Blauwbaards Burcht x Scenes from a Marriage in Natlab
Categorie Archief:Nieuws
-
Blauwbaards Burcht x Scenes from a Marriage in Natlab
Laat een reactie achterNatlab Eindhoven
Op zondag 3 november vertoont Natlab in Eindhoven – in samenwerking met Opera Zuid – de volledige zesdelige serie Scenes from a Marriage van Ingmar Bergman. Deze iconische miniserie vormde de perfecte inspiratiebron voor het regieconcept van Kenza Koutchoukali bij het creëren van Blauwbaards Burcht. Het Hongaarse libretto vol symboliek zet zij neer als een modern relatiedrama in de stijl van Bergman.
Voorafgaand aan de vertoning van de serie zal er een korte introductie worden gegeven over de aanstaande Opera Zuid-productie van Blauwbaards Burcht en hoe regisseur Kenza Koutchoukali de inspiratie voor haar operaversie vond in Bergmans serie.
Locatie: Natlab, Eindhoven
Tijdschema 3 november 2024:
13:00 Start inleiding
13:10 Start deel I, II & III
15:40 Pauze + kopje soep
16:30 Start deel IV, V & VI
19:00 Einde> Alle info en tickets via natlab.nl
-
Blauwbaards Burcht x Scenes from a Marriage in Lumière
Laat een reactie achterLumière Maastricht
Op zondag 20 oktober presenteert Lumière in samenwerking met Opera Zuid de volledige zesdelige serie Scenes from a Marriage van Ingmar Bergman. Deze iconische miniserie vormde de perfecte inspiratiebron voor het regieconcept van Kenza Koutchoukali bij het creëren van Blauwbaards Burcht. Het Hongaarse libretto vol symboliek zet zij neer als een modern relatiedrama in de stijl van Bergman.
Voorafgaand aan de vertoning van de serie zal dramaturg Joep Hupperetz (Opera Zuid) een korte introductie geven over de aanstaande productie van Blauwbaards Burcht en hoe regisseur Kenza Koutchoukali de inspiratie voor haar operaversie vond in Bergmans serie.
Locatie: Filmhuis Lumière, Maastricht
Tijdschema 20 oktober 2024:
13:00 Start inleiding
13:10 Start deel I, II & III
15:40 Pauze + kopje soep
16:30 Start deel IV, V & VI
19:00 Einde> Alle info en tickets via Lumière.nl
-
Voor regisseur Marcos Darbyshire is Rossini één van ons
Laat een reactie achterDe lach van regisseur Marcos Darbyshire zingt door de Studio van Opera Zuid. De regisseur van La scala di seta / Il signor Bruschino is duidelijk in zijn nopjes met deze double bill van Gioacchino Rossini. Hij vertelt enthousiast over het proces van voorbereiden en repeteren. ‘Ik heb het gevoel dat we deze opera’s vooral moeten laten zíj́n, omdat ze ongelooflijk levendig, grappig en sprankelend zijn. Heerlijk om aan te werken!’
Hoe verlopen de voorbereidingen?
‘Heel organisch! Ik was blij verrast door het feit dat beide opera’s – uit de negentiende eeuw – zo eigentijds zijn. We merken telkens weer dat de handelingen op een natuurlijke manier voortkomen uit de enorm levendige muziek. Die muziek én het decor geven ons bij de regie zoveel (spel)mogelijkheden en vrijheid, dat we alleen nog maar hoeven te kiezen welke opties we het beste vinden passen. We zien de personages als ‘echte’ mensen. Hierdoor kunnen we op een authentieke wijze humorvolle situaties creëren zonder in clichés te vervallen. Daarbij spelen uiteraard ook de persoonlijkheden van de zangers een rol. Ik had vooraf één concrete eigenschap bedacht voor ieder personage. Samen met de zangers ontwikkelen we die eigenschap door tot een volwaardig karakter. Ik heb ontzettend veel zin in de voorstellingen; er zit zoveel joie de vivre en humor in La scala di seta en Il signor Bruschino. We kunnen het publiek met deze productie echt amuseren.’
