Die Dreigroschenoper is één grote uitdaging
Auteur Archief:Fanny Bartels
-
Die Dreigroschenoper is één grote uitdaging
Laat een reactie achterZe houden er allebei van zich ergens in vast te bijten en hebben dat ook al méér dan eens samen gedaan. Maar hoe maken muzikaal leider Enrico Delamboye en zangeres Maartje Rammeloo Die Dreigroschenoper helemaal van zichzelf? ‘Er zijn weinig conventies waar je je aan moet houden; dat is heel verfrissend, maar ook uitdagend.’ Een gesprek tussen twee partners in crime over multitasken, connectie voelen en iets geheel eigens maken.
Enrico, Die Dreigroschenoper is vanwege de combinatie van muziekstijlen moeilijk in een hokje te plaatsen. Hoe zou jij dit werk omschrijven?
Enrico: ‘Als een pastiche de plaisir! Het is inderdaad een mengelmoes; er zit klassiek in, Sprechgesang, show- en musical-elementen…Juist die uitwisseling van stijlen vind ik heerlijk. Ik hou van het samenbrengen van een breed scala aan stijlen in één werk. Die Dreigroschenoper laat veel mogelijkheden open voor interpretatie en er zijn weinig klassieke conventies waar je je aan moet houden. Dat is heel verfrissend. We moeten zelf uitvinden hoe we dit werk aanpakken en dat is bij ieder deel anders. Maar hoe eenvoudig en simpel Die Dreigroschenoper mag klinken, het stuk vergt ontzettend veel stijlkennis, concentratie en kunde. Niet in de laatste plaats omdat ik de zangers in deze productie in mijn rug heb.’
Maartje: ‘We zijn gewend dat het orkest onder het toneel in de orkestbak zit. In die opstelling hebben de spelers vaak rechtstreeks oogcontact met de dirigent. Omdat het orkest en de dirigent nu achter op het toneel staan, moeten we Enrico’s slag op de monitor volgen en een soort energetisch lijntje zien te creëren…Zo zie je maar weer wat voor een bizar multitask-vak opera is; we moeten onze tekst onthouden, handelingen uitvoeren, kleding en attributen managen, vocaal technisch bezig zijn en ook nog instinctief samenzijn met alle mensen om ons heen.’
Maartje, dit is ook jouw eerste Die Dreigroschenoper, hoe bevalt deze Weill je?
Maartje: ‘Ik merk dat deze opera en de rol van Polly Peachum veel meer van mijn hoofd vraagt dan ik gewend ben. Ik hou ervan om emotioneel helemaal in een rol te kruipen en in mijn gevoel te zingen en te spelen. [lachend] Dat is nu precies wat Brecht níet wil, dat je een connectie voelt met je personage! Het publiek moet namelijk ook niet te veel voelen, maar nadenken. Maar ik vind het helemaal te gek om me de rol vocaal eigen te maken. Om alle techniekjes die ik in mijn rugzak heb tot één organisch geheel te maken, dat past bij de stijl en het karakter van het werk.’
Enrico: ‘Mag ik vertellen wat je me schreef?’
Maartje: ‘Nou vooruit.’
Enrico: ‘Ze stuurde mij voor aanvang van de repetities een berichtje met een oefenopname: is dit ongeveer de richting? Ik zei: het is prachtig, maar soms nog veel te mooi.’
Maartje: ‘Terwijl ik dacht: dit is helemaal uit mijn comfortzone, maar ik zit op de goede weg, grof, met veel focus op de tekst – en niet zozeer op klankschoonheid!’
Enrico: ‘Klassiek geschoolde zangers zijn zó getraind in alles mooi afwerken, polijsten, de connectie voelen. Terwijl, in deze opera ben je naast je rol een reflectief element, dat de rauwheid moet laten zien en horen: goed-gecoördineerd ongepolijst zeg maar. Ik vind dat een leuke uitdaging! Hoe onmogelijker iets lijkt, hoe leuker ik het vind…Maar, Maartje, wij kunnen altijd eerlijk en open tegen elkaar zijn, toch; dus je vond het niet erg dat ik dat zei?’
Maartje: ‘Nee, zeker niet! We werken al zo lang samen, ik vind het fijn om dit te kunnen bespreken. Wel vind ik het nog best spannend dat in de hoofden van veel toeschouwers vastligt hoe Weill moet klinken. Daarom vraag ik me nog af: Hoe kan ik het karakter voor me winnen, hoe maak ik dit van mezelf?’
Enrico: ‘Die Dreigroschenoper klinkt in iedere productie echt anders. Ook wij zijn verplicht om – met groot respect voor het origineel – onze eigen versie te maken. Ik verlang geen Lotte Lenya-sound van jou of de andere zangers, dat zou niet kloppen.’
