Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023
Auteur Archief:Fanny Bartels
-
Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023
Reacties uitgeschakeld voor Orphée aux Enfers genomineerd voor De Ovatie 2023Opera Zuid is met Orphée aux Enfers genomineerd voor de VSCD Klassieke Muziekprijs De Ovatie 2023. De Ovatie wordt uitgereikt aan musici die een bijzondere podiumprestatie hebben geleverd en op die manier een belangrijke bijdrage leveren aan het Nederlandse klassieke muziekleven.
Het juryrapport meldt:
“In de productie Orphée aux Enfers was Opera Zuid kleurrijk, gevat, speels, grappig en soms lekker grotesk, zonder te overdrijven. […] Opera Zuid heeft iets neergezet waar het zuiden van het land echt trots op mag zijn. Het is een optimistische, komische, huiselijk knusse manier van opera maken die je in de rest van het land niet ziet.”
De uitreiking van De Ovatie zal in december plaatsvinden, als verrassingsmoment voor de betreffende winnaar.
-
Operacoryfeeën Sir Thomas Allen en Christopher Gillett in gesprek
Laat een reactie achterZe komen elkaar regelmatig tegen op de grote podia van de wereld. Nu werken de twee zangers samen bij Opera Zuid, waar Christopher Gillett een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor regisseert en dé bariton van de twintigste eeuw, Sir Thomas Allen, optreedt als de Schauspieldirektor.
Waarom wilde je graag een nieuwe versie van Der Schauspieldirektor creëren?
Christopher: “Ik werk al mijn hele volwassen leven in de opera en heb een aantal boeken geschreven over hoe het eraan toe gaat in deze wereld. Het voelt als een luxe om nu een voorstelling te mogen maken over het proces en de moeilijkheden van het creëren van een opera. Ik wil graag laten zien dat het achter de schermen allemaal niet zo glamorous is; we zijn geen supermensen, we vloeken ook gewoon als er iets misgaat en we zijn soms best eenzaam in dit reizende bestaan.”
Thomas: “Mensen maken operazangers inderdaad graag tot een soort iconen, maar dat zijn we natuurlijk helemaal niet. Al zou ik inmiddels niet meer weten wie ik ben zonder dit leven en zonder al die rollen. Ik had het niet anders gewild, ook al voel je elke dag de verantwoordelijkheid en druk om goed te kunnen zingen en moet je stem daarom altijd in goede staat zijn.”
Christopher: “Ik vind het fijn dat ik in deze productie niet afhankelijk ben van mijn stem. Bovendien bevalt het me dat ik nu helemaal zelf mag bepalen hoe ik de voorstelling wil hebben, in tegenstelling tot wanneer ik me als zanger moet houden aan het idee van de regisseur.”
Thomas: “O ja, ik vind het zo leuk dat ik in deze voorstelling als acteur meedoe, en nu zelf mag bepalen hoe ik mijn stem gebruik [intonatie en volume] om de tekst uit te spreken en het verhaal te vertellen, in plaats van dat de muziek dat voorschrijft.”
Christopher: “In opera definieert de muziek wat wij doen. Dat is heel anders dan in een toneelstuk. Daarom vind ik het zo spannend om dat nu allebei in één voorstelling te combineren; zowel opera-aria’s als gesproken toneelteksten.”
Hebben jullie – bij het creëren van deze voorstelling – ook te maken met de moeilijkheden die zich voordoen in Der Schauspieldirektor?
“Ja, op dat soort levensechte perikelen is de voorstelling gebaseerd. Zo valt er wel eens een zanger uit. Dan moet de regieassistent de tekst oplezen en ondertussen de invalzanger wijzen waar hij of zij moet lopen, zodat deze alleen de aria hoeft te zingen. Maar, ik wilde niet te veel decorwisselingen en technische snufjes, dus dat scheelt een hoop moeilijkheden. Ik hou ervan om het theatrale te laten spreken; er schuilt namelijk een enorme dramatische kracht in de muziek en zang zelf. Ik vind het zonde als de techniek (bijvoorbeeld het draaien van filmbeelden op de achtergrond) de aandacht van het wezenlijke in opera wegneemt.”