Hoe gaat de samenwerking met decor- en kostuumontwerper Agnes Hasun en dirigent Sander Teepen?
‘Dat is een heel gelukkig (gearrangeerd) huwelijk! Het idee om ‘kok Rossini’ twee keer hetzelfde gerecht te laten maken, kwam al bij mij op tijdens het eerste gesprek dat ik voerde met intendant Waut Koeken. Daarna werden Agnes en ik aan elkaar voorgesteld. Het klikte meteen. Samen creëerden we het decor voor deze gigantische keuken; het universum waar onze personages leven. We werken ontzettend fijn samen en hebben er allebei veel plezier in. Sander en ik zijn eveneens nauw betrokken bij elkaars werk. De handelingen en de muziek moeten namelijk perfect samenvallen. Gelukkig vond hij het concept dat we hadden bedacht ook meteen erg goed. Nu zorgen we er samen voor dat de voorstelling er precies zo uit komt te zien zoals we voor ogen hadden.’
Wat wilt u het publiek meegeven met deze opera’s?
‘Vroeger zat er een politieke boodschap in deze opera’s, die vooral tot uiting kwam in de humor die toentertijd gangbaar was. Aan deze humor hebben we een moderne draai gegeven om de stukken actueel en herkenbaar te maken voor het publiek van nu. Maar we willen vooral laten zien dat Rossini een moderne man was, die op dezelfde manier dacht als wij. Die genoot van dezelfde dingen (lekker eten en wijn) als wij en worstelde met dezelfde zaken. Natuurlijk, hij was een genie. Maar tegelijkertijd was hij een gewone jongen, die nú had kunnen leven. We hoeven zijn opera’s niet te zien als een museum waar we naartoe gaan om iets te leren over de negentiende eeuw. Nee, juist andersom; via deze opera’s zien we onszelf en leren we over onszelf. Daarbij zijn het ook nog eens ‘gewoon’ twee erg geestige komedies. Ik hoop dat we het enthousiasme dat wij voelen bij het maken ervan kunnen overbrengen op het publiek.’
Interview: Kyra Bertram
-
Muzikaal leider Sander Teepen houdt van Rossini’s levenslust
Laat een reactie achterEen levensgenieter, een genie, een boefje, een casanova; enkele bewoordingen die voorbijkomen tijdens het gesprek met de muzikaal leider van La scala di seta / Il signor Bruschino. Sander Teepen vertelt aanstekelijk enthousiast over Rossini en zijn werk.
Wat was Gioacchino Rossini voor een jongeman toen hij deze eenakters componeerde?
‘Als ik Rossini’s muziek hoor, dan voel ik de lente; zo energiek, positief en vol levenslust! We weten natuurlijk niet precies hoe hij was of zelfs hoe hij er uitzag als jonge man van twintig, maar het is wel algemeen bekend dat hij van lekker eten, mooie wijnen én (dito) vrouwen hield. En uit de verhalen die zijn overgeleverd maak ik op dat het ook wel een deugniet was.’
Vertel…
‘Er zijn diverse gerechten naar hem vernoemd. Dat is niet toevallig; hij kookte graag en had een paar topchefs als vrienden waarmee hij veel over recepten sprak. Op beeltenissen van latere leeftijd is hij te zien met een flinke buik: ik neem aan van al dat lekkere eten én de wijn die erbij hoorde (bij iedere gang een andere). Misschien vond hij dát – genieten van al het goede in het leven – nog wel belangrijker dan componeren. Er is een anekdote dat hij eens in een kamer is opgesloten met de boodschap; je komt er pas uit als de ouverture klaar is. Blijkbaar voelde hij de tijdsdruk nog niet en hadden andere dingen prioriteit. Met de inkt nog nat is die ouverture op de avond van de première op de lessenaars van de musici gezet. En dat terwijl Rossini’s muziek heel veeleisend is voor het orkest…(De jonge) Rossini was dus een genie, die overal de lol van in zag. Dat hoor je terug in zijn verfrissende en unieke muziek. Luister maar naar het tikken van de strijkstokken op de lessenaars in de ouverture van Il signor Bruschino, zoiets was nog nooit vertoond!’
