Sopranen Kristina Bitenc en Chelsea Bonagura over opera en rivaliteit

In hun rol als prima donna vliegen ze elkaar nog net niet in de haren. Achter de schermen vinden Kristina en Chelsea elkaar juist in hun passie voor het vak. In dit gesprek vullen de twee topartiesten elkaar naadloos aan.

In Der Schauspieldirektor moeten jullie auditie doen. Auditie doen is voor zangers aan de orde van de dag, hoe ervaren jullie dat?

Kristina: “Auditeren is stressvol, en soms moet je een beetje geluk hebben. Daarom heb ik één regel voor mezelf als ik auditeer: trouw blijven aan mezelf. Ik wil het gevoel hebben dat ik mijn best heb gedaan en mijzelf ben gebleven. Ik heb geleerd om mijn innerlijke stem te vertrouwen.”

Chelsea vult aan: “En om te vertrouwen op een heel klein groepje mensen. Want er zijn zoveel meningen als het gaat om stemtypes en wie welke rol zou moeten (kunnen) zingen. Dus ik wil bovenal zelf voelen dat ik goed gepresteerd heb na een auditie en dan zie ik wel of ik het word of niet.”

Wat vinden jullie belangrijk bij het kiezen of accepteren van een rol?

Beiden tegelijkertijd: “Het gezelschap!”

Chelsea: “Op dit punt in mijn leven vind ik het belangrijk om samen te werken met mensen die ik respecteer en die ik aardig vind. Dat gezegd hebbende denk ik dat wij sopranen vaker ja dan nee zeggen op een rol, gewoonweg omdat er meer sopranen zijn dan banen. Wij kunnen dus minder kieskeurig zijn dan bijvoorbeeld onze bariton-collega’s.”

Kristina: “Helemaal mee eens!”

Wat voor soort rollen zingen jullie het liefst?

Kristina: “Fysieke rollen! Ik hou ervan mijn lichaam te gebruiken, terwijl ik zing; liever dan dat ik stil moet staan. Daarnaast vind ik complexe rollen interessant. The Cunning Little Vixen van Janáček staat bijvoorbeeld al lang op mijn verlanglijstje. Ook Violetta uit La Traviata zou ik graag zingen, vanwege haar psychologische reis en de vocale acrobatiek.”

Chelsea: “Ik ga voor de meer psychologische rollen, en dan vooral voor de beetje gekke personages zoals Ophelia in Hamlet. De muziek uit deze opera van Thomas is zo mooi en Ophelia’s ‘mad-scene’ is heel virtuoos. Ik hou van de technische kant van het zingen; erachter zien te komen hoe ik iets het beste kan zingen.”

Vallen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz ook in deze categorie?

Chelsea: “O ja! Toen Opera Zuid me vroeg dacht ik meteen: dat wil ik doen! Madame Herz is op een leuke manier lichtelijk gestoord, dat vind ik heerlijk om te spelen. Bovendien is deze opera een Mozart op steroïden; veel hoge noten, veel coloraturen [snelle, hoge loopjes] en er zit veel komedie in, en dát kan ik elke dag wel doen.”

Kristina: “Eigenlijk weet ik altijd meteen als Opera Zuid belt: ik wil graag meedoen! Daarbij vind ik Mozart heel fijn om te zingen. De muziek ligt mij goed en is vocaal uitdagend. Ik vind het terzet op het eind ook erg leuk: Chelsea en ik kwamen erachter dat onze stemmen ontzettend goed samenklinken en we hebben dezelfde ideeën over hoe we deze muziek willen uitvoeren, dus de samenwerking gaat heel natuurlijk.”

Chelsea: “Absoluut. Het leuke is dat we in het echte leven totaal geen diva’s zijn, dus we kunnen samen veel plezier hebben in deze rollen.”

Is er in de echte operawereld ook sprake van rivaliteit tussen zangers zoals in Der Schauspieldirektor tussen Mademoiselle Silberklang en Madame Herz?

Chelsea: “Nee, ik denk dat de mate van rivaliteit tegenwoordig niet meer speelt. Ik heb er in ieder geval geen ervaring mee.”

Kristina [tegen Chelsea]: “Als ik jou hoor, denk ik vooral: hoe doet ze dat?”

Chelsea: “En ik denk: hoe krijg ik mijn coloraturen zo snel als zij? Ik raak juist geïnspireerd door andere zangeressen en voel vooral waardering voor de ander. Ik leer bovendien van mijn collega’s.”

Kristina: “We proberen het beste uit elkaar te halen. Onze rollen gaan muzikaal gezien vaak gelijk op, zo tillen we elkaar naar een hoger niveau. Uiteindelijk kunnen we alleen sámen mooie kunst maken.”

Interview: Kyra Bertram

 Chelsea Bonagura en Kristina Bitenc