Thomas memoreert: “Vroeger was het belangrijkste dat de zanger op de juiste plek ging staan, zijn aria zong en dat alle anderen stilstonden. Ik heb meer dan eens meegemaakt dat een solist zich omdraaide en vermanend sprak: ‘Ik wil niemand zien bewegen terwijl ik mijn aria zing!’. Dat was soms een beetje overdreven, maar het gaat in opera natuurlijk wel om de vocale kunst en die mag niet overschaduwd worden, wel aangevuld.”
In Der Schauspieldirektor komt ook naar voren dat het hebben van een carrière in de theaterwereld consequenties heeft voor het privéleven. Hoe was en is dat voor jullie?
Christopher: “Je bent vaak van huis, dat is niet makkelijk als je een gezin hebt. Mijn eerste huwelijk strandde doordat we zo weinig samen waren. Inmiddels lukt het om het persoonlijke en het professionele beter in balans te krijgen. Ik reis nu vaak mee met mijn vrouw, die ook zangeres is, en andersom.”
Thomas: “Jammer genoeg leer je dat niet op school. Ze zouden eigenlijk les moeten geven in [telt op zijn vingers: één] belastingen en [twee] hoe je het leven vormgeeft als je dit beroep hebt. Ik ben heel dankbaar voor mijn vrouw die inmiddels vijfendertig jaar met mij meereist. Daar heeft ze wel aan moeten wennen; [lachend] ze moest een soort omgekeerde Margaret Thatcher worden, een Duke of Edinburgh, die achter deze Queen ging staan. Het heeft mij enorm geholpen dat ze mij die ruimte heeft gegeven.”
Thomas denkt even na en gaat dan verder: “Maar het is wel een wereld op zich, die opera. Je komt mensen regelmatig tegen bij verschillende producties en daar werk je een tijdlang intensief mee samen; dat wordt vanzelf een soort opera-familie. Als je je eens somber voelt – alleen, ver van huis – helpt die familie je er weer bovenop.”
Interview: Kyra Bertram
-
Sopranen Kristina Bitenc en Chelsea Bonagura over opera en rivaliteit
Laat een reactie achterIn hun rol als prima donna vliegen ze elkaar nog net niet in de haren. Achter de schermen vinden Kristina en Chelsea elkaar juist in hun passie voor het vak. In dit gesprek vullen de twee topartiesten elkaar naadloos aan.
In Der Schauspieldirektor moeten jullie auditie doen. Auditie doen is voor zangers aan de orde van de dag, hoe ervaren jullie dat?
Kristina: “Auditeren is stressvol, en soms moet je een beetje geluk hebben. Daarom heb ik één regel voor mezelf als ik auditeer: trouw blijven aan mezelf. Ik wil het gevoel hebben dat ik mijn best heb gedaan en mijzelf ben gebleven. Ik heb geleerd om mijn innerlijke stem te vertrouwen.”
Chelsea vult aan: “En om te vertrouwen op een heel klein groepje mensen. Want er zijn zoveel meningen als het gaat om stemtypes en wie welke rol zou moeten (kunnen) zingen. Dus ik wil bovenal zelf voelen dat ik goed gepresteerd heb na een auditie en dan zie ik wel of ik het word of niet.”
Wat vinden jullie belangrijk bij het kiezen of accepteren van een rol?
Beiden tegelijkertijd: “Het gezelschap!”
Chelsea: “Op dit punt in mijn leven vind ik het belangrijk om samen te werken met mensen die ik respecteer en die ik aardig vind. Dat gezegd hebbende denk ik dat wij sopranen vaker ja dan nee zeggen op een rol, gewoonweg omdat er meer sopranen zijn dan banen. Wij kunnen dus minder kieskeurig zijn dan bijvoorbeeld onze bariton-collega’s.”
Kristina: “Helemaal mee eens!”
Wat voor soort rollen zingen jullie het liefst?
