Een veelkleurig orkest verklankt een intiem relatiedrama
Categorie Archief:Nieuws
-
Een veelkleurig orkest verklankt een intiem relatiedrama
Laat een reactie achterZe hebben elkaar nét ontmoet en gaan – als Blauwbaard en Judith – meteen de diepte in voor de repetities van Blauwbaards Burcht. Daarom maken topsolisten Deirdre Angenent en Thomas Oliemans na het repeteren tijd vrij voor een gesprek om elkaar ook persoonlijk een beetje beter te leren kennen. Wat vinden ze van Bartóks muziek, hoe bereiden ze zich voor en wie is dat mysterieuze derde personage?
Thomas: ‘Deirdre, jij hebt Judith al vaker gezongen en kent haar inmiddels door en door. Wat maakt de rol nog steeds interessant om te zingen?’
Deirdre: ‘De muziek! Die gaat recht je ziel in. Het interessante is dat ik – sinds ik deze rol ongeveer elf jaar geleden voor het eerst zong – telkens nieuwe inzichten krijg. Door alle dingen die ik meemaak, is ‘mijn’ Judith in iedere fase van mijn leven een beetje anders. Dat geldt ook voor het stem-technische deel. Ik kan steeds weer op zoek gaan naar andere nuances, omdat mijn stem dat nu kan. In die zin blijft deze opera voor mij een ontdekking.’
Deirdre: ‘Voor jou is het je roldebuut, Thomas, hoe heb jij je voorbereid?
Thomas: ‘Heel langzaam en rustig! De Hongaarse taal alleen al is heel moeilijk; ik kan geen enkel woord herleiden vanuit een andere taal. Daarbij is de figuur Blauwbaard bijzonder complex. En dan is er de klankwereld van Bartók, zijn muzikale taal, die volkomen uniek is. Er is maar één stuk zoals dit.’
Deirdre: ‘Ja, de orkestratie heeft zoveel verschillende klankkleuren.’
Thomas: ‘Precies! Er zit een orkest van vijfennegentig man achter ons, maar het klinkt niet als één grote massa; er zitten ontzettend veel lagen en een enorme veelkleurigheid in de muziek.’
Deirdre: ‘Misschien kun je het orkest wel zien als het derde personage in dit verhaal.’
Thomas: ‘De musici verklanken de rijkdom van het spanningsveld tussen ons tweeën. Dat vind ik ook zo mooi aan dit werk; Bartók heeft Blauwbaards Burcht zodanig gecomponeerd dat de boog het hele uur hooggespannen blijft. Zodra die muziek-motor aan gaat, word je erin meegenomen.’
Deirdre: ‘Dit stuk zit zo goed in elkaar, je móét wel mee in de gevoelswereld van Judith en Blauwbaard.’
Thomas: ‘Ik raak het besef van tijd en ruimte vaak een beetje kwijt. Het is een hele hermetische, onontkoombare wereld.’
Deirdre: [lachend] ‘Net als Blauwbaards burcht.’Thomas: ‘Waar kijk jij het meest naar uit bij het repeteren en spelen van Blauwbaards Burcht?’
Deirdre: ‘Ik vind het repetitie-proces altijd het meest interessant. Om deze productie samen te maken en de rollen te ontdekken. En dan is het natuurlijk gaaf om het voor publiek te brengen; wat vinden zij van wat wij gemaakt hebben en wat doet het met hén? En jij?’
Thomas: ‘Ik ben heel nieuwsgierig naar hoe het publiek betrokken raakt bij de intimiteit van dit verhaal. Dat is bijna onvermijdelijk door de genialiteit van het stuk. Maar ook omdat het op verschillende niveaus aansprekend is.De manier waarop je het ervaart, hangt af van je levensfase en hoe je in het leven staat. Het kan gezien worden als het ultieme break-up verhaal, maar het gaat ook over eenzaamheid en tederheid.’
Deirdre: ‘Er zit voor iedereen wel iets herkenbaars in.’
Thomas: ‘Absoluut. Blauwbaards Burcht is feitelijk een sprookje, dus we kunnen doen alsof het niet over ons gaat. Maar iedereen herkent waarschijnlijk wel hoe onmogelijk (sommige) relaties kunnen zijn. Natuurlijk zijn er uitvergrotingen – wapens en bloed -, maar het gaat veel meer over twee gewone mensen.’
