Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023
Categorie Archief:Nieuws
-
Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023
Reacties uitgeschakeld voor Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023Opera Zuid is met Orphée aux Enfers genomineerd voor de VSCD Klassieke Muziekprijs De Ovatie 2023. De Ovatie wordt uitgereikt aan musici die een bijzondere podiumprestatie hebben geleverd en op die manier een belangrijke bijdrage leveren aan het Nederlandse klassieke muziekleven.
Het juryrapport meldt:
“In de productie Orphée aux Enfers was Opera Zuid kleurrijk, gevat, speels, grappig en soms lekker grotesk, zonder te overdrijven. […] Opera Zuid heeft iets neergezet waar het zuiden van het land echt trots op mag zijn. Het is een optimistische, komische, huiselijk knusse manier van opera maken die je in de rest van het land niet ziet.”
De uitreiking van De Ovatie zal in december plaatsvinden, als verrassingsmoment voor de betreffende winnaar.
-
Operacoryfeeën Sir Thomas Allen en Christopher Gillett in gesprek
Laat een reactie achterZe komen elkaar regelmatig tegen op de grote podia van de wereld. Nu werken de twee zangers samen bij Opera Zuid, waar Christopher Gillett een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor regisseert en dé bariton van de twintigste eeuw, Sir Thomas Allen, optreedt als de Schauspieldirektor.
Waarom wilde je graag een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor creëren?
Christopher: “Ik werk al mijn hele volwassen leven in de opera en heb een aantal boeken geschreven over hoe het eraan toe gaat in deze wereld. Het voelt als een luxe om nu een voorstelling te mogen maken over het proces en de moeilijkheden van het creëren van een opera. Ik wil graag laten zien dat het achter de schermen allemaal niet zo glamorous is; we zijn geen supermensen, we vloeken ook gewoon als er iets misgaat en we zijn soms best eenzaam in dit reizende bestaan.”
Thomas: “Mensen maken operazangers inderdaad graag tot een soort iconen, maar dat zijn we natuurlijk helemaal niet. Al zou ik inmiddels niet meer weten wie ik ben zonder dit leven en zonder al die rollen. Ik had het niet anders gewild, ook al voel je elke dag de verantwoordelijkheid en druk om goed te kunnen zingen en moet je stem daarom altijd in goede staat zijn.”
Christopher: “Ik vind het fijn dat ik in deze productie niet afhankelijk ben van mijn stem. Bovendien bevalt het me dat ik nu helemaal zelf mag bepalen hoe ik de voorstelling wil hebben, in tegenstelling tot wanneer ik me als zanger moet houden aan het idee van de regisseur.”
Thomas: “O ja, ik vind het zo leuk dat ik in deze voorstelling als acteur meedoe, en nu zelf mag bepalen hoe ik mijn stem gebruik [intonatie en volume] om de tekst uit te spreken en het verhaal te vertellen, in plaats van dat de muziek dat voorschrijft.”
Christopher: “In opera definieert de muziek wat wij doen. Dat is heel anders dan in een toneelstuk. Daarom vind ik het zo spannend om dat nu allebei in één voorstelling te combineren; zowel opera-aria’s als gesproken toneelteksten.”
Hebben jullie – bij het creëren van deze voorstelling – ook te maken met de moeilijkheden die zich voordoen in Der Schauspieldirektor?
“Ja, op dat soort levensechte perikelen is de voorstelling gebaseerd. Zo valt er wel eens een zanger uit. Dan moet de regieassistent de tekst oplezen en ondertussen de invalzanger wijzen waar hij of zij moet lopen, zodat deze alleen de aria hoeft te zingen. Maar, ik wilde niet te veel decorwisselingen en technische snufjes, dus dat scheelt een hoop moeilijkheden. Ik hou ervan om het theatrale te laten spreken; er schuilt namelijk een enorme dramatische kracht in de muziek en zang zelf. Ik vind het zonde als de techniek (bijvoorbeeld het draaien van filmbeelden op de achtergrond) de aandacht van het wezenlijke in opera wegneemt.”