Maartje: ‘Gelukkig hou ik ervan om mijn tanden ergens in te zetten en mezelf uit te dagen!’
Met welke mindset moet het publiek aan de voorstelling van Die Dreigroschenoper beginnen?
Maartje: ‘Zo blanco mogelijk!’
Enrico: ‘Hersenen meenemen en je oren!’
Maartje: ‘En alles wat je weet van Weill en Brecht thuislaten.’
Enrico: ‘Je gaat een stuk zien over het duistere van de mensheid…’
Maartje: ‘Dit stuk mag echt wel even doorsudderen na afloop. Brecht zegt ook dat het publiek niet moet voelen, maar veranderd de deur uit moet gaan. Dus hoe onbevangener je erin gaat, hoe meer je deze voorstelling op je in kan laten werken.’Interview: Kyra Bertram
-
Confrontatie én amusement in Die Dreigroschenoper
Laat een reactie achterDramaturgie. Wat houdt het in, wat doen dramaturgen en welke rol spelen zij in Die Dreigroschenoper? Toneelgroep Maastricht-dramaturg Ludo Costongs en Opera Zuid-dramaturg Joep Hupperetz werken samen aan dit iconische werk van Bertolt Brecht en Kurt Weill. Dat leidt tot een bijzonder gesprek over hun vak, episch theater en scherpe maatschappijkritiek verpakt in lekkere jazzy muziek.
Wat houdt dramaturgie precies in en wat is jullie rol bij Die Dreigroschenoper?
Joep: ‘Een dramaturg doet onderzoek naar de achtergrond van het te spelen stuk. Daarna is de dramaturg eigenlijk een eerste toeschouwer.’
Ludo: ‘Exact, een dramaturg kijkt of de handeling klopt bij de tekst, of helder is wat we zien en of dat overeenkomt met wat de regisseur wil overbrengen. We checken of de gedachtegang die de acteur uitspeelt logisch en goed te begrijpen is voor het publiek. Daarnaast heb ik mij beziggehouden met het vertalen en inkorten van Die Dreigroschenoper.’
Joep: ‘In de oorspronkelijke Dreigroschenoper waren de rollen geschreven voor acteurs en slechts één klassieke zanger. Wij hebben dat omgedraaid: onze Die Dreigroschenoper wordt gespeeld door één acteur die ook kan zingen en verder operazangers. Daardoor kunnen wij álle muziekstukken uitvoeren, inclusief de delen die destijds werden geschrapt omdat de acteurs ze zangtechnisch niet aankonden. Onze versie heeft hierdoor dus méér (originele!) muziek dan de ‘standaard’ uitgevoerde Dreigroschenoper.’
Wat wilden Brecht en Weill overbrengen met Die Dreigroschenoper?
Ludo: ‘Brecht maakte een bewerking van The Beggar’s Opera van John Gay uit 1728. In zijn nieuwe versie zette hij het leven van bedelaars centraal. Daarmee wilde hij in 1928 aandacht vragen voor een belangrijk sociaal thema: de omgang van de samenleving met de slachtoffers van de industrialisatie en de Eerste Wereldoorlog. Brecht en Weill wilden dat het publiek kritisch keek naar de slechte kanten van het kapitalisme. De boodschap werd alleen niet door iedereen opgepikt zoals ze hadden gehoopt.’
Joep: ‘Inderdaad, Die Dreigroschenoper werd goed ontvangen, maar niet per se vanwege de maatschappijkritiek. De muziekstukken werden bijvoorbeeld heel populair als popsongs en jazzhits… Terwijl Brecht en Weill juist hadden gedacht dat de combinatie van heftige, kritische teksten – de Moritat van Mackie Messer is een aanklacht tegen onopgeloste moorden en misdaden! – met vrolijke, dansbare klanken, vervreemdend zou werken voor het publiek.’Wat is de bedoeling van die vervreemding?
Joep: ‘Mensen moeten afstand voelen tot wat er op het toneel gebeurt, ze mogen vooral niet meegesleept worden, zoals in de Romantische opera. Dat noemde Brecht episch theater. Hij vond opera een uitstekende vorm om episch theater te maken, want zodra iemand begint te zingen, staat dat per definitie vér van de realiteit. Niemand staat tenslotte in het dagelijks leven zingend te ruziën.’
Ludo: ‘Het vervreemdingseffect is een techniek om het publiek bewust te maken van het feit dat het naar theater kijkt, met als doel dat toeschouwers worden uitgedaagd te reflecteren op hun eigen situatie of wereld. Dat effect creëer je bijvoorbeeld door een plotselinge verandering van licht, of doordat de zangers zich rechtstreeks tot het publiek richten. Door die stijlbreuk – die vervreemding – komt het personage of de actie opeens in een ander daglicht te staan. Zo dwingen Brecht en Weill de mensen in de zaal om na te denken over de situatie.’
