid voor Blauwbaards Burcht. Intendant Waut Koeken en Philzuid-bestuurder Mette Laugs namen de prijs in ontvangst. Onder het genot van champagne en taart vierden we deze mooie overwinning. Heel veel dank! – ‘Köszönöm’ (Blauwbaard uit Blauwbaards Burcht)
-
Een veelkleurig orkest verklankt een intiem relatiedrama
Laat een reactie achterZe hebben elkaar nét ontmoet en gaan – als Blauwbaard en Judith – meteen de diepte in voor de repetities van Blauwbaards Burcht. Daarom maken topsolisten Deirdre Angenent en Thomas Oliemans na het repeteren tijd vrij voor een gesprek om elkaar ook persoonlijk een beetje beter te leren kennen. Wat vinden ze van Bartóks muziek, hoe bereiden ze zich voor en wie is dat mysterieuze derde personage?
Thomas: ‘Deirdre, jij hebt Judith al vaker gezongen en kent haar inmiddels door en door. Wat maakt de rol nog steeds interessant om te zingen?’
Deirdre: ‘De muziek! Die gaat recht je ziel in. Het interessante is dat ik – sinds ik deze rol ongeveer elf jaar geleden voor het eerst zong – telkens nieuwe inzichten krijg. Door alle dingen die ik meemaak, is ‘mijn’ Judith in iedere fase van mijn leven een beetje anders. Dat geldt ook voor het stem-technische deel. Ik kan steeds weer op zoek gaan naar andere nuances, omdat mijn stem dat nu kan. In die zin blijft deze opera voor mij een ontdekking.’
Deirdre: ‘Voor jou is het je roldebuut, Thomas, hoe heb jij je voorbereid?
Thomas: ‘Heel langzaam en rustig! De Hongaarse taal alleen al is heel moeilijk; ik kan geen enkel woord herleiden vanuit een andere taal. Daarbij is de figuur Blauwbaard bijzonder complex. En dan is er de klankwereld van Bartók, zijn muzikale taal, die volkomen uniek is. Er is maar één stuk zoals dit.’
Deirdre: ‘Ja, de orkestratie heeft zoveel verschillende klankkleuren.’
Thomas: ‘Precies! Er zit een orkest van vijfennegentig man achter ons, maar het klinkt niet als één grote massa; er zitten ontzettend veel lagen en een enorme veelkleurigheid in de muziek.’
Deirdre: ‘Misschien kun je het orkest wel zien als het derde personage in dit verhaal.’
Thomas: ‘De musici verklanken de rijkdom van het spanningsveld tussen ons tweeën. Dat vind ik ook zo mooi aan dit werk; Bartók heeft Blauwbaards Burcht zodanig gecomponeerd dat de boog het hele uur hooggespannen blijft. Zodra die muziek-motor aan gaat, word je erin meegenomen.’
Deirdre: ‘Dit stuk zit zo goed in elkaar, je móét wel mee in de gevoelswereld van Judith en Blauwbaard.’
Thomas: ‘Ik raak het besef van tijd en ruimte vaak een beetje kwijt. Het is een hele hermetische, onontkoombare wereld.’
Deirdre: [lachend] ‘Net als Blauwbaards burcht.’Thomas: ‘Waar kijk jij het meest naar uit bij het repeteren en spelen van Blauwbaards Burcht?’
Deirdre: ‘Ik vind het repetitie-proces altijd het meest interessant. Om deze productie samen te maken en de rollen te ontdekken. En dan is het natuurlijk gaaf om het voor publiek te brengen; wat vinden zij van wat wij gemaakt hebben en wat doet het met hén? En jij?’
Thomas: ‘Ik ben heel nieuwsgierig naar hoe het publiek betrokken raakt bij de intimiteit van dit verhaal. Dat is bijna onvermijdelijk door de genialiteit van het stuk. Maar ook omdat het op verschillende niveaus aansprekend is.De manier waarop je het ervaart, hangt af van je levensfase en hoe je in het leven staat. Het kan gezien worden als het ultieme break-up verhaal, maar het gaat ook over eenzaamheid en tederheid.’
Deirdre: ‘Er zit voor iedereen wel iets herkenbaars in.’