Thomas memoreert: “Vroeger was het belangrijkste dat de zanger op de juiste plek ging staan, zijn aria zong en dat alle anderen stilstonden. Ik heb meer dan eens meegemaakt dat een solist zich omdraaide en vermanend sprak: ‘Ik wil niemand zien bewegen terwijl ik mijn aria zing!’. Dat was soms een beetje overdreven, maar het gaat in opera natuurlijk wel om de vocale kunst en die mag niet overschaduwd worden, wel aangevuld.”
In Der Schauspieldirektor komt ook naar voren dat het hebben van een carrière in de theaterwereld consequenties heeft voor het privéleven. Hoe was en is dat voor jullie?
Christopher: “Je bent vaak van huis, dat is niet makkelijk als je een gezin hebt. Mijn eerste huwelijk strandde doordat we zo weinig samen waren. Inmiddels lukt het om het persoonlijke en het professionele beter in balans te krijgen. Ik reis nu vaak mee met mijn vrouw, die ook zangeres is, en andersom.”
Thomas: “Jammer genoeg leer je dat niet op school. Ze zouden eigenlijk les moeten geven in [telt op zijn vingers: één] belastingen en [twee] hoe je het leven vormgeeft als je dit beroep hebt. Ik ben heel dankbaar voor mijn vrouw die inmiddels vijfendertig jaar met mij meereist. Daar heeft ze wel aan moeten wennen; [lachend] ze moest een soort omgekeerde Margaret Thatcher worden, een Duke of Edinburgh, die achter deze Queen ging staan. Het heeft mij enorm geholpen dat ze mij die ruimte heeft gegeven.”
Thomas denkt even na en gaat dan verder: “Maar het is wel een wereld op zich, die opera. Je komt mensen regelmatig tegen bij verschillende producties en daar werk je een tijdlang intensief mee samen; dat wordt vanzelf een soort opera-familie. Als je je eens somber voelt – alleen, ver van huis – helpt die familie je er weer bovenop.”
Interview: Kyra Bertram
-
Sopranen Kristina Bitenc en Chelsea Bonagura over opera en rivaliteit
Laat een reactie achterIn hun rol als prima donna vliegen ze elkaar nog net niet in de haren. Achter de schermen vinden Kristina en Chelsea elkaar juist in hun passie voor het vak. In dit gesprek vullen de twee topartiesten elkaar naadloos aan.
In Der Schauspieldirektor moeten jullie auditie doen. Auditie doen is voor zangers aan de orde van de dag, hoe ervaren jullie dat?
Kristina: “Auditeren is stressvol, en soms moet je een beetje geluk hebben. Daarom heb ik één regel voor mezelf als ik auditeer: trouw blijven aan mezelf. Ik wil het gevoel hebben dat ik mijn best heb gedaan en mijzelf ben gebleven. Ik heb geleerd om mijn innerlijke stem te vertrouwen.”
Chelsea vult aan: “En om te vertrouwen op een heel klein groepje mensen. Want er zijn zoveel meningen als het gaat om stemtypes en wie welke rol zou moeten (kunnen) zingen. Dus ik wil bovenal zelf voelen dat ik goed gepresteerd heb na een auditie en dan zie ik wel of ik het word of niet.”
Wat vinden jullie belangrijk bij het kiezen of accepteren van een rol?
Beiden tegelijkertijd: “Het gezelschap!”
Chelsea: “Op dit punt in mijn leven vind ik het belangrijk om samen te werken met mensen die ik respecteer en die ik aardig vind. Dat gezegd hebbende denk ik dat wij sopranen vaker ja dan nee zeggen op een rol, gewoonweg omdat er meer sopranen zijn dan banen. Wij kunnen dus minder kieskeurig zijn dan bijvoorbeeld onze bariton-collega’s.”
Kristina: “Helemaal mee eens!”
Wat voor soort rollen zingen jullie het liefst?
Kristina: “Fysieke rollen! Ik hou ervan mijn lichaam te gebruiken, terwijl ik zing; liever dan dat ik stil moet staan. Daarnaast vind ik complexe rollen interessant. The Cunning Little Vixen van Janáček staat bijvoorbeeld al lang op mijn verlanglijstje. Ook Violetta uit La Traviata zou ik graag zingen, vanwege haar psychologische reis en de vocale acrobatiek.”