Kristina: “Fysieke rollen! Ik hou ervan mijn lichaam te gebruiken, terwijl ik zing; liever dan dat ik stil moet staan. Daarnaast vind ik complexe rollen interessant. The Cunning Little Vixen van Janáček staat bijvoorbeeld al lang op mijn verlanglijstje. Ook Violetta uit La Traviata zou ik graag zingen, vanwege haar psychologische reis en de vocale acrobatiek.”
Chelsea: “Ik ga voor de meer psychologische rollen, en dan vooral voor de beetje gekke personages zoals Ophelia in Hamlet. De muziek uit deze opera van Thomas is zo mooi en Ophelia’s ‘mad-scene’ is heel virtuoos. Ik hou van de technische kant van het zingen; erachter zien te komen hoe ik iets het beste kan zingen.”
Vallen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz ook in deze categorie?
Chelsea: “O ja! Toen Opera Zuid me vroeg dacht ik meteen: dat wil ik doen! Madame Herz is op een leuke manier lichtelijk gestoord, dat vind ik heerlijk om te spelen. Bovendien is deze opera een Mozart op steroïden; veel hoge noten, veel coloraturen [snelle, hoge loopjes] en er zit veel komedie in, en dát kan ik elke dag wel doen.”
Kristina: “Eigenlijk weet ik altijd meteen als Opera Zuid belt: ik wil graag meedoen! Daarbij vind ik Mozart heel fijn om te zingen. De muziek ligt mij goed en is vocaal uitdagend. Ik vind het terzet op het eind ook erg leuk: Chelsea en ik kwamen erachter dat onze stemmen ontzettend goed samenklinken en we hebben dezelfde ideeën over hoe we deze muziek willen uitvoeren, dus de samenwerking gaat heel natuurlijk.”
Chelsea: “Absoluut. Het leuke is dat we in het echte leven totaal geen diva’s zijn, dus we kunnen samen veel plezier hebben in deze rollen.”
Is er in de echte operawereld ook sprake van rivaliteit tussen zangers zoals in Der Schauspieldirektor tussen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz?
Chelsea: “Nee, ik denk dat de mate van rivaliteit tegenwoordig niet meer speelt. Ik heb er in ieder geval geen ervaring mee.”
Kristina [tegen Chelsea]: “Als ik jou hoor, denk ik vooral: hoe doet ze dat?”
Chelsea: “En ik denk: hoe krijg ik mijn coloraturen zo snel als zij? Ik raak juist geïnspireerd door andere zangeressen en voel vooral waardering voor de ander. Ik leer bovendien van mijn collega’s.”
Kristina: “We proberen het beste uit elkaar te halen. Onze rollen gaan muzikaal gezien vaak gelijk op, zo tillen we elkaar naar een hoger niveau. Uiteindelijk kunnen we alleen sámen mooie kunst maken.”
Interview: Kyra Bertram
-
Muzikaal leider Enrico Delamboye over Mozart en Der Schauspieldirektor
Laat een reactie achterTussen de repetities door vertelt muzikaal leider van Der Schauspieldirektor Enrico Delamboye over de muziek van Mozart, Der Schauspieldirektor en de ongelooflijke gelijkenissen tussen toen en nu als het gaat om de operawereld.
Opera Zuid brengt Der Schauspieldirektor in een nieuwe en actuele versie. Vertel!
Enrico: “Klopt, het team van Opera Zuid creëert een onmiskenbare Der Schauspieldirektor, maar wel in een geheel eigen versie. Mét een tekst van auteur en regisseur Christopher Gillett en muzikale uitbreidingen. Het origineel* was namelijk bedoeld om enkel vóór de pauze te spelen. Daarom vonden we sommige rollen – met slechts één solostuk – vocaal te weinig bediend en hebben we meer interessante Mozart-aria’s in dit stuk geïntegreerd.”
Wat is er zo interessant en kenmerkend aan de muziek van Mozart?