En hoezo was hij een deugniet?
‘Omdat hij – als jonkie – het zou hebben aangedurfd om de stertenor van het Teatro San Moisè in Venetië een hak te zetten. Deze zanger stond er naar verluidt op dat Rossini hem de titelrol van meneer Bruschino zou geven. Dat deed hij. Zoon Bruschino – gespeeld door de stertenor – mag pas op het allerlaatst opkomen en één zinnetje zeggen: Vader, ik heb spijt…’
Wat zijn voor jou de muzikale hoogtepunten uit La scala di seta en Il signor Bruschino?
‘Als ik moet kiezen: de ouvertures. Dat zijn meesterwerkjes op zich. Ik heb zelf hobo gespeeld, dus ik ken de (beruchte!) hobosolo in La scala di seta erg goed. Deze partij is enorm virtuoos; het is zelfs een auditiestuk voor hoboïsten en dan is het peentjes zweten, hoor! Bovendien vind ik het mooi dat het orkest tijdens de ouverture even alle aandacht krijgt. De muziek is zo verfrissend en uitdagend. Daarnaast vind ik het contrast in deze opera’s tussen de fraaie, bijna zoetsappige aria’s en de ongekend vocale acrobatiek voor de zangers leuk om uit te lichten.’
Hoe verloopt de samenwerking met regisseur Marcos Darbyshire en ontwerper Agnes Hasun?
‘Heel goed! Rossini’s levenslust, het spelen en genieten is herkenbaar voor ons alle drie denk ik… Marcos is daarbij heel muzikaal. Én, hij heeft een enorm oog voor detail. We vullen elkaar aan. Zo kunnen we allebei met timing spelen en daarmee regie en muziek perfect op elkaar laten aansluiten. En Agnes heeft een geniaal Rossini-universum gecreëerd; één en hetzelfde beeld verandert constant. Ik word er ontzettend enthousiast van. Ik moet me soms zelfs een beetje inhouden om niet té snel, speels en levendig te dirigeren. Ik moet natuurlijk wel gecontroleerd zijn als dirigent, maar mijn drive en energie kan ik in deze werken heel goed gebruiken. Je kan als publiek niet anders dan met een grote glimlach naar buiten lopen. La scala di seta en Il signor Bruschino zijn ongelooflijke feelgood opera’s.’
Interview: Kyra Bertram
-
Ontwerper Agnes Hasun creëerde een speeltuin voor volwassenen
Laat een reactie achterZwierige jurken en stijlvolle kostuums springen, hollen, kruipen en verstoppen zich in, door en te midden van een immense, witte keuken in La scala di seta / Il signor Bruschino. Deze speeltuin voor volwassenen ontsproot aan het creatieve brein van decor- en kostuumontwerper Agnes Hasun. Ze vertelt hóé…
Waar haalde je inspiratie uit voor deze ontwerpen?
‘Meestal komt de inspiratie voor mijn ontwerpen uit het stuk en de muziek zelf. Deze opera’s van Rossini hebben van zichzelf al die Italiaanse flare. Dus regisseur Marcos en ik hebben ons verdiept in de Italiaanse wereld. Marcos had het idee om live te koken ín het decor. Ik moest dus de functionaliteiten van een echte keuken combineren met de esthetiek die past bij deze Italiaanse opera’s zoals wij ze voor ogen hebben. Daarbij wilden we starten vanuit het idee van een blanco canvas – een volledig witte keuken – waarin de muziek, de personages en de kleuren uiteindelijk overwinnen. Dat vond ik heel inspirerend.’
Hoe gaat zo’n ontwerpproces?