Chelsea: “Ik ga voor de meer psychologische rollen, en dan vooral voor de beetje gekke personages zoals Ophelia in Hamlet. De muziek uit deze opera van Thomas is zo mooi en Ophelia’s ‘mad-scene’ is heel virtuoos. Ik hou van de technische kant van het zingen; erachter zien te komen hoe ik iets het beste kan zingen.”
Vallen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz ook in deze categorie?
Chelsea: “O ja! Toen Opera Zuid me vroeg dacht ik meteen: dat wil ik doen! Madame Herz is op een leuke manier lichtelijk gestoord, dat vind ik heerlijk om te spelen. Bovendien is deze opera een Mozart op steroïden; veel hoge noten, veel coloraturen [snelle, hoge loopjes] en er zit veel komedie in, en dát kan ik elke dag wel doen.”
Kristina: “Eigenlijk weet ik altijd meteen als Opera Zuid belt: ik wil graag meedoen! Daarbij vind ik Mozart heel fijn om te zingen. De muziek ligt mij goed en is vocaal uitdagend. Ik vind het terzet op het eind ook erg leuk: Chelsea en ik kwamen erachter dat onze stemmen ontzettend goed samenklinken en we hebben dezelfde ideeën over hoe we deze muziek willen uitvoeren, dus de samenwerking gaat heel natuurlijk.”
Chelsea: “Absoluut. Het leuke is dat we in het echte leven totaal geen diva’s zijn, dus we kunnen samen veel plezier hebben in deze rollen.”
Is er in de echte operawereld ook sprake van rivaliteit tussen zangers zoals in Der Schauspieldirektor tussen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz?
Chelsea: “Nee, ik denk dat de mate van rivaliteit tegenwoordig niet meer speelt. Ik heb er in ieder geval geen ervaring mee.”
Kristina [tegen Chelsea]: “Als ik jou hoor, denk ik vooral: hoe doet ze dat?”
Chelsea: “En ik denk: hoe krijg ik mijn coloraturen zo snel als zij? Ik raak juist geïnspireerd door andere zangeressen en voel vooral waardering voor de ander. Ik leer bovendien van mijn collega’s.”
Kristina: “We proberen het beste uit elkaar te halen. Onze rollen gaan muzikaal gezien vaak gelijk op, zo tillen we elkaar naar een hoger niveau. Uiteindelijk kunnen we alleen sámen mooie kunst maken.”
Interview: Kyra Bertram
-
Muzikaal leider Enrico Delamboye over Mozart en Der Schauspieldirektor
Laat een reactie achterTussen de repetities door vertelt muzikaal leider van Der Schauspieldirektor Enrico Delamboye over de muziek van Mozart, Der Schauspieldirektor en de ongelooflijke gelijkenissen tussen toen en nu als het gaat om de operawereld.
Opera Zuid brengt Der Schauspieldirektor in een nieuwe en actuele versie. Vertel!
Enrico: “Klopt, het team van Opera Zuid creëert een onmiskenbare Der Schauspieldirektor, maar wel in een geheel eigen versie. Mét een tekst van auteur en regisseur Christopher Gillett en muzikale uitbreidingen. Het origineel* was namelijk bedoeld om enkel vóór de pauze te spelen. Daarom vonden we sommige rollen – met slechts één solostuk – vocaal te weinig bediend en hebben we meer interessante Mozart-aria’s in dit stuk geïntegreerd.”
Wat is er zo interessant en kenmerkend aan de muziek van Mozart?
Enrico: “Om te beginnen was Wolfgang Amadeus Mozart zelf interessant. Voor zover we het kunnen weten was hij in alles een uiterste. Hij was een levensgenieter, een bon vivant, maakte overal een spelletje van en genoot intens. Maar daardoor zat hij meer dan eens in de penarie, want hij leefde op (te) grote voet. Dat kostte hem zelfs bijna zijn relatie met Constanze. Hij was eigenlijk een groot kind, dat een assistent nodig had om het leven in goede banen te leiden. Alhoewel dat misschien wel ten koste zou zijn gegaan van zijn genialiteit. Juist dat spelen, vragen stellen en het net even anders willen doen dan de rest, maakte dat hij frisse muziek schreef die nu nog steeds springlevend is.”