Joep: ‘In onze voorstelling versterkt de boventiteling dat effect. Zeker bij de gezongen nummers klinkt de muziek licht en ritmisch, maar voegt het lezen van de tekst in je eigen taal er een andere lading aan toe, een extra directheid. De boodschap komt hierdoor harder aan.’
Waarom nú een opvoering van Die Dreigroschenoper?
Ludo: ‘We hebben de laatste jaren het hyperkapitalistische denken alle ruimte gegeven. Daardoor groeit de onvrede in de samenleving. Die Dreigroschenoper laat op een eenvoudige, maar scherpe manier zien wat er gebeurt als je dat denken tot het uiterste doorvoert; dat het dan helemaal niet vreemd is dat er onrust ontstaat. Het stuk geeft geen oplossing, maar het zet wel aan tot nadenken. Brecht geloofde dat de samenleving maakbaar is: we hebben haar zelf gemaakt tot wat ze nu is, dus kunnen we haar ook weer bijsturen. Zie het, herken het… doe er iets aan!’
Joep: ‘En op welke klanken kun je dat beter doen dan op de jazzy, cabareteske muziek van Weill? Die tegenstelling, dat spanningsveld tussen confrontatie en amusement, dát is de crux van Die Dreigroschenoper: het wringt aan alle kanten.’Interview: Kyra Bertram
-
Speeldieren op het operatoneel
Laat een reactie achterAllebei komen ze uit de toneelwereld en allebei storten ze zich nu vol overgave in Die Dreigroschenoper. We spreken regisseur Servé Hermans en acteur en zanger Maarten Heijmans als de repetities nét zijn begonnen. Hoe bevalt het om aan een opera te werken? Hoe zien ze Macheath? En wat vinden ze van de muziek van dit iconische meesterwerk?
Voor jullie allebei is Die Dreigroschenoper jullie operadebuut. Hoe bevalt dat?
Servé: ‘De hoop en de wens is dat toneel en opera elkaar in deze productie versterken, dat ze meer worden dan de som der delen. Er zitten heel veel scènes met gesproken tekst in, dus dit is echt voor speeldieren. De zangers zijn allemaal supergetalenteerd daarin. Ze vinden het leuk het avontuur aan te gaan. Dat voel je.’
Maarten: ‘Eens! Ik ben blij dat ik deze iconische rol van Macheath mag spelen. Dit stuk bevindt zich op het snijvlak tussen toneel en opera, dus het voelt voor mij niet gehéél vreemd.’
Hoe bevalt de samenwerking tussen jullie tot nu toe?
Maarten: ‘Ik heb het idee dat we elkaar goed begrijpen, ook omdat we uit dezelfde (toneel)wereld komen. En ik voel dat we allebei het beste voor hebben met de voorstelling. Dus ik vind het erg fijn om onderdeel van Servés regie te zijn.’
Servé: ‘Ik vind Maarten heel inspirerend en één van de meest complete acteur-zangers die er bestaan. Hij is een gevaarlijke acteur, maar ook komisch en hij krijgt het allemaal rondgezongen… Dat maakt hem uniek en voor mij de meest ideale Mackie Messer.’ Maarten [zachtjes]: ‘Wat leuk om te horen.’
Waar zit dat gevaarlijke in?
Servé: ‘Hij heeft een grote mate van onvoorspelbaarheid en creativiteit in zijn spel. Maarten vliegt het soms op zo’n bijzondere manier aan dat het helemaal klopt, maar anders is dan verwacht. Maartje [Rammeloo, red.] heeft dat ook in haar spel. Zij kan heel grillig spelen. Dat vind ik ongelooflijk leuk in dit stuk.’
Hoe hebben jullie je voorbereid op deze opera?
Maarten: ‘Net als voor een toneelstuk heb ik me ingelezen en ik heb de film van Die Dreigroschenoper gekeken. Operazangers kennen hun zangpartijen al vóórdat de repetities beginnen. Bij toneel is dat niet zo. Wij beginnen op dag één van de repetities. Maar gelukkig studeer ik de muziek vrij snel in, ik moet alleen nog even wennen aan de Duitse tekst, dat is voor mij het grootste ding tot nu toe.’
Servé: ‘Naast talloze gesprekken met teamleden, maak ik eindeloos veel tekeningetjes. Zo heb ik helder hoe de mise-en-scènes in elkaar zitten, hoe het stuk beweegt, van begin tot eind. Dus ik bedenk de algemene structuur, en verder kijk ik goed naar het aanbod van de spelers. Het belangrijkste daarbij is dat onze regie afstand biedt, vanwege het Verfremdungseffekt; volgens Brecht mag het publiek zich in principe niet identificeren met de personages, opdat de boodschap duidelijker binnenkomt. Daarom probeer ik de tekst zo schoon en neutraal mogelijk aan het publiek te serveren zodat de mensen zelf – mochten ze dat wensen – de thematiek er heel eenvoudig uit kunnen vissen.’