‘Dat begint met gesprekken met het creatieve team en veel luisteren naar de muziek. Ik krabbel allerlei ideeën op een stukje papier en ga dan schetsen. De volgende stap is voor mij heel belangrijk: een maquette maken, zodat mijn 2D-tekeningen veranderen in een 3D-model en ik ermee kan gaan spelen.’
Dompel je jezelf dan ook helemaal onder in de Italiaanse keuken en ‘lifestyle’?
‘Nou het grappige was dat wij onze eigen keuken aan het verbouwen waren toen ik deze ontwerpen maakte. Dus mijn man keek geregeld mee over mijn schouder terwijl ik dit decor aan het ontwerpen was. Hij zei dan: dat wil ik ook in de onze! En dat ook! Maar helaas hebben we niet zoveel ruimte of geld om zo’n prachtige keuken te maken als in de opera te zien is. Dus mijn man is nu een beetje jaloers, die van ons is een stuk simpeler geworden… En ja, we hebben wel wat Italiaanse gerechten uitgeprobeerd, om te besluiten welke we op dit podium wilden koken. Maar samen met Marcos het hele menu koken en opeten, dat is er jammer genoeg nog niet van gekomen. Hopelijk lukt dat nog voor de première!’
Vereist de repetitieperiode, waarin het decor en de kostuums door de zangers tot leven komen, nog aanpassingen aan het ontwerp?
‘Ja, dat hoort wel een beetje bij het proces. Je moet natuurlijk goed vooruitdenken, maar ook flexibel zijn. Soms werken dingen in de praktijk net even anders. En daarnaast is het, met name voor de kostuums, ook afhankelijk van de zangers die de kleding moeten dragen. Hoe voelen zij zich erin, hoe bewegen ze erin en wat hebben ze nodig om hun personage te wórden?’
Er zitten veel grapjes en humoristische situaties in deze opera’s, in hoeverre maakt jouw decor die humor mogelijk?
‘Dit is mijn eerste komedie. Ik heb hiervoor een speeltuin voor volwassenen gecreëerd. Eerder maakte ik al decors voor een aantal kinderopera’s en in veel van die sets zaten ook verstopplekjes, trappetjes, ladders, dingen om op of onder te kruipen. Dat werkt heel goed, óók voor opera’s voor volwassenen. Dus dit decor helpt de zangers inderdaad om de humoristische situaties, die soms zelfs een beetje slapstick zijn, mogelijk te maken. Het is een plezier om te maken en ik hoop ook om naar te kijken!’
Interview: Kyra Bertram
-
EXPOSITIE ALBERT TROOST
Reacties uitgeschakeld voor EXPOSITIE ALBERT TROOSTDinsdag 5 maart markeert de 100e verjaardag van beeldend kunstenaar Albert Troost (1924-2010). Ter gelegenheid hiervan stellen wij onze studio open in de Onze Lieve Vrouwe van Goede Raad kerk in de Maastrichtse wijk Malpertuis. Voor deze monumentale kerk werkten Albert Troost en de architect Jean Huysmans in 1966 in een uniek samenwerkingsverband aan een wandvullend, deels figuratief en deels geabstraheerd glas-in-loodraam. De vier wanden van de kerk beslaan in totaal 570 vierkante meter van dit kunstwerk dat ook wel de Nachtwacht van de Nederlandse glas-in-loodkunst wordt genoemd. Gelijktijdig zal er een expositie te zien zijn van ontwerptekeningen van Albert Troost.
Kom het zelf bewonderen di 5 t/m za 9 maart van 11:00 – 17:00 uur. Entree is vrij toegankelijk. Adres: Malpertuisplein 60, Maastricht.
-
Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023
Reacties uitgeschakeld voor Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023Opera Zuid is met Orphée aux Enfers genomineerd voor de VSCD Klassieke Muziekprijs De Ovatie 2023. De Ovatie wordt uitgereikt aan musici die een bijzondere podiumprestatie hebben geleverd en op die manier een belangrijke bijdrage leveren aan het Nederlandse klassieke muziekleven.