Deirdre: ‘Ja, het gegeven van ‘open je nou eens naar mij toe’, dat herken ik wel – en ik denk heel veel mensen mét mij. Maar de vraag is natuurlijk: hoeveel moet je van elkaar wíllen weten…?’Interview: Kyra Bertram
-
Diepe menselijkheid en theatrale dramatiek gaan hand in hand in Blauwbaards Burcht
Laat een reactie achterRegisseur Kenza Koutchoukali en scenograaf, kostuum- en lichtontwerper Yannick Verweij werken al maanden samen aan Blauwbaards Burcht van Béla Bartók. En ze zijn ze nog lang niet uitgesproken over de opera, hun inspiratie, ambitie en de menselijkheid van het werk.
Yannick: ‘Waarin zit voor jou de uitdaging om Blauwbaards Burcht opnieuw te regisseren?’
Kenza: ‘Ik vind het een uitdaging om de intimiteit en de menselijkheid van de relatie tussen Blauwbaard en Judith te laten zien. Ik wil dat het publiek in het theater het gevoel heeft onderdeel te zijn van de situatie, er misschien zelfs té dicht bovenop te zitten.’
Yannick: ‘Daarom hebben we het decor – de huiselijke woonkamer – ook zover naar voren op het voortoneel geplaatst.’
Kenza: ‘Precies. Tegelijkertijd kun je de situatie als bezoeker overzien, in tegenstelling tot Judith en Blauwbaard die er middenin zitten. We vergroten bepaalde onderdelen van de handeling letterlijk uit, zodat we met theatrale dramatiek kunnen laten zien hoe het tussen Blauwbaard en Judith gaat en voelt.’
Yannick: ‘Met een soort spinnenwebconstructie laten we uitvergrote objecten in het decor zakken; zo zoomen we in op wat er tussen Blauwbaard en Judith gebeurt. Ze raken verstrikt in hun patronen, in hun relatie.’Kenza: ‘Ik vind dat toneelbeeld er heel mooi uitzien. Hoe heb jij de personages vorm willen geven met jouw scenografie?’
Yannick: ‘In onze eerste gesprekken hadden we het al over de schilderijen van Edward Hopper. De sfeer in zijn werk voelt abstract, maar is ook heel concreet. Je zit er met je neus bovenop en toch voelt het op een bepaalde manier stil en desolaat. Dat gevoel wilde ik graag visueel verwerken in het toneelbeeld. Ik heb me bewust, maar ook onbewust laten inspireren door deze schilderijen. Ik realiseerde me pas veel later dat ook het kleurenpalet dat ik koos vergelijkbaar is met Hoppers werk. Blauwbaard gaat gekleed in chique, koele kleuren – zoals navy – die prettig mengen met het groen van zijn burcht, waar hij zich comfortabel voelt. Terwijl Judith met haar warme
herfstkleuren nooit zal kunnen aarden in zijn omgeving, omdat ze altijd afsteekt tegen de groene achtergrond.’Yannick: ‘Welk aspect van Blauwbaards Burcht vind jij het meest complex om weer te geven?’
Kenza: ‘Ik vind het grijze gebied van personages altijd het meest interessant. Dit gebied staat ook open voor interpretatie. Ik neem natuurlijk mijn eigen ideeën over Blauwbaard en Judith mee. Maar hoe zien Thomas en Deidre die? Zij moeten de rollen gaan vertolken. Ik heb duidelijke ideeën over het onvermogen van Blauwbaard dat zich uit in dominantie en ik ben – als vrouw – geneigd om voor de vrouw te gaan staan. Maar aan de andere kant: dat onvermogen zit ook in Judith. Zij wil hem per se openbreken, om de relatie te laten slagen. Is het goed dat ze dat zo probeert of is het egocentrisch? Ze zijn daarin voor mij beiden even complex.’
Yannick: ‘De wisselwerking tussen beide karakters vind ik interessant en complex tegelijk. Bepaalde kwaliteiten in zowel Blauwbaard als Judith zorgen voor de machtsdynamiek tussen hen twee. Ze worstelen, botsen, proberen elkaar te vinden; dat menselijke samenspel maakt de opera heel spannend.’Kenza: ‘De relatie tussen Blauwbaard en Judith is inderdaad ongelooflijk menselijk. Hoe kijk jij naar deze relatie vanuit jouw eigen ervaringen?’