Maarten, hoe wil je Macheath neerzetten?
Maarten: ‘Macheath is een keiharde moordenaar, een charmante crimineel, en soms ook een beetje sukkelig. Hij draait de bak in, ontsnapt, maar belandt weer in de gevangenis omdat hij zo nodig de bevestiging van een vrouw wil hebben. Die gelaagdheid maakt deze rol ook zo leuk om te spelen. Als dingen elkaar tegenspreken of schuren, wordt het voor mij alleen maar interessanter.’
Wat vinden jullie van Weills eclectische muziek?
Servé: ‘Heel tof! De teksten zijn scherp, brutaal, hard, afschuwelijk, maar in de muziek zit iets troostrijks en ronds. Die combinatie vind ik übervet.’
Maarten: ‘De muziek vind ik niet echt mooi, eerder een beetje engig…circusachtig en soms ook speels en grappig.’
Hoe hopen jullie dat het publiek na afloop het theater uitloopt?
Maarten: ‘Ik hoop dat ze de melodielijntjes fluiten. Eventuele lessen die eruit zijn te halen… dat manifesteert zich in het onbewuste, in de tijd erna, maar niet op dat moment. Zo werkt theater volgens mij niet.’
Servé: ‘Dit stuk is humoristisch, maar het toont eigenlijk wel een rotwereld! We zien een samenleving waarin iedereen het beter wil maken voor zichzélf, niet – of zelfs ten koste van – de ander. Tja, hoe actueel wil je het hebben? Die Dreigroschenoper geeft een dystopisch beeld van wat je krijgt als een civilisatie is uitgeciviliseerd. Maar, ik maak géén politiek theater. En Die Dreigroschenoper zal je deze thematiek ook nooit op een strenge manier door de strot douwen. Het geeft je heerlijke muziek, kleurrijke personages, humor, zinnenprikkeling… en een wereld die totaal kapot is. Doe ermee wat je wilt.’Interview: Kyra Bertram
-
Nieuwe voorzitter en vicevoorzitter Raad van Toezicht
Reacties uitgeschakeld voor Nieuwe voorzitter en vicevoorzitter Raad van ToezichtOpera Zuid is buitengewoon verheugd te kunnen aankondigen dat mevrouw Truze M. Lodder, vele jaren zakelijk directeur van De Nederlandse Opera (nu Nationale Opera & Ballet), bereid is gevonden het voorzitterschap van de Raad van Toezicht op zich te nemen. Als voorzitter volgt zij per 3 september a.s. Marc Heuvelmans op, die dan afscheid neemt vanwege het bereiken van de maximale zittingstermijn. Een andere stevige verrijking in de Raad van Toezicht is de heer Barry Braeken (directeur-bestuurder Weller Wonen Heerlen), die de functie van vicevoorzitter van de Raad van Toezicht op zich zal nemen.
Truze M. Lodder (Oud-Beijerland, 1948)
Truze Lodder was van 1987 t/m 2012 zakelijk directeur van De Nederlandse Opera, en werkte als zodanig vele jaren samen met artistiek directeur Pierre Audi (die helaas veel te jong overleed op 3 mei j.l.). Samen hebben zij De Nederlandse Opera internationaal op de kaart gezet, en hun vruchtbare samenwerking leidde tot onvergetelijke successen als de Monteverdi-cyclus, Wagners Der Ring des Nibelungen en Rêves d’un Marco Polo van Claude Vivier. Daarnaast bekleedde Truze Lodder vele toezicht- en bestuursfuncties, onder meer bij Donemus, het Van Gogh Museum, Opera Europa, de Universiteit Maastricht, Nationale Jeugdorkesten Nederland, het Stedelijk Museum, de Nederlandse Spoorwegen en Van Lanschot. Truze Lodder ontving diverse onderscheidingen: ze werd onder meer benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje Nassau en ontving de Frans Banninck Cocq Penning van de stad Amsterdam.Barry Braeken (Heerlen, 1975)
Barry Braeken is een geëngageerde bestuurder met diepe wortels in Heerlen, die zijn ervaring als docent geschiedenis en maatschappijleer en als ambtenaar bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen effectief inzet. Als voormalig wethouder combineert hij bestuurlijke ervaring met lokale betrokkenheid. Eerder was hij expomanager bij IBA Parkstad en speelde een sleutelrol in stedelijke vernieuwing. Barry Braeken is sinds 2021 directeur-bestuurder van Weller Wonen in Heerlen. Tot en met 2024 was hij voorzitter van de Raad van Toezicht bij Via Zuid. -
Blauwbaards Burcht te zien op OperaVision
Reacties uitgeschakeld voor Blauwbaards Burcht te zien op OperaVisionBlauwbaards Burcht (Opera van het Jaar 2024) van Béla Bartók is te zien op het streaming platform OperaVision!