Enthousiast vertelt Enrico verder: “Mozarts muziek is energiek, intelligent georkestreerd en duidelijk gestructureerd. Door die geordendheid en frisheid is de muziek heel toegankelijk. Op mijn verzoek wordt Der Schauspieldirektor door Philzuid met barokpauken en natuurtrompetten gespeeld; zo komen we waar-schijnlijk dichter bij de authentieke klank in het orkest. De muziek zelf is tijdloos. Net zoals de boodschap van Der Schauspieldirektor. Mozart weet op een heel grappige manier het publiek te bevragen, onder meer over de concurrentiestrijd in de kunstwereld. Het positieve daaraan is dat je als artiest het beste uit jezelf wilt halen. Het ellebogenwerk daarentegen, dat stelt Mozart ter discussie. Uiteindelijk zegt hij: ‘kunstenaars moeten elkaar niet beoordelen en de kwaliteit van een artiest vertaalt zich niet in betaling. Iedereen moet het beste van zichzelf geven en dan is het aan het publiek om te oordelen’.”
Die boodschap lijkt inderdaad nog steeds heel relevant…
Enrico: “Ja, ik vind het choquerend en geweldig tegelijk, dat Mozart in Der Schaupieldirektor een heel goede reflectie geeft van hoe het er in de operawereld aan toe gaat, óók meer dan tweehonderd jaar later nog! Want dat er een boel vergelijkingen te trekken zijn tussen Der Schauspieldirektor en de operawereld hier en nu is duidelijk. Deze opera was en is een realistisch-kritische weergave van de uitdagingen in dit wereldje. Het is algemeen bekend dat het moeilijk is voor operagezelschappen om mooie producties te realiseren met steeds minder middelen. Desondanks doen we allemaal – uit liefde voor het vak – ons best om samen een hoogwaardige kunstbeleving te verwezenlijken voor het publiek.”
Denkt u dat het publiek de operawereld beter gaat begrijpen door Der Schauspieldirektor?
Enrico: “Een werk als Der Schauspieldirektor wordt in Oostenrijk ook wel een ‘Schmankerl’ genoemd: een lekkernij, een lekker hapje. Natuurlijk is dit ‘Singspiel’ voor collega’s uit het vak heel herkenbaar en grappig. Maar ook mensen die niet in de operawereld werken, zullen genieten van de prachtige, goed uitgevoerde muziek. Het is namelijk echt een lekker hapje; niet te lang, niet te kort, met hele fijne Mozart-muziek. Het publiek snapt misschien niet álle grapjes, ze zullen zich in ieder geval afvragen of het er echt zo aan toe gaat in de operawereld of dat dit een toneelspel is? En dat is precies wat Mozart zo graag deed; op speelse wijze de situatie bevragen. Wij stellen ons ook continu de vraag: is dit de juiste manier? Dat geldt vooral voor regisseur Christopher maar ik probeer hem daar natuurlijk bij te ondersteunen. Dat is helemaal in de geest van Mozart en Der Schauspieldirektor: het sámen creëren van mooie kunst!”
*Der Schauspieldirektor was onderdeel van een wedstrijd, uitgeschreven door Keizer Joseph II. Hij wilde het Duitse Singspiel, met muziek én gesproken teksten, weer op de kaart zetten. Mozarts ‘concurrent’ was Salieri die een Italiaanse opera buffa schreef; Prima la musica e poi le parole (‘Eerst de muziek, en daarna de woorden’). Het ene werk werd vóór de pauze gespeeld, het andere daarna. Vervolgens was het aan het publiek om te oordelen welke opera hun favoriet was…
Interview: Kyra Bertram
-
Orphée aux Enfers geannuleerd tijdens Opera op de Parade
Reacties uitgeschakeld voor Orphée aux Enfers geannuleerd tijdens Opera op de ParadeMet veel pijn in ons hart moeten we jullie mededelen dat de laatste voorstelling van Orphée aux Enfers vanavond tijdens Opera op de Parade te ‘s-Hertogenbosch niet doorgaat vanwege de slechte weersomstandigheden. Hiermee komt er helaas vroegtijdig een einde aan onze tournee. Vanaf deze plek willen we graag iedereen bedanken die voornemens was dit prachtige spektakel voor de laatste keer te komen bekijken. We hopen jullie binnenkort weer te mogen begroeten
-
Jeugdlintje voor gezicht van Buurt Opera Malpertuis
Laat een reactie achterGisteren ontving Dunya Jongen (11) een jeugdlintje uit handen van wethouder Manon Fokke en kinderburgemeester Joost de Goeij in Stadhuis Maastricht voor haar bijdrage aan Buurt Opera Malpertuis van Opera Zuid. Dunya is het gezicht van de Buurt Opera Malpertuis 2022.
