Info
Konstanze, geliefde van Belmonte, is samen met diens knecht Pedrillo en haar eigen kamermeisje Blonde door zeerovers ontvoerd. Ze zijn verkocht aan de pasja Selim en verblijven nu in zijn harem. Maar Belmonte is zijn geliefde op het spoor gekomen, en is op weg naar het paleis van de pasja om haar te redden. Daar stuit hij op Osmin, opzichter van het paleis, die hem woedend verjaagt. Pedrillo, die inmiddels als tuinman aan het werk is gezet, komt op het lawaai naar buiten en herkent direct zijn meester.
De pasja is zwaar verliefd op Konstanze en wil met haar trouwen, ook al wijst zij zijn aanzoeken voortdurend van de hand. Haar kamermeisje Blonde is verliefd op Pedrillo, maar zij is inmiddels al geschonken aan Osmin. Ook hij wil maar wat graag trouwen, maar Blonde wil haar eigen Pedrillo niet ontrouw zijn. Pedrillo en Belmonte bedenken samen een list om hun geliefden te bevrijden. Pedrillo voert daartoe Osmin dronken, zodat hij in slaap valt en er in alle rust een boot in de haven kan worden klaargelegd om te vluchten. Maar nog voor de boot bereikt kan worden, ontwaakt Osmin alweer. Hij slaat groot alarm en de voortvluchtigen worden gevangengenomen en naar de pasja gebracht. Deze herkent in Belmonte al snel de zoon van zijn grootste vijand. De gevangenen vrezen nu voor hun leven en nemen afscheid van elkaar. De pasja besluit echter niet langer kwaad met kwaad te willen vergelden, en tot ieders grote verbazing en vreugde, laat hij de gevangenen vrij.