Yannick: ‘Wat mij persoonlijk raakt is telkens die poging om elkaar te vinden. Ik herken het willen ontdekken op welk punt je verbinding kunt maken met elkaar, dat je erachter wil komen wie je bent mét de ander, dat je elkaar wil begrijpen. En ik snap de pijn als dat niet lukt. En jij?’
Kenza: ‘Ik herken de patronen waar je samen in kunt zitten. Dat kan comfortabel voelen, maar je kunt ook vastzitten in een patroon dat ten koste gaat van jezelf en de ander. Het is precies die menselijkheid van intieme relaties waarvan ik hoop dat het publiek erin wordt meegezogen; enerzijds uit herkenbaarheid, anderzijds door de theatrale dramatiek.’Interview: Kyra Bertram
-
Unieke muziek in een zinderende orkestratie
Laat een reactie achterDonker en mysterieus, krachtig en intrigerend. Zo omschrijft muzikaal leider Duncan Ward Blauwbaards Burcht van Béla Bartók. Het werk stond hoog op het wensenlijstje van de internationaal vermaard dirigent. Hij vertelt bijzonder bevlogen over Bartók en wat zijn muziek zo uniek, indrukwekkend en menselijk tegelijk maakt.
Het was een langgekoesterde wens om Blauwbaards Burcht te dirigeren. Waarom?
‘Al sinds mijn tienerjaren hou ik van Bartóks muziek. Blauwbaards Burcht is een van de meest opwindende, intense, spannende opera’s die ik ooit ben tegengekomen en dat in één uur. Bartók componeert passionele, stuwende ritmes en impressionistische harmonieën die onmiddellijk een beeld oproepen. Luister naar de eerste drie noten van de opera en je weet: hier is iets niet pluis; het is donker, verontrustend, mysterieus. Hoe krachtig is dat, om met drie noten een hele gevoelswereld op te roepen?’
Hoe zou je Bartóks muziek willen typeren?
‘Zijn muziek is stevig geworteld in zijn studie van de Hongaarse volksmuziek; de dansritmes, melodieën met dissonante klanken en de taal zelf beïnvloeden de muziek door middel van flexibele, natuurlijke ‘spraakritmes’. Waarschijnlijk is zijn muziek daarom zo menselijk en eerlijk. Er is niks kunstmatigs of academisch aan Bartóks werk, het is heel direct. Ik denk dat iedereen – jong en oud, uit alle lagen van de bevolking – gepakt wordt door de emotionele kracht van deze muziek.’
Wat is jouw grootste uitdaging in het uitvoeren van deze opera?
‘Blauwbaards Burcht is ontzettend slim gecomponeerd. Als we het goed uitvoeren, is het een fantastisch emotionele reis waarin de luisteraar wordt meegezogen. De echt grote uitdaging – vooral met het orkest óp het podium – is om het geluid in balans te houden. Het kleurenpalet is buitengewoon; Bartók creëert veellagige geluidswerelden bij het openen van iedere deur, van zacht tot heel luid. Bovendien heeft hij zeer specifiek uitgeschreven hoe snel iets gespeeld moet worden. Ik moet daarom heel secuur zijn in de tempowisselingen, die – net als de psychologische relatie tussen Blauwbaard en Judith – voortdurend subtiel verschuiven.’
Zijn er bepaalde muzikale delen waarvan je hoopt dat het publiek ze extra aandachtig beluistert?
‘O, zo veel! Bijvoorbeeld het bloedmotief; een kleine secunde [een halve toon tussen twee noten, het kleinste interval in de westerse muziek]. Deze dissonante klank horen we telkens wanneer Judith bloed ziet sijpelen. Daarnaast is het hele werk uniek – en ook een beetje vreemd – georkestreerd. Zo horen we als de deur van martelkamer één opent schelle houtblazers, xylofoons en violen die snelle tremolo ‘sul ponticello’ [op de kam van het instrument] spelen. Dat is echt een soort martelgeluid. Deur drie, waar de schatkamer achter schuilgaat, opent met een prachtig, zacht D akkoord door aanhoudende trompetten en fluiten en een wervelende celesta. Niet bepaald instrumenten die je zou verwachten, maar het zijn net glinsterende juwelen. En dan deur vijf, waarachter Blauwbaards koninkrijk zit. Daar speelt het hele orkest voluit (tutti!); er verschijnen zelfs extra trompetten en trombones speciaal voor dat moment. Allemaal even indrukwekkend.’