Béla Bartóks opera is een psychologische thriller over de vraag hoeveel waarheid de liefde kan verdragen. Het muziekstuk vertelt het verhaal van Judith die trouwt met de mysterieuze Blauwbaard. In haar verlangen om hem te leren kennen, kan ze haar nieuwsgierigheid niet bedwingen. De overrompelende muziek, waarin de Hongaarse componist met meesterhand alle registers van het orkest opentrekt, doet de rest.
‘Blauwbaards Burcht gaat over elkaar leren kennen, alles van elkaar willen weten en hoe dat ertoe kan leiden dat je delen van je innerlijk moet laten zien die je het liefst geheim wil houden voor de ander, misschien zelfs voor jezelf.’ – regisseur Kenza Koutchoukali
‘Bartóks muziek is menselijk, eerlijk en direct’. – muzikaal leider Duncan Ward
Geniet (nogmaals) van deze indrukwekkende opera met topsolisten Thomas Oliemans en Deirdre Angenent, in de regie van Kenza Koutchoukali en onder leiding van Duncan Ward, die zijn Philzuid als derde karakter op het podium laat schitteren.
Blauwbaards Burcht is te zien op operavision.eu tot en met 9 november 2025, 12.00 uur.
-
Die Dreigroschenoper gaat door!
Reacties uitgeschakeld voor Die Dreigroschenoper gaat door!Met de openingsproductie van seizoen 2025/2026 – Die Dreigroschenoper
(Kurt Weill & Bertolt Brecht) – gaat Opera Zuid een unieke samenwerking aan met een aantal podiumkunstenorganisaties uit Zuid-Nederland. Theater aan het Vrijthof, Opera Zuid, Toneelgroep Maastricht, Philzuid en PLT Theaters slaan de handen ineen voor de ontwikkeling van dit zinderende muziektheaterwerk, waarin zowel sociaal-artistieke doelstellingen als een nieuwe interpretatie van Brechts en Weills werk centraal staan.Opera Zuid ontvangt als BIS-instelling voor de Cultuurnota-periode 2025-2028 minder subsidie van de Rijksoverheid dan door de Raad voor Cultuur geadviseerd is en zal daarom ook de komende vier jaar vanuit de BIS een te beperkte subsidie-basis kennen. Die Dreigroschenoper wordt daarom mede mogelijk gemaakt door samenwerking met de partners en door aanvullende financiering van decentrale overheden, sponsoren en private fondsen: de Provincies Limburg en Noord-Brabant, Gemeente Maastricht, André en Marjorie Rieu, het VSB Fonds, Cultuurfonds, de Gubbels-Huijnen Foundation en Stichting Kanunnik Salden/Nieuwenhof. De aanvullende financiering is voor het grootste deel rond. In afwachting van de definitieve afronding van de fondsenwerfcampagne staat de Stichting Vrienden Philzuid middels een overbruggingskrediet garant voor doorgang van Die Dreigroschenoper.
Op dinsdag 29 april gaat de vervroegde kaartverkoop voor de voorstellingen in Theater aan het Vrijthof, Parktheater Eindhoven en PLT Theaters van start.
-
Overal ja op zeggen en het onmogelijke mogelijk maken
Laat een reactie achterVoor decor- en lichtontwerper Bretta Gerecke en kostuumontwerper Marrit van der Burgt is theatermaken schatzoeken; je weet nooit waar je uitkomt en wat je onderweg vindt. Er zijn bovendien een hoop routes die leiden naar die schat. Een voorwaarde is wel om ja te zeggen en daarmee alle opties open te houden. Een gesprek over Le Villi & Silenzio en de rol van hun ontwerpen in deze opera.
Waar halen jullie inspiratie uit voor jullie ontwerpen?
Marrit: ‘Zodra ik een libretto of script lees, komen er meteen beelden en kleuren in mijn hoofd op. Vervolgens grijp ik naar boeken, foto’s, films en denk ik terug aan de vele reizen die ik heb gemaakt. Ik dacht bij Le Villi aan oude, Japanse dorpen, waar mannen en vrouwen bijna hetzelfde gekleed gaan in natuurlijk stoffen zoals linnen en katoen. Die Japanse manier van kleden, waarbij stoffen om het lijf worden gedrapeerd, werkt goed in dit concept. De dansers en zangers maken eigenlijk mijn kostuums: zij zorgen met hun bewegingen voor de silhouetten, ik lever alleen het materiaal.’