Het juryrapport meldt:
“In de productie Orphée aux Enfers was Opera Zuid kleurrijk, gevat, speels, grappig en soms lekker grotesk, zonder te overdrijven. […] Opera Zuid heeft iets neergezet waar het zuiden van het land echt trots op mag zijn. Het is een optimistische, komische, huiselijk knusse manier van opera maken die je in de rest van het land niet ziet.”
De uitreiking van De Ovatie zal in december plaatsvinden, als verrassingsmoment voor de betreffende winnaar.
-
Operacoryfeeën Sir Thomas Allen en Christopher Gillett in gesprek
Laat een reactie achterZe komen elkaar regelmatig tegen op de grote podia van de wereld. Nu werken de twee zangers samen bij Opera Zuid, waar Christopher Gillett een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor regisseert en dé bariton van de twintigste eeuw, Sir Thomas Allen, optreedt als de Schauspieldirektor.
Waarom wilde je graag een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor creëren?
Christopher: “Ik werk al mijn hele volwassen leven in de opera en heb een aantal boeken geschreven over hoe het eraan toe gaat in deze wereld. Het voelt als een luxe om nu een voorstelling te mogen maken over het proces en de moeilijkheden van het creëren van een opera. Ik wil graag laten zien dat het achter de schermen allemaal niet zo glamorous is; we zijn geen supermensen, we vloeken ook gewoon als er iets misgaat en we zijn soms best eenzaam in dit reizende bestaan.”
Thomas: “Mensen maken operazangers inderdaad graag tot een soort iconen, maar dat zijn we natuurlijk helemaal niet. Al zou ik inmiddels niet meer weten wie ik ben zonder dit leven en zonder al die rollen. Ik had het niet anders gewild, ook al voel je elke dag de verantwoordelijkheid en druk om goed te kunnen zingen en moet je stem daarom altijd in goede staat zijn.”
Christopher: “Ik vind het fijn dat ik in deze productie niet afhankelijk ben van mijn stem. Bovendien bevalt het me dat ik nu helemaal zelf mag bepalen hoe ik de voorstelling wil hebben, in tegenstelling tot wanneer ik me als zanger moet houden aan het idee van de regisseur.”
Thomas: “O ja, ik vind het zo leuk dat ik in deze voorstelling als acteur meedoe, en nu zelf mag bepalen hoe ik mijn stem gebruik [intonatie en volume] om de tekst uit te spreken en het verhaal te vertellen, in plaats van dat de muziek dat voorschrijft.”
Christopher: “In opera definieert de muziek wat wij doen. Dat is heel anders dan in een toneelstuk. Daarom vind ik het zo spannend om dat nu allebei in één voorstelling te combineren; zowel opera-aria’s als gesproken toneelteksten.”
Hebben jullie – bij het creëren van deze voorstelling – ook te maken met de moeilijkheden die zich voordoen in Der Schauspieldirektor?
“Ja, op dat soort levensechte perikelen is de voorstelling gebaseerd. Zo valt er wel eens een zanger uit. Dan moet de regieassistent de tekst oplezen en ondertussen de invalzanger wijzen waar hij of zij moet lopen, zodat deze alleen de aria hoeft te zingen. Maar, ik wilde niet te veel decorwisselingen en technische snufjes, dus dat scheelt een hoop moeilijkheden. Ik hou ervan om het theatrale te laten spreken; er schuilt namelijk een enorme dramatische kracht in de muziek en zang zelf. Ik vind het zonde als de techniek (bijvoorbeeld het draaien van filmbeelden op de achtergrond) de aandacht van het wezenlijke in opera wegneemt.”
Thomas memoreert: “Vroeger was het belangrijkste dat de zanger op de juiste plek ging staan, zijn aria zong en dat alle anderen stilstonden. Ik heb meer dan eens meegemaakt dat een solist zich omdraaide en vermanend sprak: ‘Ik wil niemand zien bewegen terwijl ik mijn aria zing!’. Dat was soms een beetje overdreven, maar het gaat in opera natuurlijk wel om de vocale kunst en die mag niet overschaduwd worden, wel aangevuld.”