Thomas: ‘Absoluut. Blauwbaards Burcht is feitelijk een sprookje, dus we kunnen doen alsof het niet over ons gaat. Maar iedereen herkent waarschijnlijk wel hoe onmogelijk (sommige) relaties kunnen zijn. Natuurlijk zijn er uitvergrotingen – wapens en bloed -, maar het gaat veel meer over twee gewone mensen.’
Deirdre: ‘Ja, het gegeven van ‘open je nou eens naar mij toe’, dat herken ik wel – en ik denk heel veel mensen mét mij. Maar de vraag is natuurlijk: hoeveel moet je van elkaar wíllen weten…?’Interview: Kyra Bertram
-
Diepe menselijkheid en theatrale dramatiek gaan hand in hand in Blauwbaards Burcht
Laat een reactie achterRegisseur Kenza Koutchoukali en scenograaf, kostuum- en lichtontwerper Yannick Verweij werken al maanden samen aan Blauwbaards Burcht van Béla Bartók. En ze zijn ze nog lang niet uitgesproken over de opera, hun inspiratie, ambitie en de menselijkheid van het werk.
Yannick: ‘Waarin zit voor jou de uitdaging om Blauwbaards Burcht opnieuw te regisseren?’
Kenza: ‘Ik vind het een uitdaging om de intimiteit en de menselijkheid van de relatie tussen Blauwbaard en Judith te laten zien. Ik wil dat het publiek in het theater het gevoel heeft onderdeel te zijn van de situatie, er misschien zelfs té dicht bovenop te zitten.’
Yannick: ‘Daarom hebben we het decor – de huiselijke woonkamer – ook zover naar voren op het voortoneel geplaatst.’
Kenza: ‘Precies. Tegelijkertijd kun je de situatie als bezoeker overzien, in tegenstelling tot Judith en Blauwbaard die er middenin zitten. We vergroten bepaalde onderdelen van de handeling letterlijk uit, zodat we met theatrale dramatiek kunnen laten zien hoe het tussen Blauwbaard en Judith gaat en voelt.’
Yannick: ‘Met een soort spinnenwebconstructie laten we uitvergrote objecten in het decor zakken; zo zoomen we in op wat er tussen Blauwbaard en Judith gebeurt. Ze raken verstrikt in hun patronen, in hun relatie.’Kenza: ‘Ik vind dat toneelbeeld er heel mooi uitzien. Hoe heb jij de personages vorm willen geven met jouw scenografie?’
Yannick: ‘In onze eerste gesprekken hadden we het al over de schilderijen van Edward Hopper. De sfeer in zijn werk voelt abstract, maar is ook heel concreet. Je zit er met je neus bovenop en toch voelt het op een bepaalde manier stil en desolaat. Dat gevoel wilde ik graag visueel verwerken in het toneelbeeld. Ik heb me bewust, maar ook onbewust laten inspireren door deze schilderijen. Ik realiseerde me pas veel later dat ook het kleurenpalet dat ik koos vergelijkbaar is met Hoppers werk. Blauwbaard gaat gekleed in chique, koele kleuren – zoals navy – die prettig mengen met het groen van zijn burcht, waar hij zich comfortabel voelt. Terwijl Judith met haar warme
herfstkleuren nooit zal kunnen aarden in zijn omgeving, omdat ze altijd afsteekt tegen de groene achtergrond.’Yannick: ‘Welk aspect van Blauwbaards Burcht vind jij het meest complex om weer te geven?’
Kenza: ‘Ik vind het grijze gebied van personages altijd het meest interessant. Dit gebied staat ook open voor interpretatie. Ik neem natuurlijk mijn eigen ideeën over Blauwbaard en Judith mee. Maar hoe zien Thomas en Deidre die? Zij moeten de rollen gaan vertolken. Ik heb duidelijke ideeën over het onvermogen van Blauwbaard dat zich uit in dominantie en ik ben – als vrouw – geneigd om voor de vrouw te gaan staan. Maar aan de andere kant: dat onvermogen zit ook in Judith. Zij wil hem per se openbreken, om de relatie te laten slagen. Is het goed dat ze dat zo probeert of is het egocentrisch? Ze zijn daarin voor mij beiden even complex.’