Bretta: ‘Omdat Le Villi zich grotendeels afspeelt in een bos, was mijn startpunt de natuur. Ik ben gaan kijken naar bomen en naar installatiekunst, beeldhouwwerken en landschapskunst. Daarbij speelden Dreya’s wensen op het gebied van choreografie en aerialkunst een belangrijke rol. Die elastische, transparante materialen, die nodig zijn om goed te kunnen bewegen op de grond en in de lucht, waren de basis. Uiteindelijk kwam daar dit transformerende woud uit voort.’Hoe vertaal je de thematiek van Silenzio en Le Villi naar een visuele wereld, Bretta?
Bretta: ‘Het toneel is eigenlijk een gesloten cirkel van stof, met bomen in het midden. Daarbij zijn er doeken die in en uit het toneel vliegen en die het decor telkens een nieuwe vorm geven. In Silenzio gebruiken we diezelfde doeken om Anna’s gevoelswereld weer te geven, waarbij ze zich soms verbergt en soms laat zien. Zo kunnen we met een paar flexibele elementen onderscheid maken tussen Silenzio en Le Villi, maar zeker ook het lineaire verband tussen beide stukken weergeven.’Marrit, wat is het basisidee achter jouw kostuumontwerpen?
Marrit: ‘De Villi zijn dood en begraven, maar leven door in de bomen; hun kleding is dus tijdloos, maar vervallen. De mate van verval hangt samen met hoe lang ze al tot de Villi behoren. Tegelijkertijd willen we duidelijk maken welke familieleden (dood en levend) bij elkaar horen; dat doen we met verschillende kleuraccenten in de kleren. Daarnaast is er een onderscheid tussen de natuurlijke wereld van de Villi en de donkere, hectische stad, waar Roberto zijn erfenis moet gaan ophalen. Voor de stadse kostuums heb ik – in tegenstelling tot de vloeiende stoffen van de natuurkostuums – heel sterke silhouetten gemaakt, die passen bij het beeld dat Bretta in die scènes creëert.’
Bretta: ‘De stad is inderdaad echt het tegenovergestelde van de natuur, met bijna geometrische vormen. Met de neergelaten doeken en met licht en kleur zetten we een totaal andere wereld neer.’Hoe verloopt de samenwerking met alle betrokkenen?
Bretta: ‘Theatermaken is echt een levend proces en iedere productie is uniek. Verander één onderdeel, één zanger of danser, en alles is anders. Wij zijn één organisme dat dít alleen op dít moment kan creëren. Het is een beetje als schatzoeken. Je kunt allerlei routes nemen en je weet nooit wie wat meebrengt, waar je mee verder kunt en waarmee je eindigt.’
Marrit: ‘Ik vind het fijn dat er ruimte is voor improvisatie. Zo bedachten we net dat iemand toch de lucht in moet, ondersteboven, al zou dat dan wel lastig worden. Waarop Dreya zei: ‘als iets moeilijk is, kan dat juist heel interessant zijn om naar te kijken.’ Ik hou van die instelling, zó maak je de mooiste dingen!’
Bretta: ‘Dat is wat we Yes and noemen: Ja, en… Geen nee of ja, maar.’
Marrit: ‘Nee is geen optie, dan kun je geen theater maken.’
Bretta: ‘Precies. Je moet alle mogelijkheden bekijken. Je moet op die reis gaan om te komen waar je uitkomt. Er is maar één ding dat je zeker weet: uiteindelijk gaat het gordijn omhoog en geen ontwerper heeft ooit het gevoel dat het af is.’
Marrit lachend: ‘En toch is het af op de première, gewoon omdat het moet.’Interview: Kyra Bertram
-
Anna ontrafeld
Laat een reactie achterComponist Karmit Fadael geeft het publiek met Silenzio een blik in de binnenwereld van Anna – het hoofdpersonage in Le Villi. Sopraan Sílvia Sequeira geeft haar een stem. Hoe komt een dergelijk nieuw werk tot stand, hoe breng je het over op de toehoorder en in hoeverre is dat een samenwerking tussen componist en zanger? Na een lange dag repeteren gaan we met de vrouwen in gesprek.
Karmit, waar ben je het meest door geïnspireerd bij het componeren van Silenzio?
Karmit: ‘Het verhaal van Le Villi was mijn beginpunt. Ik was benieuwd naar hoe ik het personage van Anna iets meer diepgang kon geven. In Le Villi overkomen de dingen haar, ik wil het publiek graag laten zien wat er – volgens mij – in haar hoofd om gaat. Ik ben samen met Rick van Veldhuizen begonnen met de tekst. Daarna ben ik gaan improviseren op de piano, de viool en met mijn stem. Zo ontwikkelde ik langzaam de klanken die Anna’s binnenwereld weergeven. Dat zijn vaak gedachten in melodieën gegoten; magisch, dromerig, angstig; heel emotioneel in ieder geval.’Hoe zou je jouw stijl in Silenzio willen typeren?