Fokke: „Dunya is geconcentreerd, gedreven, serieus en respectvol. De selectiecommissie vindt het mooi om te zien hoe Dunya zich inzet voor de samenleving en alle leeftijden. Ze is een kartrekker en neemt andere kinderen mee. Door het gezicht te zijn van Buurtopera Malpertuis geeft ze duidelijk aan dat ze zich kwetsbaar durft op te stellen op jonge leeftijd en is ze een voorbeeld voor andere kinderen.” De Limburger https://m.limburger.nl/cnt/dmf20230601_96089640
En daar zijn wij het natuurlijk volkomen mee eens! Een dikke proficiat ook namens ons. We zijn super trots op Dunya.
Buurt Opera Malpertuis is een initiatief van Opera Zuid in samenwerking met Conservatorium Maastricht, Trajekt en de Kunstketel en wordt mede mogelijk gemaakt door CultuurmakersMaastricht, Fonds voor Cultuurparticipatie, Gemeente Maastricht, Elisabeth Strouven Fonds, Stichting Kanunnik Salden Nieuwenhof en het Oranje Fonds.
> Voor meer informatie ga naar operazuid.nl/bom
-
Masterclass
Laat een reactie achterOn vocal techniques, style and interpretation in opera.
Verdeeld tussen de dictiecoach die aandringt op ’tekst!’, de leraar die adviseert ‘gewoon de klinkers te zingen’, de zangcoach die ‘core and sustain’ wil, de dirigent die ‘piano’ fluistert, en de regisseur die eist ‘ik wil emotie zien!’.
Chelsea Bonagura (vocal coach en sopraan) en Lochlan Brown (dirigent en repetitor) geven regelmatig masterclasses om duidelijk te maken dat iedereen uiteindelijk op dezelfde golflengte zit, maar alleen verdwaald is in de terminologie. ‘Wij geloven dat vocalisme, taal, muziek en interpretatie geen rivalen zijn die om jouw aandacht strijden, maar juist allemaal complementaire delen van dezelfde prachtige operapuzzel, mits we over de juiste informatie en technieken beschikken.’
Ben je in Maastricht of in de buurt, kom dan naar Opera Zuid en vindt samen met Lochlan Brown en Chelsea Bonagura een authentieke, harmonieuze relatie tussen jezelf, je stem en de verwachtingen van professionele operahuizen. De masterclass wordt in het Engels gehouden op 10 juni om 11:00 uur in de Malpertuis Studio van Opera Zuid.
Stuur je CV en een video opname naar masterclass@operazuid.nl voor 7 juni.
Zowel Chelsea Bonagura als Lochlan Brown zullen volgend seizoen meewerken aan Mozarts Der Schauspieldirektor van Opera Zuid.
-
Interview Enrico en Benjamin over samenwerking Orphée aux Enfers
Laat een reactie achterOpera Zuid vroeg dirigent Enrico Delamboye en regisseur Benjamin Prins of ze Offenbachs Orphée aux Enfers samen op het toneel wilden brengen. Hun antwoord was even duidelijk als enthousiast; en óf ze daar zin in hebben!
Wat maakt deze opera typisch Jacques Offenbach?
Enrico: ‘Orphée aux Enfers is grappig, levendig, kritisch en het verveelt nooit.’
Benjamin: ‘Het is slim vermaak. Dat zit ‘m in alle satirische grapjes, maar ook in het gebruik van verschillende tijdlijnen. Dat maakt het ontzettend scherpzinnig. Daarom hebben we het ook in een neoclassicistisch kader geplaatst. Dat biedt de perfecte basis voor dit niet-chronologische stuk om het over toen én nu te hebben.