Yannick: ‘De wisselwerking tussen beide karakters vind ik interessant en complex tegelijk. Bepaalde kwaliteiten in zowel Blauwbaard als Judith zorgen voor de machtsdynamiek tussen hen twee. Ze worstelen, botsen, proberen elkaar te vinden; dat menselijke samenspel maakt de opera heel spannend.’Kenza: ‘De relatie tussen Blauwbaard en Judith is inderdaad ongelooflijk menselijk. Hoe kijk jij naar deze relatie vanuit jouw eigen ervaringen?’
Yannick: ‘Wat mij persoonlijk raakt is telkens die poging om elkaar te vinden. Ik herken het willen ontdekken op welk punt je verbinding kunt maken met elkaar, dat je erachter wil komen wie je bent mét de ander, dat je elkaar wil begrijpen. En ik snap de pijn als dat niet lukt. En jij?’
Kenza: ‘Ik herken de patronen waar je samen in kunt zitten. Dat kan comfortabel voelen, maar je kunt ook vastzitten in een patroon dat ten koste gaat van jezelf en de ander. Het is precies die menselijkheid van intieme relaties waarvan ik hoop dat het publiek erin wordt meegezogen; enerzijds uit herkenbaarheid, anderzijds door de theatrale dramatiek.’Interview: Kyra Bertram
-
Unieke muziek in een zinderende orkestratie
Laat een reactie achterDonker en mysterieus, krachtig en intrigerend. Zo omschrijft muzikaal leider Duncan Ward Blauwbaards Burcht van Béla Bartók. Het werk stond hoog op het wensenlijstje van de internationaal vermaard dirigent. Hij vertelt bijzonder bevlogen over Bartók en wat zijn muziek zo uniek, indrukwekkend en menselijk tegelijk maakt.
Het was een langgekoesterde wens om Blauwbaards Burcht te dirigeren. Waarom?
‘Al sinds mijn tienerjaren hou ik van Bartóks muziek. Blauwbaards Burcht is een van de meest opwindende, intense, spannende opera’s die ik ooit ben tegengekomen en dat in één uur. Bartók componeert passionele, stuwende ritmes en impressionistische harmonieën die onmiddellijk een beeld oproepen. Luister naar de eerste drie noten van de opera en je weet: hier is iets niet pluis; het is donker, verontrustend, mysterieus. Hoe krachtig is dat, om met drie noten een hele gevoelswereld op te roepen?’
Hoe zou je Bartóks muziek willen typeren?
‘Zijn muziek is stevig geworteld in zijn studie van de Hongaarse volksmuziek; de dansritmes, melodieën met dissonante klanken en de taal zelf beïnvloeden de muziek door middel van flexibele, natuurlijke ‘spraakritmes’. Waarschijnlijk is zijn muziek daarom zo menselijk en eerlijk. Er is niks kunstmatigs of academisch aan Bartóks werk, het is heel direct. Ik denk dat iedereen – jong en oud, uit alle lagen van de bevolking – gepakt wordt door de emotionele kracht van deze muziek.’
Wat is jouw grootste uitdaging in het uitvoeren van deze opera?
‘Blauwbaards Burcht is ontzettend slim gecomponeerd. Als we het goed uitvoeren, is het een fantastisch emotionele reis waarin de luisteraar wordt meegezogen. De echt grote uitdaging – vooral met het orkest óp het podium – is om het geluid in balans te houden. Het kleurenpalet is buitengewoon; Bartók creëert veellagige geluidswerelden bij het openen van iedere deur, van zacht tot heel luid. Bovendien heeft hij zeer specifiek uitgeschreven hoe snel iets gespeeld moet worden. Ik moet daarom heel secuur zijn in de tempowisselingen, die – net als de psychologische relatie tussen Blauwbaard en Judith – voortdurend subtiel verschuiven.’
Zijn er bepaalde muzikale delen waarvan je hoopt dat het publiek ze extra aandachtig beluistert?