Karmit: ‘Mijn stijl is – anders dan die van de Romantische Puccini – eerder barok-hedendaags. Verder heb ik me in dit werk vooral laten leiden door het personage dat zichzelf kwijt is geraakt, waardoor haar gemoedstoestand niet kalm is, maar gefragmenteerd en intens.’Hoe is dat voor jou om te zingen, Sílvia?
Sílvia: ‘Karmits muziek, met alle verschillende kleuren en emoties, zing ik met een smallere stem. Mijn geluid moet vanuit één lijn komen, waar ik bij Puccini alleen mijn mond en mijn lichaam hoef te openen en het geluid overal kan klinken. In Silenzio gebruik ik daarom een stemtechniek die vooral in de barok gebruikt wordt en in Le Villi klinkt mijn weelderige, Romantische stem. Silenzio zing ik bovendien meer met mijn hoofd, om Anna’s gedachten over te brengen. Ik kan me daarin minder permitteren en moet preciezer zijn. Terwijl Puccini’s muziek puur gevoel is en recht uit het hart komt: in zijn muziek kan ik, als ik het zo voel, lijnen of noten meer uitrekken.’Karmit, had je Sílvia al in gedachten bij het schrijven van Silenzio?
Karmit: ‘Absoluut. Ik heb talloze opnames van Sílvia geluisterd en met haar gesproken.’
Sílvia: ‘Het was heel fijn dat Karmit me vroeg wat mijn stemomvang is, wat het meest comfortabel is voor mijn stem, wat mijn kracht is. Het voelt echt als een samenwerking.’
Karmit: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is om samen te ontdekken wat het beste werkt.’
Sílvia: ‘Fantastisch dat Karmit iets meteen aanpaste toen ik zei dat dat niet zo goed zou werken voor mijn stem. Ik ben heel blij met deze partituur. En het is heerlijk om een levende componist gewoon te kunnen vragen hoe hij of zij iets wil. Dat maakt het makkelijker om het personage van Anna te construeren en te ontrafelen.’
Karmit: ‘Als componist schrijf je enkel noten op papier. Dan voelt het bijna alsof je stuk opnieuw wordt gecomponeerd door de interpretatie van de uitvoerder. Ik hou er erg van om samen te werken met de zanger of instrumentalist(en), en om het zo te schrijven dat hij/zij zich er goed bij voelt. Het is altijd mooi om te zien wat deze persoon met het werk doet.’Heeft het zingen van Silenzio invloed op hoe je Le Villi interpreteert?
Sílvia: ‘Zeker. Doordat we Silenzio als eerste uitvoeren, moet ik Le Villi op sommige vlakken anders insteken dan wanneer we alleen Le Villi zouden doen. Ik wil ervoor zorgen dat de stukken goed op elkaar aansluiten en bij elkaar passen.’Je hebt al veel opera’s van Puccini gezongen, hoe is het om zijn allereerste opera uit te voeren?
Sílvia: ‘Puccini is een van mijn favoriete componisten! En Le Villi is prachtig. Je merkt alleen aan kleine dingen dat hij nog wat onervaren was, vooral in het schrijven voor zangers. Hij experimenteert en leert, zoals ieder ander aan het begin. Juist daardoor kan ik hem eindelijk ook als mens zien, niet alleen als genie. Dat doet niks af aan de schoonheid van dit stuk, ik geniet er enorm van om Puccini te zingen. En Silenzio trouwens ook!’Interview: Kyra Bertram
-
Hoop, vergeving en wedergeboorte
Laat een reactie achterVanaf het eerste moment dat muzikaal leider Karel Deseure en regisseur, choreograaf en aerialist Dreya Weber elkaar zien, zijn ze verwikkeld in een intens gesprek over Silenzio, Le Villi en theater in het algemeen. Ze zitten op één lijn als het gaat om de kern van deze opera; hoop, de mogelijkheid tot vergeving en wedergeboorte, verbeeld tegen de achtergrond van een theatraal, levend bos vol Villi.
Hoe is het om het gloednieuwe werk Silenzio van Karmit Fadael te dirigeren?
Karel: ‘Ik vind het heel spannend en een grote verantwoordelijkheid. Ik ben de eerste dirigent die het stuk interpreteert, die de muziek mag ontdekken. Ik hoop dat ik het werk kan laten klinken zoals Karmit het in haar hoofd had.’Wat is het verband tussen Silenzio en Le Villi, de eerste opera van Giacomo Puccini?