Er is een speciale rol weggelegd voor dans in deze opera…
Benjamin: ‘Ja, net als in het origineel (waar ballet in zit) kozen wij er bewust voor om met live dansers te werken. Zij brengen eigenlijk alles samen; hun lichamen vertellen in dit geval méér dan woorden. Ze blijken de lijm tussen de muziek en het drama, wat ook niet zo gek is, want deze opera draait om dans! Eurydice is klaar met ‘de vrouw van’ zijn. Ze wil Bacchante worden, een danseres, een artieste, een vrouw die haar eigen manier van leven kiest.’
Een Bacchante?
Benjamin: ‘In negentiende-eeuws Frankrijk wist iedereen waar de Bacchante voor stond: ze was hét beeld van de populaire, wilde dans, vrij van regels. De Bacchantes waren ‘volgers’ van de god Bacchus en hij was de god van de wijn, van dronkenschap, van een bepaalde wildheid en overdaad. Het feit dat Eurydice daarvoor kiest, voor zichzelf kiest…daar vindt iedereen iets van. Maar pas op, er zit een kleine plottwist in…!’In tegenstelling tot de regie, is de muziek wel voorgeschreven. Wat kan een dirigent nog toevoegen aan de muziek van Offenbach?
Enrico: ‘Zijn muziek is vederlicht en geestig. Bij Offenbach gaat het om de dingen die je niet verwacht; daar heb je een perfecte timing voor nodig. Voor het publiek moet het lijken alsof alles vanzelf gaat en het volkomen vanzelfsprekend is. En wat ik dan toevoeg? Natuurlijk mijn muzikaliteit en mijn visie als het gaat om taal in relatie tot het tempo bijvoorbeeld. Maar deze muziek heeft ook veel levendigheid nodig, dus alle plezier en humor die ik in me heb – niet zo moeilijk met dit vak! – stop ik in de muziek en in het dirigeren. Het meest belangrijke is denk ik dat ik, zonder zelf geluid te maken, de initiator ben van de muziek. Ik activeer alle musici en geef ze de kans de juiste energie en het juiste gevoel in de muziek te brengen. We moeten het tenslotte samen doen!’
En hoe gaat die samenwerking tussen jullie beiden?
Benjamin: ‘We hebben het hele concept eigenlijk samen bedacht en we zijn nog altijd constant aan het finetunen.’ Enrico: ‘Inderdaad, we respecteren elkaar enorm en helpen elkaar om muzikale of dramaturgische moeilijkheden op te lossen.’ Benjamin: ‘Ja, wij werken goed samen en vertrouwen elkaar. Dat hebben we bij Fantasio (2019) al ontdekt. We maken geen problemen waar ze niet zijn, geen drama’s: we kijken voorwaarts en opwaarts! Daar helpt de muziek natuurlijk ook bij, die is zo vrolijk en positief, als champagnebubbels die omhoog borrelen. Deze muziek brengt zoveel vreugde!’ Enrico: ‘En dat kunnen we allemaal wel gebruiken.’
Wat is je favoriete moment in Orphée aux Enfers?
Enrico: ‘Als ik echt moet kiezen; de introductie. Dat is geen pompeuze ouverture waarin je alle thema’s van de avond al voorbij hoort komen, zoals gewoon was in die tijd. Orphée begint uit het niets, met een klarinet, een kleine pastorale, een melodietje dat zich ontwikkelt, heel verrassend.’
Benjamin: ‘Voor mij is dat het Protest van de Goden. Orphée aux Enfers was mijn eerste ervaring met muzikaal theater als kind. Toen ik zag hoe al die volwassenen zoveel lol hadden op dat podium, dacht ik: wow, het kan echt heel leuk zijn om volwassen te zijn. Nu, 30 jaar later, hoop ik dat onze uitvoering de bezoekers nét zo kan betoveren.’
Interview: Kyra Bertram
-
Marloes en Wikke over Orphée aux Enfers; decor dat uitbreekt!
Laat een reactie achterOntwerpers Marloes van der Hoek en Wikke van Houwelingen zijn gewend om als duo hun decorontwerpen te maken. Ideeën daarvoor ontstaan tijdens museumbezoeken, beeldonderzoek en brainstormsessies, in hun atelier én aan de keukentafel. Dit keer liep dat anders; samen met een heel artistiek team werd de basis voor Orphée aux Enfers al pratend gelegd, aan tafel bij regisseur Benjamin Prins in Parijs.