Je noemde de muziek eerder al heel menselijk. Herken je zaken in deze opera vanuit je eigen relaties?
‘Zeker. Ik denk dat we allemaal dingen hebben waar we niet makkelijk open over zijn. Ik herken ook wel dat sommige relaties, niet eens per se liefdesrelaties, soms gewoon niet werken omdat de energieën, ideeën of ambities niet bij elkaar passen. Dat kan natuurlijk pijnlijk zijn, maar op een bepaalde manier is zo’n ervaring ook verrijkend en geeft het je inzichten in jezelf en je relatie tot anderen. Je groeit ervan als mens. De muziek geeft daar continu commentaar op en vloeit mee met die stemmingen. En soms, als Blauwbaard en Judith niet meer weten hoe ze met elkaar moeten praten, doet de muziek dat voor hen.’
Bijzonder hoe muziek soms meer kan zeggen dan woorden, nietwaar?
‘Daarom maken we muziek! Omdat woorden niet alles kunnen uitdrukken. En daarom hou ik er zo van. Muziek kan je gevoel op een diepere laag beïnvloeden. Zeker Bartóks muziek kan dat.’
Interview: Kyra Bertram
-
Wereld Opera Dag bij Opera Zuid
Reacties uitgeschakeld voor Wereld Opera Dag bij Opera ZuidOpera Zuid viert Wereld Opera Dag op 25 oktober. Kom om 15:00 uur in Studio Malpertuis genieten van een optreden van Buurt Opera Malpertuis, samen met The Diamond Baritones – bekend van hun optreden in Holland’s Got Talent waarmee ze de ‘Golden Buzzer’ verdienden!
25 oktober is óók de Dag van de vlaai, Bakkerij Peter Lemmens trakteert ons deze dag op een lekker stökske vlaoj begeleid door prachtige zang van sopraan Bibi Ortjens.
vrijdag 25 oktober, 15:00 uur
Studio Malpertuis, Malpertuisplein 60 Maastricht
Gratis toegang -
Blauwbaards Burcht x Scenes from a Marriage in Natlab
Laat een reactie achterNatlab Eindhoven
Op zondag 3 november vertoont Natlab in Eindhoven – in samenwerking met Opera Zuid – de volledige zesdelige serie Scenes from a Marriage van Ingmar Bergman. Deze iconische miniserie vormde de perfecte inspiratiebron voor het regieconcept van Kenza Koutchoukali bij het creëren van Blauwbaards Burcht. Het Hongaarse libretto vol symboliek zet zij neer als een modern relatiedrama in de stijl van Bergman.
Voorafgaand aan de vertoning van de serie zal er een korte introductie worden gegeven over de aanstaande Opera Zuid-productie van Blauwbaards Burcht en hoe regisseur Kenza Koutchoukali de inspiratie voor haar operaversie vond in Bergmans serie.
Locatie: Natlab, Eindhoven
Tijdschema 3 november 2024:
13:00 Start inleiding
13:10 Start deel I, II & III
15:40 Pauze + kopje soep
16:30 Start deel IV, V & VI
19:00 Einde> Alle info en tickets via natlab.nl
-
Blauwbaards Burcht x Scenes from a Marriage in Lumière
Laat een reactie achterLumière Maastricht
Op zondag 20 oktober presenteert Lumière in samenwerking met Opera Zuid de volledige zesdelige serie Scenes from a Marriage van Ingmar Bergman. Deze iconische miniserie vormde de perfecte inspiratiebron voor het regieconcept van Kenza Koutchoukali bij het creëren van Blauwbaards Burcht. Het Hongaarse libretto vol symboliek zet zij neer als een modern relatiedrama in de stijl van Bergman.
Voorafgaand aan de vertoning van de serie zal dramaturg Joep Hupperetz (Opera Zuid) een korte introductie geven over de aanstaande productie van Blauwbaards Burcht en hoe regisseur Kenza Koutchoukali de inspiratie voor haar operaversie vond in Bergmans serie.