In Der Schauspieldirektor komt ook naar voren dat het hebben van een carrière in de theaterwereld consequenties heeft voor het privéleven. Hoe was en is dat voor jullie?
Christopher: “Je bent vaak van huis, dat is niet makkelijk als je een gezin hebt. Mijn eerste huwelijk strandde doordat we zo weinig samen waren. Inmiddels lukt het om het persoonlijke en het professionele beter in balans te krijgen. Ik reis nu vaak mee met mijn vrouw, die ook zangeres is, en andersom.”
Thomas: “Jammer genoeg leer je dat niet op school. Ze zouden eigenlijk les moeten geven in [telt op zijn vingers: één] belastingen en [twee] hoe je het leven vormgeeft als je dit beroep hebt. Ik ben heel dankbaar voor mijn vrouw die inmiddels vijfendertig jaar met mij meereist. Daar heeft ze wel aan moeten wennen; [lachend] ze moest een soort omgekeerde Margaret Thatcher worden, een Duke of Edinburgh, die achter deze Queen ging staan. Het heeft mij enorm geholpen dat ze mij die ruimte heeft gegeven.”
Thomas denkt even na en gaat dan verder: “Maar het is wel een wereld op zich, die opera. Je komt mensen regelmatig tegen bij verschillende producties en daar werk je een tijdlang intensief mee samen; dat wordt vanzelf een soort opera-familie. Als je je eens somber voelt – alleen, ver van huis – helpt die familie je er weer bovenop.”
Interview: Kyra Bertram
-
Sopranen Kristina Bitenc en Chelsea Bonagura over opera en rivaliteit
Laat een reactie achterIn hun rol als prima donna vliegen ze elkaar nog net niet in de haren. Achter de schermen vinden Kristina en Chelsea elkaar juist in hun passie voor het vak. In dit gesprek vullen de twee topartiesten elkaar naadloos aan.
In Der Schauspieldirektor moeten jullie auditie doen. Auditie doen is voor zangers aan de orde van de dag, hoe ervaren jullie dat?
Kristina: “Auditeren is stressvol, en soms moet je een beetje geluk hebben. Daarom heb ik één regel voor mezelf als ik auditeer: trouw blijven aan mezelf. Ik wil het gevoel hebben dat ik mijn best heb gedaan en mijzelf ben gebleven. Ik heb geleerd om mijn innerlijke stem te vertrouwen.”
Chelsea vult aan: “En om te vertrouwen op een heel klein groepje mensen. Want er zijn zoveel meningen als het gaat om stemtypes en wie welke rol zou moeten (kunnen) zingen. Dus ik wil bovenal zelf voelen dat ik goed gepresteerd heb na een auditie en dan zie ik wel of ik het word of niet.”
Wat vinden jullie belangrijk bij het kiezen of accepteren van een rol?
Beiden tegelijkertijd: “Het gezelschap!”
Chelsea: “Op dit punt in mijn leven vind ik het belangrijk om samen te werken met mensen die ik respecteer en die ik aardig vind. Dat gezegd hebbende denk ik dat wij sopranen vaker ja dan nee zeggen op een rol, gewoonweg omdat er meer sopranen zijn dan banen. Wij kunnen dus minder kieskeurig zijn dan bijvoorbeeld onze bariton-collega’s.”
Kristina: “Helemaal mee eens!”
Wat voor soort rollen zingen jullie het liefst?
Kristina: “Fysieke rollen! Ik hou ervan mijn lichaam te gebruiken, terwijl ik zing; liever dan dat ik stil moet staan. Daarnaast vind ik complexe rollen interessant. The Cunning Little Vixen van Janáček staat bijvoorbeeld al lang op mijn verlanglijstje. Ook Violetta uit La Traviata zou ik graag zingen, vanwege haar psychologische reis en de vocale acrobatiek.”