‘O, zo veel! Bijvoorbeeld het bloedmotief; een kleine secunde [een halve toon tussen twee noten, het kleinste interval in de westerse muziek]. Deze dissonante klank horen we telkens wanneer Judith bloed ziet sijpelen. Daarnaast is het hele werk uniek – en ook een beetje vreemd – georkestreerd. Zo horen we als de deur van martelkamer één opent schelle houtblazers, xylofoons en violen die snelle tremolo ‘sul ponticello’ [op de kam van het instrument] spelen. Dat is echt een soort martelgeluid. Deur drie, waar de schatkamer achter schuilgaat, opent met een prachtig, zacht D akkoord door aanhoudende trompetten en fluiten en een wervelende celesta. Niet bepaald instrumenten die je zou verwachten, maar het zijn net glinsterende juwelen. En dan deur vijf, waarachter Blauwbaards koninkrijk zit. Daar speelt het hele orkest voluit (tutti!); er verschijnen zelfs extra trompetten en trombones speciaal voor dat moment. Allemaal even indrukwekkend.’
Je noemde de muziek eerder al heel menselijk. Herken je zaken in deze opera vanuit je eigen relaties?
‘Zeker. Ik denk dat we allemaal dingen hebben waar we niet makkelijk open over zijn. Ik herken ook wel dat sommige relaties, niet eens per se liefdesrelaties, soms gewoon niet werken omdat de energieën, ideeën of ambities niet bij elkaar passen. Dat kan natuurlijk pijnlijk zijn, maar op een bepaalde manier is zo’n ervaring ook verrijkend en geeft het je inzichten in jezelf en je relatie tot anderen. Je groeit ervan als mens. De muziek geeft daar continu commentaar op en vloeit mee met die stemmingen. En soms, als Blauwbaard en Judith niet meer weten hoe ze met elkaar moeten praten, doet de muziek dat voor hen.’
Bijzonder hoe muziek soms meer kan zeggen dan woorden, nietwaar?
‘Daarom maken we muziek! Omdat woorden niet alles kunnen uitdrukken. En daarom hou ik er zo van. Muziek kan je gevoel op een diepere laag beïnvloeden. Zeker Bartóks muziek kan dat.’
Interview: Kyra Bertram
-
Wereld Opera Dag bij Opera Zuid
Reacties uitgeschakeld voor Wereld Opera Dag bij Opera ZuidOpera Zuid viert Wereld Opera Dag op 25 oktober. Kom om 15:00 uur in Studio Malpertuis genieten van een optreden van Buurt Opera Malpertuis, samen met The Diamond Baritones – bekend van hun optreden in Holland’s Got Talent waarmee ze de ‘Golden Buzzer’ verdienden!
25 oktober is óók de Dag van de vlaai, Bakkerij Peter Lemmens trakteert ons deze dag op een lekker stökske vlaoj begeleid door prachtige zang van sopraan Bibi Ortjens.
vrijdag 25 oktober, 15:00 uur
Studio Malpertuis, Malpertuisplein 60 Maastricht
Gratis toegangDe Nieuwe Ster was er op 25 oktober bij en maakte een mooie reportage van Wereld Opera Dag op de markt. Ook TV Maastricht kwam langs bij Opera Zuid in Malpertuis en publiceerde een hartverwarmend verslag van deze feestelijke dag.
-
Blauwbaards Burcht x Scenes from a Marriage in Natlab
Laat een reactie achterNatlab Eindhoven
Op zondag 3 november vertoont Natlab in Eindhoven – in samenwerking met Opera Zuid – de volledige zesdelige serie Scenes from a Marriage van Ingmar Bergman. Deze iconische miniserie vormde de perfecte inspiratiebron voor het regieconcept van Kenza Koutchoukali bij het creëren van Blauwbaards Burcht. Het Hongaarse libretto vol symboliek zet zij neer als een modern relatiedrama in de stijl van Bergman.
Voorafgaand aan de vertoning van de serie zal er een korte introductie worden gegeven over de aanstaande Opera Zuid-productie van Blauwbaards Burcht en hoe regisseur Kenza Koutchoukali de inspiratie voor haar operaversie vond in Bergmans serie.
Locatie: Natlab, Eindhoven
Tijdschema 3 november 2024:
13:00 Start inleiding
13:10 Start deel I, II & III
15:40 Pauze + kopje soep
16:30 Start deel IV, V & VI
19:00 Einde> Alle info en tickets via natlab.nl