Locatie: Filmhuis Lumière, Maastricht
Tijdschema 20 oktober 2024:
13:00 Start inleiding
13:10 Start deel I, II & III
15:40 Pauze + kopje soep
16:30 Start deel IV, V & VI
19:00 Einde> Alle info en tickets via Lumière.nl
-
Voor regisseur Marcos Darbyshire is Rossini één van ons
Laat een reactie achterDe lach van regisseur Marcos Darbyshire zingt door de Studio van Opera Zuid. De regisseur van La scala di seta / Il signor Bruschino is duidelijk in zijn nopjes met deze double bill van Gioacchino Rossini. Hij vertelt enthousiast over het proces van voorbereiden en repeteren. ‘Ik heb het gevoel dat we deze opera’s vooral moeten laten zíj́n, omdat ze ongelooflijk levendig, grappig en sprankelend zijn. Heerlijk om aan te werken!’
Hoe verlopen de voorbereidingen?
‘Heel organisch! Ik was blij verrast door het feit dat beide opera’s – uit de negentiende eeuw – zo eigentijds zijn. We merken telkens weer dat de handelingen op een natuurlijke manier voortkomen uit de enorm levendige muziek. Die muziek én het decor geven ons bij de regie zoveel (spel)mogelijkheden en vrijheid, dat we alleen nog maar hoeven te kiezen welke opties we het beste vinden passen. We zien de personages als ‘echte’ mensen. Hierdoor kunnen we op een authentieke wijze humorvolle situaties creëren zonder in clichés te vervallen. Daarbij spelen uiteraard ook de persoonlijkheden van de zangers een rol. Ik had vooraf één concrete eigenschap bedacht voor ieder personage. Samen met de zangers ontwikkelen we die eigenschap door tot een volwaardig karakter. Ik heb ontzettend veel zin in de voorstellingen; er zit zoveel joie de vivre en humor in La scala di seta en Il signor Bruschino. We kunnen het publiek met deze productie echt amuseren.’
Hoe gaat de samenwerking met decor- en kostuumontwerper Agnes Hasun en dirigent Sander Teepen?
‘Dat is een heel gelukkig (gearrangeerd) huwelijk! Het idee om ‘kok Rossini’ twee keer hetzelfde gerecht te laten maken, kwam al bij mij op tijdens het eerste gesprek dat ik voerde met intendant Waut Koeken. Daarna werden Agnes en ik aan elkaar voorgesteld. Het klikte meteen. Samen creëerden we het decor voor deze gigantische keuken; het universum waar onze personages leven. We werken ontzettend fijn samen en hebben er allebei veel plezier in. Sander en ik zijn eveneens nauw betrokken bij elkaars werk. De handelingen en de muziek moeten namelijk perfect samenvallen. Gelukkig vond hij het concept dat we hadden bedacht ook meteen erg goed. Nu zorgen we er samen voor dat de voorstelling er precies zo uit komt te zien zoals we voor ogen hadden.’
Wat wilt u het publiek meegeven met deze opera’s?
‘Vroeger zat er een politieke boodschap in deze opera’s, die vooral tot uiting kwam in de humor die toentertijd gangbaar was. Aan deze humor hebben we een moderne draai gegeven om de stukken actueel en herkenbaar te maken voor het publiek van nu. Maar we willen vooral laten zien dat Rossini een moderne man was, die op dezelfde manier dacht als wij. Die genoot van dezelfde dingen (lekker eten en wijn) als wij en worstelde met dezelfde zaken. Natuurlijk, hij was een genie. Maar tegelijkertijd was hij een gewone jongen, die nú had kunnen leven. We hoeven zijn opera’s niet te zien als een museum waar we naartoe gaan om iets te leren over de negentiende eeuw. Nee, juist andersom; via deze opera’s zien we onszelf en leren we over onszelf. Daarbij zijn het ook nog eens ‘gewoon’ twee erg geestige komedies. Ik hoop dat we het enthousiasme dat wij voelen bij het maken ervan kunnen overbrengen op het publiek.’
Interview: Kyra Bertram
-
Muzikaal leider Sander Teepen houdt van Rossini’s levenslust
Laat een reactie achterEen levensgenieter, een genie, een boefje, een casanova; enkele bewoordingen die voorbijkomen tijdens het gesprek met de muzikaal leider van La scala di seta / Il signor Bruschino. Sander Teepen vertelt aanstekelijk enthousiast over Rossini en zijn werk.
Wat was Gioacchino Rossini voor een jongeman toen hij deze eenakters componeerde?