Chelsea: “Ik ga voor de meer psychologische rollen, en dan vooral voor de beetje gekke personages zoals Ophelia in Hamlet. De muziek uit deze opera van Thomas is zo mooi en Ophelia’s ‘mad-scene’ is heel virtuoos. Ik hou van de technische kant van het zingen; erachter zien te komen hoe ik iets het beste kan zingen.”
Vallen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz ook in deze categorie?
Chelsea: “O ja! Toen Opera Zuid me vroeg dacht ik meteen: dat wil ik doen! Madame Herz is op een leuke manier lichtelijk gestoord, dat vind ik heerlijk om te spelen. Bovendien is deze opera een Mozart op steroïden; veel hoge noten, veel coloraturen [snelle, hoge loopjes] en er zit veel komedie in, en dát kan ik elke dag wel doen.”
Kristina: “Eigenlijk weet ik altijd meteen als Opera Zuid belt: ik wil graag meedoen! Daarbij vind ik Mozart heel fijn om te zingen. De muziek ligt mij goed en is vocaal uitdagend. Ik vind het terzet op het eind ook erg leuk: Chelsea en ik kwamen erachter dat onze stemmen ontzettend goed samenklinken en we hebben dezelfde ideeën over hoe we deze muziek willen uitvoeren, dus de samenwerking gaat heel natuurlijk.”
Chelsea: “Absoluut. Het leuke is dat we in het echte leven totaal geen diva’s zijn, dus we kunnen samen veel plezier hebben in deze rollen.”
Is er in de echte operawereld ook sprake van rivaliteit tussen zangers zoals in Der Schauspieldirektor tussen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz?
Chelsea: “Nee, ik denk dat de mate van rivaliteit tegenwoordig niet meer speelt. Ik heb er in ieder geval geen ervaring mee.”
Kristina [tegen Chelsea]: “Als ik jou hoor, denk ik vooral: hoe doet ze dat?”
Chelsea: “En ik denk: hoe krijg ik mijn coloraturen zo snel als zij? Ik raak juist geïnspireerd door andere zangeressen en voel vooral waardering voor de ander. Ik leer bovendien van mijn collega’s.”
Kristina: “We proberen het beste uit elkaar te halen. Onze rollen gaan muzikaal gezien vaak gelijk op, zo tillen we elkaar naar een hoger niveau. Uiteindelijk kunnen we alleen sámen mooie kunst maken.”
Interview: Kyra Bertram
-
Muzikaal leider Enrico Delamboye over Mozart en Der Schauspieldirektor
Laat een reactie achterTussen de repetities door vertelt muzikaal leider van Der Schauspieldirektor Enrico Delamboye over de muziek van Mozart, Der Schauspieldirektor en de ongelooflijke gelijkenissen tussen toen en nu als het gaat om de operawereld.
Opera Zuid brengt Der Schauspieldirektor in een nieuwe en actuele versie. Vertel!
Enrico: “Klopt, het team van Opera Zuid creëert een onmiskenbare Der Schauspieldirektor, maar wel in een geheel eigen versie. Mét een tekst van auteur en regisseur Christopher Gillett en muzikale uitbreidingen. Het origineel* was namelijk bedoeld om enkel vóór de pauze te spelen. Daarom vonden we sommige rollen – met slechts één solostuk – vocaal te weinig bediend en hebben we meer interessante Mozart-aria’s in dit stuk geïntegreerd.”
Wat is er zo interessant en kenmerkend aan de muziek van Mozart?
Enrico: “Om te beginnen was Wolfgang Amadeus Mozart zelf interessant. Voor zover we het kunnen weten was hij in alles een uiterste. Hij was een levensgenieter, een bon vivant, maakte overal een spelletje van en genoot intens. Maar daardoor zat hij meer dan eens in de penarie, want hij leefde op (te) grote voet. Dat kostte hem zelfs bijna zijn relatie met Constanze. Hij was eigenlijk een groot kind, dat een assistent nodig had om het leven in goede banen te leiden. Alhoewel dat misschien wel ten koste zou zijn gegaan van zijn genialiteit. Juist dat spelen, vragen stellen en het net even anders willen doen dan de rest, maakte dat hij frisse muziek schreef die nu nog steeds springlevend is.”