Wikke: ‘Normaal gesproken lezen we het script, praten we met de regisseur en gaan we – met zijn tweeën – inspiratie opdoen, zo komen we al associërend tot ideeën.’
Marloes: ‘Maar nu, in Parijs, hebben we voornamelijk gepraat; over Orphée aux Enfers, over wat het werk betekent, over de componist. Benjamin is een enorme Offenbach-kenner dus het was heel inspirerend om hem daarover te horen. De componist was een vernieuwer en inspirator in zijn tijd, maatschappijkritisch ook. Dus dan wil je weten: hoe staan wij nu in relatie tot wat hij deed? Het is heel interessant om te kijken hoe je de gedachte van Offenbach mee kunt nemen naar het nu.’
Wikke: ‘Zo wilde Benjamin de pastorale aan het begin graag klassiek houden. Dan is het onze taak om uit te zoeken hoe we op dat gegeven kunnen voortborduren, hoe we dat meer eigen kunnen maken en kunnen openbreken.’
Marloes: ‘Ja, want we willen Offenbach niet precies reproduceren. Ik vond het heel prikkelend en uitdagend om te onderzoeken: kunnen we dat klassieke uitgangspunt een twist geven zodat het ook modern aanvoelt?’
Wikke: ‘Ik vond dat heel inspirerend! Als je vastzit in een soort korset (net zoals Eurydice), hoe ga je daar in je vormgeving dan uít breken? We hopen dat het publiek op het verkeerde been wordt gezet: dat ze aan het begin een traditioneel decor denken te zien, maar aan het eind toch verrast naar buiten lopen. Want zó klassiek is het niet, (lachend) we noemen het ook wel ons ultra-neoclassicisme.’
Wikke verduidelijkt door te omschrijven hoe hun ontwerp eruitziet: ‘Het decor bestaat uit 2D platen bedrukt met prints, de kleuren zijn knallender gemaakt en we hebben er nog meer humor in verwerkt. Het begindecor oogt dus klassiek, maar als je goed kijkt, zie en voel je al dat dat uitbreken zich aankondigt…’
Marloes: ‘Ook qua uitvoering is het net als het oude theater; met al die changementen, panelen die tevoorschijn komen en naar de zijkant weg gaan, heel dynamisch. Maar het is een soort parodie op het klassieke gegeven. Dat is precies wat Offenbach zelf de hele tijd doet, daarom voelen wij ook de vrijheid daarmee te spelen.’ Ze vervolgt: ‘Dat soort spielerei líj́kt een oppervlakkig spel met vormen, maar dat kun je alleen doen omdat er wel degelijk een verhaal onder zit. Er zijn veel verbanden tussen de tijd waarin Offenbach dit schreef en nu; bijvoorbeeld die decadentie, de opkomst van het kapitalisme, daar zaten ze toen ook al mee. Dat maatschappijkritische zit hier net zo goed in.’
Wikke: ‘De precieze boodschap komt natuurlijk nooit letterlijk over, maar ik hoop wel dat men het proces van transformatie gaat voelen. Net zoals de personages een transformatie ondergaan, transformeren we het toneel van mooi en conventioneel naar – uiteindelijk – speels en vrij.’
Interview: Kyra Bertram
-
In Memoriam
Reacties uitgeschakeld voor In MemoriamOpera Zuid, het team van Buurt Opera Malpertuis en alle directbetrokkenen zijn verdrietig en aangeslagen door het plotselinge overlijden van Pieter Eijssen (1956 – 2023).
Pieter was deelnemer én kartrekker van de Buurt Opera Malpertuis (BOM). Zijn onvermoeibare inzet en betrokkenheid waren onmisbaar in de verhalen en persoonlijke anekdotes die tot de muziek-theatrale BOM-voorstellingen hebben geleid.
Hübst tieg al gejenkt? vroeg Pieter altijd met een grote grijns. Zijn lach en zang zullen altijd blijven nagalmen in Opera Zuid.
We wensen familie en vrienden van Pieter veel sterkte de komende periode.
Team Opera Zuid