‘Als ik Rossini’s muziek hoor, dan voel ik de lente; zo energiek, positief en vol levenslust! We weten natuurlijk niet precies hoe hij was of zelfs hoe hij er uitzag als jonge man van twintig, maar het is wel algemeen bekend dat hij van lekker eten, mooie wijnen én (dito) vrouwen hield. En uit de verhalen die zijn overgeleverd maak ik op dat het ook wel een deugniet was.’
Vertel…
‘Er zijn diverse gerechten naar hem vernoemd. Dat is niet toevallig; hij kookte graag en had een paar topchefs als vrienden waarmee hij veel over recepten sprak. Op beeltenissen van latere leeftijd is hij te zien met een flinke buik: ik neem aan van al dat lekkere eten én de wijn die erbij hoorde (bij iedere gang een andere). Misschien vond hij dát – genieten van al het goede in het leven – nog wel belangrijker dan componeren. Er is een anekdote dat hij eens in een kamer is opgesloten met de boodschap; je komt er pas uit als de ouverture klaar is. Blijkbaar voelde hij de tijdsdruk nog niet en hadden andere dingen prioriteit. Met de inkt nog nat is die ouverture op de avond van de première op de lessenaars van de musici gezet. En dat terwijl Rossini’s muziek heel veeleisend is voor het orkest…(De jonge) Rossini was dus een genie, die overal de lol van in zag. Dat hoor je terug in zijn verfrissende en unieke muziek. Luister maar naar het tikken van de strijkstokken op de lessenaars in de ouverture van Il signor Bruschino, zoiets was nog nooit vertoond!’
En hoezo was hij een deugniet?
‘Omdat hij – als jonkie – het zou hebben aangedurfd om de stertenor van het Teatro San Moisè in Venetië een hak te zetten. Deze zanger stond er naar verluidt op dat Rossini hem de titelrol van meneer Bruschino zou geven. Dat deed hij. Zoon Bruschino – gespeeld door de stertenor – mag pas op het allerlaatst opkomen en één zinnetje zeggen: Vader, ik heb spijt…’
Wat zijn voor jou de muzikale hoogtepunten uit La scala di seta en Il signor Bruschino?
‘Als ik moet kiezen: de ouvertures. Dat zijn meesterwerkjes op zich. Ik heb zelf hobo gespeeld, dus ik ken de (beruchte!) hobosolo in La scala di seta erg goed. Deze partij is enorm virtuoos; het is zelfs een auditiestuk voor hoboïsten en dan is het peentjes zweten, hoor! Bovendien vind ik het mooi dat het orkest tijdens de ouverture even alle aandacht krijgt. De muziek is zo verfrissend en uitdagend. Daarnaast vind ik het contrast in deze opera’s tussen de fraaie, bijna zoetsappige aria’s en de ongekend vocale acrobatiek voor de zangers leuk om uit te lichten.’
Hoe verloopt de samenwerking met regisseur Marcos Darbyshire en ontwerper Agnes Hasun?
‘Heel goed! Rossini’s levenslust, het spelen en genieten is herkenbaar voor ons alle drie denk ik… Marcos is daarbij heel muzikaal. Én, hij heeft een enorm oog voor detail. We vullen elkaar aan. Zo kunnen we allebei met timing spelen en daarmee regie en muziek perfect op elkaar laten aansluiten. En Agnes heeft een geniaal Rossini-universum gecreëerd; één en hetzelfde beeld verandert constant. Ik word er ontzettend enthousiast van. Ik moet me soms zelfs een beetje inhouden om niet té snel, speels en levendig te dirigeren. Ik moet natuurlijk wel gecontroleerd zijn als dirigent, maar mijn drive en energie kan ik in deze werken heel goed gebruiken. Je kan als publiek niet anders dan met een grote glimlach naar buiten lopen. La scala di seta en Il signor Bruschino zijn ongelooflijke feelgood opera’s.’
Interview: Kyra Bertram
-
Ontwerper Agnes Hasun creëerde een speeltuin voor volwassenen
Laat een reactie achterZwierige jurken en stijlvolle kostuums springen, hollen, kruipen en verstoppen zich in, door en te midden van een immense, witte keuken in La scala di seta / Il signor Bruschino. Deze speeltuin voor volwassenen ontsproot aan het creatieve brein van decor- en kostuumontwerper Agnes Hasun. Ze vertelt hóé…
Waar haalde je inspiratie uit voor deze ontwerpen?