Enthousiast vertelt Enrico verder: “Mozarts muziek is energiek, intelligent georkestreerd en duidelijk gestructureerd. Door die geordendheid en frisheid is de muziek heel toegankelijk. Op mijn verzoek wordt Der Schauspieldirektor door Philzuid met barokpauken en natuurtrompetten gespeeld; zo komen we waar-schijnlijk dichter bij de authentieke klank in het orkest. De muziek zelf is tijdloos. Net zoals de boodschap van Der Schauspieldirektor. Mozart weet op een heel grappige manier het publiek te bevragen, onder meer over de concurrentiestrijd in de kunstwereld. Het positieve daaraan is dat je als artiest het beste uit jezelf wilt halen. Het ellebogenwerk daarentegen, dat stelt Mozart ter discussie. Uiteindelijk zegt hij: ‘kunstenaars moeten elkaar niet beoordelen en de kwaliteit van een artiest vertaalt zich niet in betaling. Iedereen moet het beste van zichzelf geven en dan is het aan het publiek om te oordelen’.”
Die boodschap lijkt inderdaad nog steeds heel relevant…
Enrico: “Ja, ik vind het choquerend en geweldig tegelijk, dat Mozart in Der Schaupieldirektor een heel goede reflectie geeft van hoe het er in de operawereld aan toe gaat, óók meer dan tweehonderd jaar later nog! Want dat er een boel vergelijkingen te trekken zijn tussen Der Schauspieldirektor en de operawereld hier en nu is duidelijk. Deze opera was en is een realistisch-kritische weergave van de uitdagingen in dit wereldje. Het is algemeen bekend dat het moeilijk is voor operagezelschappen om mooie producties te realiseren met steeds minder middelen. Desondanks doen we allemaal – uit liefde voor het vak – ons best om samen een hoogwaardige kunstbeleving te verwezenlijken voor het publiek.”
Denkt u dat het publiek de operawereld beter gaat begrijpen door Der Schauspieldirektor?
Enrico: “Een werk als Der Schauspieldirektor wordt in Oostenrijk ook wel een ‘Schmankerl’ genoemd: een lekkernij, een lekker hapje. Natuurlijk is dit ‘Singspiel’ voor collega’s uit het vak heel herkenbaar en grappig. Maar ook mensen die niet in de operawereld werken, zullen genieten van de prachtige, goed uitgevoerde muziek. Het is namelijk echt een lekker hapje; niet te lang, niet te kort, met hele fijne Mozart-muziek. Het publiek snapt misschien niet álle grapjes, ze zullen zich in ieder geval afvragen of het er echt zo aan toe gaat in de operawereld of dat dit een toneelspel is? En dat is precies wat Mozart zo graag deed; op speelse wijze de situatie bevragen. Wij stellen ons ook continu de vraag: is dit de juiste manier? Dat geldt vooral voor regisseur Christopher maar ik probeer hem daar natuurlijk bij te ondersteunen. Dat is helemaal in de geest van Mozart en Der Schauspieldirektor: het sámen creëren van mooie kunst!”
*Der Schauspieldirektor was onderdeel van een wedstrijd, uitgeschreven door Keizer Joseph II. Hij wilde het Duitse Singspiel, met muziek én gesproken teksten, weer op de kaart zetten. Mozarts ‘concurrent’ was Salieri die een Italiaanse opera buffa schreef; Prima la musica e poi le parole (‘Eerst de muziek, en daarna de woorden’). Het ene werk werd vóór de pauze gespeeld, het andere daarna. Vervolgens was het aan het publiek om te oordelen welke opera hun favoriet was…
Interview: Kyra Bertram