Dreya: ‘Le Villi begint midden in het verhaal; bij de viering van Roberto en Anna’s verloving. We zien dat Anna’s moeder daar niet bij is. Er is sowieso al veel gebeurd voordat we überhaupt zijn begonnen. Silenzio geeft ons de kans om Anna’s innerlijke wereld te leren kennen en te begrijpen.’
Karel: ‘Er is weinig aandacht voor de gedachten en vragen van Anna in Puccini’s werk. Dat wij nu juist dáármee openen in Silenzio, vind ik erg interessant. In Le Villi ligt de focus meer op Roberto, degene die het leed heeft veroorzaakt en zijn pijn daarover. Anna’s verdriet zien we nauwelijks. Alleen aan het einde zingt ze hoezeer ze in stilte heeft geleden, zo erg dat ze stierf van ellende. Muzikaal is dat heel mooi weergegeven: Roberto en Anna zingen unisono in een laag register [dezelfde melodie op vrij lage tonen]. Hun stemmen klinken hierdoor minder krachtig dan wanneer ze hoger zingen. Maar juist die breekbaarheid geeft zo veel pijn weer; zowel bij de ‘verrader’, als bij degene die verraden is. Prachtig.’Hoe ziet jouw regie eruit, Dreya?
Dreya: ‘De Villi zijn in mijn regie geesten van mensen die stierven aan een gebroken hart, hun zielen zijn herboren als de bomen van het bos. Die cyclus van leven en dood is een belangrijk onderdeel in dit werk. Het woud van Villi is getuige van het ontvouwende verhaal en reageert daar ook op. Zo is het de woestheid van het bos waardoor Roberto niet meer kan ademen, hij voelt zich verstikt. Maar zijn het de Villi die dit veroorzaken of is het zijn eigen schuldgevoel wat hem de adem beneemt?’Hoe verwerk je aerialkunst in deze opera?
Dreya: ‘Een theaterdocent zei ooit: ‘Soms móéten karakters wel zingen, want een andere manier om hun emoties te uiten is er niet.’ Karel valt Dreya uit enthousiasme in de rede: ‘Dat is precies hoe ik over opera denk! Alsof de woorden enkel uitspreken niet voldoende is; het moet gezongen worden.’ Dreya [lachend]: ‘Exact. En zo voel ik het ook als het gaat om in de lucht zijn. Soms overstijgt het drama de aarde. Sommige momenten zijn te groot(s) voor de grond, dan is er alleen nog de lucht.’Hoe denken jullie over Puccini’s muziek?
Karel: ‘Puccini is een genie. Men noemt Le Villi een jeugdwerk, maar alles wat zijn latere muziek karakteriseert zit hier al in! Hij heeft het waanzinnige talent om immens meeslepende melodieën te schrijven. Puccini kan als geen ander menselijke emoties laten klinken. Bij de aria van Guglielmo, Anna’s vader, heeft hij straziante geschreven; dat betekent dat het hartverscheurend gespeeld moet worden. Die aanwijzing ben ik bij geen enkele componist ooit eerder tegengekomen in een partituur. En zo klinkt het ook echt; de cello’s, die Guglielmo’s innerlijke onrust weergeven, spelen over een aanhoudende lage noot, die als het ware vast blijft liggen, zoals hij vastzit in zijn verdriet.’
Dreya: ‘De grootte van de emoties die Puccini kan overbrengen… Ik heb continu kippenvel bij het horen van zijn muziek. Hij weet precies hoe menselijkheid moeten klinken.’Karel: ‘Dat is denk ik het belangrijkste doel van theater: ruimte geven aan menselijke emoties, empathie kunnen voelen voor personages – zélfs als je het niet eens bent met zijn of haar daden, maar dan toch kunnen begrijpen waar die vandaan komen.’
Dreya: ‘Daarom vind ik het zo belangrijk dat dit werk hoop biedt. We maken allemaal fouten in het leven – net zoals Roberto. Maar de mogelijkheid tot jezelf opnieuw uitvinden, tot vergeving, ís er gewoon.’Interview: Kyra Bertram
-
Opera van het jaar award voor Blauwbaards Burcht
Reacties uitgeschakeld voor Opera van het jaar award voor Blauwbaards BurchtBo van der Meulen van Place de l’Opera reikte de Opera van het Jaar 2024-award uit aan Opera Zuid voor Blauwbaards Burcht. Intendant Waut Koeken en Philzuid-bestuurder Mette Laugs namen de prijs in ontvangst. Onder het genot van champagne en taart vierden we deze mooie overwinning. Heel veel dank! – ‘Köszönöm’ (Blauwbaard uit Blauwbaards Burcht)