‘Meestal komt de inspiratie voor mijn ontwerpen uit het stuk en de muziek zelf. Deze opera’s van Rossini hebben van zichzelf al die Italiaanse flare. Dus regisseur Marcos en ik hebben ons verdiept in de Italiaanse wereld. Marcos had het idee om live te koken ín het decor. Ik moest dus de functionaliteiten van een echte keuken combineren met de esthetiek die past bij deze Italiaanse opera’s zoals wij ze voor ogen hebben. Daarbij wilden we starten vanuit het idee van een blanco canvas – een volledig witte keuken – waarin de muziek, de personages en de kleuren uiteindelijk overwinnen. Dat vond ik heel inspirerend.’
Hoe gaat zo’n ontwerpproces?
‘Dat begint met gesprekken met het creatieve team en veel luisteren naar de muziek. Ik krabbel allerlei ideeën op een stukje papier en ga dan schetsen. De volgende stap is voor mij heel belangrijk: een maquette maken, zodat mijn 2D-tekeningen veranderen in een 3D-model en ik ermee kan gaan spelen.’
Dompel je jezelf dan ook helemaal onder in de Italiaanse keuken en ‘lifestyle’?
‘Nou het grappige was dat wij onze eigen keuken aan het verbouwen waren toen ik deze ontwerpen maakte. Dus mijn man keek geregeld mee over mijn schouder terwijl ik dit decor aan het ontwerpen was. Hij zei dan: dat wil ik ook in de onze! En dat ook! Maar helaas hebben we niet zoveel ruimte of geld om zo’n prachtige keuken te maken als in de opera te zien is. Dus mijn man is nu een beetje jaloers, die van ons is een stuk simpeler geworden… En ja, we hebben wel wat Italiaanse gerechten uitgeprobeerd, om te besluiten welke we op dit podium wilden koken. Maar samen met Marcos het hele menu koken en opeten, dat is er jammer genoeg nog niet van gekomen. Hopelijk lukt dat nog voor de première!’
Vereist de repetitieperiode, waarin het decor en de kostuums door de zangers tot leven komen, nog aanpassingen aan het ontwerp?
‘Ja, dat hoort wel een beetje bij het proces. Je moet natuurlijk goed vooruitdenken, maar ook flexibel zijn. Soms werken dingen in de praktijk net even anders. En daarnaast is het, met name voor de kostuums, ook afhankelijk van de zangers die de kleding moeten dragen. Hoe voelen zij zich erin, hoe bewegen ze erin en wat hebben ze nodig om hun personage te wórden?’
Er zitten veel grapjes en humoristische situaties in deze opera’s, in hoeverre maakt jouw decor die humor mogelijk?
‘Dit is mijn eerste komedie. Ik heb hiervoor een speeltuin voor volwassenen gecreëerd. Eerder maakte ik al decors voor een aantal kinderopera’s en in veel van die sets zaten ook verstopplekjes, trappetjes, ladders, dingen om op of onder te kruipen. Dat werkt heel goed, óók voor opera’s voor volwassenen. Dus dit decor helpt de zangers inderdaad om de humoristische situaties, die soms zelfs een beetje slapstick zijn, mogelijk te maken. Het is een plezier om te maken en ik hoop ook om naar te kijken!’
Interview: Kyra Bertram
-
EXPOSITIE ALBERT TROOST
Reacties uitgeschakeld voor EXPOSITIE ALBERT TROOSTDinsdag 5 maart markeert de 100e verjaardag van beeldend kunstenaar Albert Troost (1924-2010). Ter gelegenheid hiervan stellen wij onze studio open in de Onze Lieve Vrouwe van Goede Raad kerk in de Maastrichtse wijk Malpertuis. Voor deze monumentale kerk werkten Albert Troost en de architect Jean Huysmans in 1966 in een uniek samenwerkingsverband aan een wandvullend, deels figuratief en deels geabstraheerd glas-in-loodraam. De vier wanden van de kerk beslaan in totaal 570 vierkante meter van dit kunstwerk dat ook wel de Nachtwacht van de Nederlandse glas-in-loodkunst wordt genoemd. Gelijktijdig zal er een expositie te zien zijn van ontwerptekeningen van Albert Troost.
Kom het zelf bewonderen di 5 t/m za 9 maart van 11:00 – 17:00 uur. Entree is vrij toegankelijk. Adres: Malpertuisplein 60, Maastricht.