Enrico: “Om te beginnen was Wolfgang Amadeus Mozart zelf interessant. Voor zover we het kunnen weten was hij in alles een uiterste. Hij was een levensgenieter, een bon vivant, maakte overal een spelletje van en genoot intens. Maar daardoor zat hij meer dan eens in de penarie, want hij leefde op (te) grote voet. Dat kostte hem zelfs bijna zijn relatie met Constanze. Hij was eigenlijk een groot kind, dat een assistent nodig had om het leven in goede banen te leiden. Alhoewel dat misschien wel ten koste zou zijn gegaan van zijn genialiteit. Juist dat spelen, vragen stellen en het net even anders willen doen dan de rest, maakte dat hij frisse muziek schreef die nu nog steeds springlevend is.”
Enthousiast vertelt Enrico verder: “Mozarts muziek is energiek, intelligent georkestreerd en duidelijk gestructureerd. Door die geordendheid en frisheid is de muziek heel toegankelijk. Op mijn verzoek wordt Der Schauspieldirektor door Philzuid met barokpauken en natuurtrompetten gespeeld; zo komen we waar-schijnlijk dichter bij de authentieke klank in het orkest. De muziek zelf is tijdloos. Net zoals de boodschap van Der Schauspieldirektor. Mozart weet op een heel grappige manier het publiek te bevragen, onder meer over de concurrentiestrijd in de kunstwereld. Het positieve daaraan is dat je als artiest het beste uit jezelf wilt halen. Het ellebogenwerk daarentegen, dat stelt Mozart ter discussie. Uiteindelijk zegt hij: ‘kunstenaars moeten elkaar niet beoordelen en de kwaliteit van een artiest vertaalt zich niet in betaling. Iedereen moet het beste van zichzelf geven en dan is het aan het publiek om te oordelen’.”
Die boodschap lijkt inderdaad nog steeds heel relevant…
Enrico: “Ja, ik vind het choquerend en geweldig tegelijk, dat Mozart in Der Schaupieldirektor een heel goede reflectie geeft van hoe het er in de operawereld aan toe gaat, óók meer dan tweehonderd jaar later nog! Want dat er een boel vergelijkingen te trekken zijn tussen Der Schauspieldirektor en de operawereld hier en nu is duidelijk. Deze opera was en is een realistisch-kritische weergave van de uitdagingen in dit wereldje. Het is algemeen bekend dat het moeilijk is voor operagezelschappen om mooie producties te realiseren met steeds minder middelen. Desondanks doen we allemaal – uit liefde voor het vak – ons best om samen een hoogwaardige kunstbeleving te verwezenlijken voor het publiek.”
Denkt u dat het publiek de operawereld beter gaat begrijpen door Der Schauspieldirektor?
Enrico: “Een werk als Der Schauspieldirektor wordt in Oostenrijk ook wel een ‘Schmankerl’ genoemd: een lekkernij, een lekker hapje. Natuurlijk is dit ‘Singspiel’ voor collega’s uit het vak heel herkenbaar en grappig. Maar ook mensen die niet in de operawereld werken, zullen genieten van de prachtige, goed uitgevoerde muziek. Het is namelijk echt een lekker hapje; niet te lang, niet te kort, met hele fijne Mozart-muziek. Het publiek snapt misschien niet álle grapjes, ze zullen zich in ieder geval afvragen of het er echt zo aan toe gaat in de operawereld of dat dit een toneelspel is? En dat is precies wat Mozart zo graag deed; op speelse wijze de situatie bevragen. Wij stellen ons ook continu de vraag: is dit de juiste manier? Dat geldt vooral voor regisseur Christopher maar ik probeer hem daar natuurlijk bij te ondersteunen. Dat is helemaal in de geest van Mozart en Der Schauspieldirektor: het sámen creëren van mooie kunst!”
*Der Schauspieldirektor was onderdeel van een wedstrijd, uitgeschreven door Keizer Joseph II. Hij wilde het Duitse Singspiel, met muziek én gesproken teksten, weer op de kaart zetten. Mozarts ‘concurrent’ was Salieri die een Italiaanse opera buffa schreef; Prima la musica e poi le parole (‘Eerst de muziek, en daarna de woorden’). Het ene werk werd vóór de pauze gespeeld, het andere daarna. Vervolgens was het aan het publiek om te oordelen welke opera hun favoriet was…
Interview: Kyra Bertram